1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Valt ontslagprocedure UWV onder het recht op vrije advocaatkeuze?

Valt ontslagprocedure UWV onder het recht op vrije advocaatkeuze?

In 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald dat een rechtsbijstandsverzekeraar haar verzekerden het recht op vrije advocaatkeuze moet bieden in gerechtelijke of administratieve procedures. Oftewel: de persoon met een rechtsbijstandverzekering mag in een procedure zelf een advocaat kiezen, en de verzekeraar moet die advocaat betalen. In de praktijk bestaat er weinig twijfel over wat wordt bedoeld met ‘gerechtelijke procedures’. Dit zijn immers alle procedures die door een r...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 13 oktober 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018

In 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald dat een rechtsbijstandsverzekeraar haar verzekerden het recht op vrije advocaatkeuze moet bieden in gerechtelijke of administratieve procedures. Oftewel: de persoon met een rechtsbijstandverzekering mag in een procedure zelf een advocaat kiezen, en de verzekeraar moet die advocaat betalen. In de praktijk bestaat er weinig twijfel over wat wordt bedoeld met ‘gerechtelijke procedures’. Dit zijn immers alle procedures die door een rechter worden beslist. Er bestaat wel onduidelijkheid over wat wordt bedoeld met ‘administratieve procedures’. Daarbij doet zich met name de vraag voor of ook de ontslagprocedure bij het UWV hieronder valt. Hierop lijkt echter snel genoeg een antwoord te komen, omdat de Hoge Raad hierover vragen prejudiciële vragen heeft gesteld aan het HvJ EU.



In het kort heeft de Hoge Raad het HvJ EU de vraag voorgelegd of de ontslagprocedure bij het UWV een ‘administratieve procedure’ is die onder de reikwijdte van de vrije advocaatkeuze valt. Daarbij heeft de Hoge Raad alvast een voorzet voor de uitkomst gegeven. De Hoge Raad merkt namelijk op dat hij voorshands van oordeel is dat de procedure bij het UWV moet worden aangemerkt als een administratieve procedure. In dat kader voert de Hoge Raad onder meer aan dat het recht op vrije advocaatkeuze niet op een restrictieve manier moet worden uitgelegd, omdat het recht beoogt de belangen van verzekerden ruim te beschermen. Daarnaast heeft de verlening van een ontslagvergunning door het UWV verstrekkende gevolgen, zodat een werknemer zijn standpunt op een adequate wijze ter kennis moet kunnen brengen.


Volgens de Hoge Raad zijn er echter ook redenen om te concluderen dat de ontslagprocedure bij het UWV niet onder het recht op vrije advocaatkeuze valt. Daartoe voert de Hoge Raad onder meer aan dat uit de totstandkomingsgeschiedenis van de richtlijn waarin het recht op vrije advocaatkeuze is opgenomen, blijkt dat het enkel de bedoeling was de gerechtelijke fase onder het bereik van de richtlijn te brengen; niet de buitengerechtelijke voorfase. Daarnaast biedt de wijze waarop de richtlijn in een aantal andere lidstaten is omgezet aanwijzing dat het recht slechts ziet op procedures bij een rechterlijke instantie. Tot slot merkt de Hoge Raad op dat, als het recht op vrije advocaatkeuze ook ziet op de ontslagprocedure bij het UWV, dit aanzienlijke financiële en bedrijfseconomische gevolgen heeft voor de in de lidstaten bestaande stelsels van rechtsbijstandverzekering. De kosten voor rechtsbijstandsverzekeraars zullen dan snel oplopen, en daarmee ook de prijzen voor de verzekeringen.


In de praktijk wordt de vraag of er ook recht op vrije advocaatkeuze bestaat voor procedures bij het UWV WERKbedrijf met regelmaat gesteld. Met de wijzigingen van het ontslagrecht per 1 juli 2015 wordt de beantwoording op deze vraag naar ik verwacht minder relevant. Vanaf die datum kan enkel nog ontslag worden verzocht bij het UWV op grond van bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid. Als een werkgever het voorgenomen ontslag op een andere grond baseert, dan kan hij zich enkel nog tot de kantonrechter wenden met een ontbindingsverzoek. Daarnaast kan de toe- of afwijzing van een ontslagaanvraag door het UWV straks vanaf de kantonrechter tot aan de Hoge Raad worden uitgevochten. Als er geen recht op vrije advocaatkeuze bestaat tijdens de procedure bij het UWV, dan bestaat die vervolgens alsnog als de werkgever of werknemer in ‘hoger beroep’ naar de kantonrechter stapt.