1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Toegangsontzegging medisch specialist wegens schending concurrentiebeding

Toegangsontzegging medisch specialist wegens schending concurrentiebeding

Een onmiddellijke ontzegging van de toegang tot het ziekenhuis aan een medisch specialist is een paardenmiddel dat uitsluitend mag worden ingezet als sprake is van omstandigheden of vermoedens van zo ernstige aard dat aanwezigheid van de medisch specialist in het ziekenhuis redelijkerwijs niet van het ziekenhuis kan worden verwacht. Meestal gaat het in de praktijk om ernstige incidenten, geëscaleerde samenwerkingsproblemen, of gevaarzettende situaties die onacceptabele risico’s voor de kwalit...
Leestijd 
Auteur artikel Tom van Malssen
Gepubliceerd 18 september 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Een onmiddellijke ontzegging van de toegang tot het ziekenhuis aan een medisch specialist is een paardenmiddel dat uitsluitend mag worden ingezet als sprake is van omstandigheden of vermoedens van zo ernstige aard dat aanwezigheid van de medisch specialist in het ziekenhuis redelijkerwijs niet van het ziekenhuis kan worden verwacht. Meestal gaat het in de praktijk om ernstige incidenten, geëscaleerde samenwerkingsproblemen, of gevaarzettende situaties die onacceptabele risico’s voor de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg met zich brengen. Maar niet altijd.

In een recent vonnis gaf de civiele (kortgeding)rechter zijn zegen aan een toegangsontzegging die een totaal andere achtergrond had. De medisch specialist in kwestie (een orthopedisch chirurg) was namelijk bezig een zelfstandig behandelcentrum op te richten en handelde hiermee in strijd met het tussen ziekenhuis en MSB (waarvan de orthopedisch chirurg lid was) overeengekomen non-concurrentiebeding.

De motivering van het toch vrij vergaande oordeel van de voorzieningenrechter is opvallend beperkt. Beslissend lijkt te zijn dat het ziekenhuis al in een vroeg stadium een duidelijk ‘streep’ had getrokken, maar dat de orthopedisch chirurg desalniettemin willens en wetens was doorgegaan met de verdere ontwikkeling en uitvoering van zijn initiatief. Hieruit bleek, aldus de voorzieningenrechter, dat hij zich ‘niets gelegen liet liggen’ aan het concurrentiebeding.

De voorzieningenrechter lijkt zelf ook te zien dat deze constatering wel wat dunnetjes is om een onmiddellijke toegangsontzegging te rechtvaardigen. De redenering wordt dan ook opgeplust met de overweging dat ‘niet uitgesloten kon worden’ dat de orthopedisch chirurg door alle perikelen – het MSB had inmiddels ook het voornemen tot opzegging van de ledenovereenkomst aan de orthopedisch chirurg aangekondigd – ‘zodanig geëmotioneerd’ zou zijn ‘dat de patiëntveiligheid niet op een andere manier dan door ontzegging gewaarborgd kon worden’.

Tsja. Laten we het er maar op houden dat het recht in toenemende mate in beweging is sinds dit soort kwesties niet meer slechts of hoofdzakelijk aan het oordeel van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg wordt voorgelegd.