1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Uitwinning pandrecht op aandelen: uitstel van executie

Uitwinning pandrecht op aandelen: uitstel van executie

Bij het vestigen van een pandrecht op aandelen gaat de pandhouder er nogal eens van uit dat hij de aandelen bij uitwinning zelf kan verkrijgen, wellicht tegen een gunstige prijs. Hoewel dat in principe mogelijk is, is dat niet de kernbevoegdheid van de pandhouder. Het primaire belang van de pandhouder is dat hij de vordering waartoe de aandelen tot zekerheid zijn verpand terugbetaald krijgt. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam maakte dit onlangs duidelijk.N had een pandrecht op...
Leestijd 
Auteur artikel Karen Verkerk
Gepubliceerd 17 maart 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Bij het vestigen van een pandrecht op aandelen gaat de pandhouder er nogal eens van uit dat hij de aandelen bij uitwinning zelf kan verkrijgen, wellicht tegen een gunstige prijs. Hoewel dat in principe mogelijk is, is dat niet de kernbevoegdheid van de pandhouder. Het primaire belang van de pandhouder is dat hij de vordering waartoe de aandelen tot zekerheid zijn verpand terugbetaald krijgt. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam maakte dit onlangs duidelijk.

N had een pandrecht op de aandelen T (een Cypriotische vennootschap) tot zekerheid van een vordering uit hoofde van twee geldleningen, die zij aan T heeft verstrekt. N is thans verwikkeld in een lopende procedure in Cyprus jegens T, waarbij N stelt dat zij recht heeft op de verkrijging van 51% van de aandelen in T.

T houdt zelf 75% van de aandelen in een Nederlandse naamloze vennootschap S. Ook deze aandelen zijn verpand en wel aan P, tot zekerheid voor verstrekte leningen aan T en haar groeps-maatschappijen.

In januari 2015 zijn reeds 15% van de aandelen in S in het openbaar verkocht en wel aan de executerend pandhouder C.

Nu ook P wenst over te gaan tot executie van een pakket van 15% van de aandelen in S, vordert N stopzetting van deze executieveiling, totdat duidelijkheid bestaat omtrent de afloop van de procedure in Cyprus. In dat kader is ook de notaris die de executieveiling zou uitvoeren in de procedure betrokken. N stelt daarbij dat het P niet te doen is om de voldoening van haar vordering, doch dat zij slechts op goedkope wijze de aandelen in het kapitaal van S wenst te verwerven, door samen te spannen met de directie van T. Dit wordt door P betwist.

De voorzieningenrechter merkt op dat het in beginsel P vrij staat om als pandhouder haar pandrecht op de aandelen S uit te winnen. Zij dient daarbij echter wel rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van andere betrokkenen, waaronder N, omdat N ook schuldeiser is van T en conservatoir beslag heeft gelegd op de aan P verpande aandelen S, maar ook omdat N stelt dat zij gerechtigd is een meerderheidsbelang te verkrijgen in T. De beslissing in de daartoe aangespannen procedure in Cyprus wordt op korte termijn verwacht. Daarbij heeft N heeft toegezegd aan P dat zij zorg zal dragen voor voldoening van de vordering van P, indien zij het meerderheidsbelang in T krijgt. Bovendien heeft P haar belang bij verkoop van de verpande aandelen S op korte termijn onvoldoende  aan de voorzieningrechter aangetoond. Dat alles afwegende oordeelt de voorzieningenrechter dat het belang van N prevaleert boven het belang van P. De executieveiling dient derhalve te worden stopgezet. De veiling kan alsnog doorgaan indien blijkt dat N de procedure in Cyprus niet wint en dus geen meerderheidsbelang in T krijgt, dan wel haar toezegging de vordering van P te zullen voldoen niet nakomt.

Karen Verkerk