1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Staatssteun en de handel tussen de lidstaten (1)

Staatssteun en de handel tussen de lidstaten

De Noorse gemeente Bømlo wilde Bømlabadet Bygg AS een subsidie van NOK 12.3 miljoen verlenen voor de bouw van een recreatief waterpark. Het voornemen werd bij de EFTA Surveillance Authority (de Autoriteit) gemeld. In het besluit van 5 december 2012 kwam  de Autoriteit tot de conclusie dat de subsidie niet is aan te merken als staatssteun omdat de subsidie geen gevolgen zal hebben voor de handel tussen de lidstaten.De staatssteuntoetsDe toets die de Autoriteit uitvoert richt zich voornamelijk...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 22 januari 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De Noorse gemeente Bømlo wilde Bømlabadet Bygg AS een subsidie van NOK 12.3 miljoen verlenen voor de bouw van een recreatief waterpark. Het voornemen werd bij de EFTA Surveillance Authority (de Autoriteit) gemeld. In het besluit van 5 december 2012 kwam  de Autoriteit tot de conclusie dat de subsidie niet is aan te merken als staatssteun omdat de subsidie geen gevolgen zal hebben voor de handel tussen de lidstaten.

De staatssteuntoets
De toets die de Autoriteit uitvoert richt zich voornamelijk op de vraag de subsidie gevolgen heeft voor de handel tussen de lidstaten. De subsidie zou immers met overheidsmiddelen worden bekostigd, terwijl een onderneming, Bømlabadet Bygg AS, als gevolg van deze subsidie een selectief voordeel zou genieten. Door dit voordeel zou de mededinging worden vervalst. Onder verwijzing naar de beschikkingenpraktijk van de Europese Commissie toets de Autoriteit de mogelijke interstatelijke effecten van de voorgenomen steunmaatregel op vier elementen en komt daarbij tot de conclusie dat de interstatelijke handel niet wordt beïnvloed.

(i)  Aantrekken buitenlandse investeringen
Volgens de Autoriteit is het niet aannemelijk dat de steunmaatregel buitenlandse investeringen zal aantrekken omdat Bømlabadet Bygg geen winstoogmerk heeft en ook geen dividend aan haar aandeelhouders zal uitbetalen.

(ii)  Lokaal gebruik of beperkt geografisch aantrekkingsgebied
Onder verwijzing naar de inmiddels legendarische beschikking van de Europese Commissie betreffende de steun voor het zwembad in het Duitse Dorsten, stelt de Autoriteit dat nagegaan moet worden of een met de subsidie gebouwd waterpark gebruikers uit andere lidstaten zal trekken. De gemeente Bømlo ligt in Zuid-Noorwegen ongeveer halverwege tussen Bergen en Stavanger. Van Bømlo is het 580 kilometer naar de dichtstbijzijnde internationale grens. In de directe omgeving van Bømlo liggen twee vliegvelden waar niet of nauwelijks internationale vluchten landen. Naar de internationale luchthaven van Bergen is het 120 kilometer. Het duurt 2,5 uur om vandaar naar Bømlo te rijden. De Autoriteit komt op grond hiervan tot de conclusie dat het niet aannemelijk is dat het te bouwen waterpark een significant aantal gebruikers uit andere lidstaten zal aantrekken. Het aantrekkingsgebied van het waterpark is volgens de Autoriteit daarom beperkt. In ieder geval strekt het aantrekkingsgebied zich niet uit tot de op 580 kilometer afstand gelegen grens met Noorwegen.

(iii)  Marginaal effect op gebruikers uit andere lidstaten
Gelet op het beperkte geografische aantrekkingsgebied, gaat de Autoriteit ervan uit dat de meeste bezoekers van Bømlo Noren zijn. Bømlo wordt echter ook bezocht door een kleine groep buitenlandse toeristen, overwegend Duitsers. Deze toeristen komen echter overwegend naar Bømlo om te vissen. Bømlo heeft bovendien slechts een beperkt aantal toeristische accommodaties. Tot slot vergelijkt de Autoriteit het in Bømlo te realiseren waterpark met andere vergelijkbare waterparken in Noorwegen en komt daarbij tot de conclusie dat buitenlandse gebruikers waarschijnlijk dichter bij de grens gelegen waterparken zullen bezoeken. Onverminderd het feit dat Bømlo ook buitenlandse toeristen trekt, concludeert de Autoriteit dat de kans dat de steunmaatregel gebruikers uit andere lidstaten zal aantrekken heel klein is. De toeristen zullen Bømlo namelijk niet bezoeken vanwege het waterpark.

(iv)  Minimaal marktaandeel begunstigde onderneming
Bømlabadet Bygg behoort niet tot een grotere groep van ondernemingen. Gelet op het aantal waterparken in Noorwegen, is de Autoriteit van mening dat het marktaandeel van Bømlabadet Bygg minimaal zal zijn. De Autoriteit wijst er echter op dat uit de beschikkingenpraktijk van de Europese Commissie volgt dat de toets niet beperkt is tot het vaststellen van het marktaandeel van de begunstigde onderneming. Er moet ook gekeken worden naar de markt waarop de begunstigde onderneming actief is. De steunmaatregel zou ondernemingen uit andere lidstaten er immers van kunnen weerhouden om in Noorwegen actief te worden. Van alle waterparken in Noorwegen blijkt er een te zijn die in buitenlandse handen is. Dit waterpark is echter uitsluitend zomers geopend en blijkt bovendien te moeten worden aangemerkt als een pretpark. Het biedt totaal andere voorzieningen dan het waterpark in Bømlo. De Autoriteit komt daarom tot de conclusie dat er geen buitenlandse ondernemingen actief zijn op de markt waarop Bømlabadet Bygg actief is.

Relevantie van de beschikking voor de communautaire praktijk
Noorwegen is geen lid van de EU, dus is artikel 107 VWEU niet van toepassing. In de overeenkomst waarbij de Europese Economische Ruimte is opgericht staat echter een bepaling (artikel 61 lid 1) die overeenkomt met artikel 107 lid 1 VWEU. Omdat de EU en dus alle lidstaten partij zijn bij vorenbedoelde overeenkomst, is het besluit van de Autoriteit ook voor de communautaire praktijk relevant. Dit is ook de reden dat de Europese Commissie het onderhavige besluit heeft gepubliceerd in haar State Aid Weekly e-News.

De vraag of een steunmaatregel gevolgen heeft voor de handel tussen de lidstaten wordt meestal in een zin of hooguit een alinea afgedaan. De Autoriteit wijdt er echter meerdere alinea’s aan. Bovendien gaat de Autoriteit systematisch te werk. De aanpak van de Autoriteit is daarom een handig hulpmiddel als beoordeeld moet worden of subsidie voor projecten als zwembaden, sporthallen en andere sportfaciliteiten staatssteunproof zijn.

Los van de relevantie voor de praktijk, is het besluit van de Autoriteit ook opmerkelijk. De Autoriteit betrekt namelijk het ontbreken van een winstoogmerk in de analyse of een steunmaatregel de handel tussen de lidstaten beïnvloed. Hieraan verbindt de Autoriteit de conclusie dat de steunmaatregel geen buitenlandse investeringen zal aantrekken. Tot nu toe speelde het ontbreken van een winstoogmerk geen enkele rol bij de genoemde analyse. Daar is dus nu verandering in gekomen.