1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Sturgeon 2: uitstel maar nog steeds geen afstel

Sturgeon 2: uitstel maar nog steeds geen afstel

Al sinds december 2010 wacht de luchtvaartbranche gespannen op de uitspraak van het Europees Hof van Justitie in de zaak die bekend staat als “Sturgeon 2”. Het betreft in deze zaak, kort gezegd, prejudiciële vragen die gesteld zijn over de geldigheid van de artikelen 5 tot en met 7 van EG-verordening 261/2004, mede in verhouding tot de artikelen 19 en 29 van het Verdrag van Montreal. Deze eerste artikelen stellen het recht op financiële compensatie bij annulering van vluchten vast, terwijl he...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 18 juli 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Al sinds december 2010 wacht de luchtvaartbranche gespannen op de uitspraak van het Europees Hof van Justitie in de zaak die bekend staat als “Sturgeon 2”. Het betreft in deze zaak, kort gezegd, prejudiciële vragen die gesteld zijn over de geldigheid van de artikelen 5 tot en met 7 van EG-verordening 261/2004, mede in verhouding tot de artikelen 19 en 29 van het Verdrag van Montreal. Deze eerste artikelen stellen het recht op financiële compensatie bij annulering van vluchten vast, terwijl het Verdrag van Montreal schadevergoeding bij vertraging regelt. Voor meer informatie hierover, zie dit artikel.

Sturgeon 2 is een vervolg op het arrest van het Europees Hof van Justitie van 19 november 2009, waarin is vastgesteld dat passagiers van vertraagde vluchten bij een vertraging van 3 uur of langer, recht hebben op financiële compensatie volgens Verordening 261/2004. Volgens de letterlijke tekst van de Verordening bestaat hier bij vertraging geen recht op, maar het Europees Hof achtte dit in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Deze uitspraak is bekend geworden als het Sturgeon-arrest.

De luchtvaartbranche kon zich in dit oordeel niet vinden en heeft in vele procedures aangedrongen op het stellen van nieuwe prejudiciële vragen. Uiteindelijk bleken er rechters te zijn in Duitsland, Engeland en Nederland die de twijfels van de luchtvaartbranche over de geldigheid van het Sturgeon-arrest deelden, waarop er prejudiciële vragen volgden: Sturgeon 2 was geboren.

Ook in Nederland is de Hoge Raad gevraagd om een oordeel te geven over de geldigheid van het Sturgeon-arrest. Op 11 mei 2012 concludeerde de Advocaat-generaal van de Hoge Raad dat het oordeel van het Europees Hof inzake Sturgeon 2 niet afgewacht hoefde te worden, omdat er sprake was van een ‘acte éclairé’: er zou geen twijfel bestaan over het recht op compensatie bij vertraging.

Op 15 mei 2012 verscheen de conclusie van de A-G van het Europees Hof, waarin geconcludeerd wordt dat passagiers van vertraagde vluchten inderdaad recht hebben op financiële compensatie als in Verordening 261/2004. Hiermee staat echter niet vast dat het Europees Hof deze conclusie zal volgen. Het Europees Hof kan nu nog de verregaande bevoegdheden die zij zichzelf toedicht ongedaan maken.

De Hoge Raad heeft in haar oordeel van 15 juni 2012 besloten om de conclusie van haar A-G niet te volgen en het oordeel in de aan haar voorgelegde vertragingszaken aan te houden. Reden hiervoor is dat uit door de Hoge Raad ambtshalve ingewonnen inlichtingen zou blijken dat het Europees Hof op korte termijn uitspraak zou doen inzake Sturgeon 2. Direct gonsde het van de geruchten dat de uitspraak nog voor het zomerreces zou volgen.

Helaas bleken deze geruchten onjuist. Officieel is het zomerreces van het Europees Hof van Justitie op 16 juli jl. ingegaan. Hoewel in de eerste week van het reces nog enkele uitspraken op de agenda staan, staat Sturgeon 2 daar niet bij. Pas 2 september a.s. gaat het Europees Hof weer aan het werk. Hoewel zowel de luchtvaartbranche als luchtvaartpassagiers vol spanning zullen blijven wachten op het verlossende antwoord van het Europees Hof, kunnen ook zij de komende zeven weken de spanning even laten varen.

Door Christien Beernink, advocaat Ondernemingsrecht