1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Veel waarde wordt gehecht aan Inspectierapport controleurs, maar tegenbewijs is mogelijk!

Veel waarde wordt gehecht aan Inspectierapport controleurs, maar tegenbewijs is mogelijk!

In de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Cbb) op 28 februari 2017 is ingegaan op de bewijskracht van een inspectierapport. In het algemeen wordt uitgegaan van de juistheid van een inspectierapport opgesteld door een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Echter, tegenbewijs is mogelijk. In deze uitspraak kwam de beboete boer te laat met ook nog eens onvoldoende (tegen)bewijs. Van belang is om tijdig aan de bel te trekken, bijvoorbeeld d...
Leestijd 
Auteur artikel José Jochemsen-Vernooij (uit dienst)
Gepubliceerd 27 maart 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Cbb) op 28 februari 2017 is ingegaan op de bewijskracht van een inspectierapport. In het algemeen wordt uitgegaan van de juistheid van een inspectierapport opgesteld door een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Echter, tegenbewijs is mogelijk. In deze uitspraak kwam de beboete boer te laat met ook nog eens onvoldoende (tegen)bewijs. Van belang is om tijdig aan de bel te trekken, bijvoorbeeld door het indienen van een zienswijze, als een inspectierapport van onjuiste of onvolledige gegevens uitgaat.

Feiten
Een toezichthouder van de NVWA heeft geconstateerd dat er 68 koeien werden gehouden in een weiland waarin een hoop puin lag met uitstekende delen van beton en betonijzer. De koeien kunnen zich hieraan verwonden, aangezien zij vrije toegang hadden tot dit puin.
Op grond van dit rapport is een randvoorwaardenkorting opgelegd van 3% op de door de beboete boer in 2015 aangevraagde rechtstreekse betalingen.
De beboete boer heeft geen zienswijze kenbaar gemaakt. Wel heeft hij bezwaar aangetekend. Dit bezwaar is afgewezen, omdat een landbouwer die rechtstreekse betalingen heeft ontvangen de beheerseisen uit Bijlage II van Verordening 1306/2013 in acht moet nemen (artikel 1.6 van het Besluit houders van Dieren). De beboete boer heeft tegen dit besluit op bezwaar beroep ingediend bij het Cbb.
De beboete boer erkent dat in het weiland een hoop puin lag, maar dit zou volgens hem geen risico’s voor de koeien meebrengen omdat het puin zich achter een correctiedraad bevond. De toezichthouder zou het correctiedraad abusievelijk over het hoofd hebben gezien. Twee andere getuigen bevestigen de aanwezigheid van het correctiedraad.

Oordeel Cbb
In het algemeen mag er van de juistheid van een inspectierapport worden uitgegaan. Dit is alleen anders indien er concrete aanwijzingen zijn om te twijfelen aan de juistheid van die bevindingen. De beboete boer had de toezichthouder specifiek op de aanwezigheid van het gestelde correctiedraad moeten wijzen. Dit is nagelaten. Daarnaast kon op het inspectierapport worden gereageerd met een zienswijze. Ook dit is nagelaten.
Verder is niet gebleken dat de als getuigen aangemerkte personen bij de controle aanwezig waren. Zij hebben slechts het bezwaarschrift mede ondertekend.
Het Cbb is van oordeel dat niet is gebleken dat het inspectierapport onjuist is, zodat het rapport als basis voor de besluitvorming mocht worden gebruiken.

Conclusie
Veel waarde wordt gehecht aan het inspectierapport van de toezichthouder. De bevindingen hierin worden in het algemeen als juist gezien. Mocht een inspectierapport naar uw mening onvolledig zijn, dan is het essentieel onverwijld melding daarvan te maken. Achteraf bezwaar maken over de inhoud van het rapport kent een geringe kans van slagen.

Heeft u vragen omtrent controles door het NVWA neem dan contact op met José Jochemsen-Vernooij, advocaat Food & Agri.