1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Vergoeding planschade via de civiele rechter?

Vergoeding planschade via de civiele rechter?

In geval van schade als gevolg van de vaststelling van een “nieuw” bestemmingsplan kan op grond van artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) een verzoek om planschade worden ingediend. Om dergelijke schade vergoed te krijgen is dat de aangewezen weg. In een zaak die diende bij de rechtbank Overijssel (uitspraak d.d. 19 maart 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:1544) wordt, enigszins ongebruikelijk, naast deze publiekrechtelijke weg ook via de civiele rechter geprobeerd om een schadevergoeding te verkr...
Leestijd 
Auteur artikel Jasper Molenaar
Gepubliceerd 15 december 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In geval van schade als gevolg van de vaststelling van een “nieuw” bestemmingsplan kan op grond van artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) een verzoek om planschade worden ingediend. Om dergelijke schade vergoed te krijgen is dat de aangewezen weg. In een zaak die diende bij de rechtbank Overijssel (uitspraak d.d. 19 maart 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:1544) wordt, enigszins ongebruikelijk, naast deze publiekrechtelijke weg ook via de civiele rechter geprobeerd om een schadevergoeding te verkrijgen. De eiser gaat zelfs nog verder dan dat. Hij probeert af te dwingen dat de gemeente hem uitkoopt/onteigent. Wat was het geval?

Wegbestemmen
De gemeente Borne heeft een nieuw bestemmingsplan vastgesteld en daarin is het perceel van de eiser in deze procedure en een groot deel van de omgeving, tot bedrijventerrein bestemd. De woning van de eiser is niet voor woondoeleinden bestemd (“wegbestemd”). Eiser wil dat de gemeente hem uitkoopt of onteigent. De gemeente wil dat niet. De eiser heeft een verzoek om planschade ingediend. Er komt ook vast te staan dat planschade is geleden, maar de gemeente wil de schade ten bedrage van € 96.750,-- in natura en via voordeelsverrekening vergoeden. Daarvoor wil de gemeente een nieuw bestemmingsplan vaststellen waarin de woning en het perceel deels weer worden terugbestemd voor woondoeleinden.

Schade anderszins verzekerd
Een gemeente kan in geval van planschade deze schade uiteindelijk niet in geld vergoeden. Dat kan als de schade anderszins verzekerd is bijvoorbeeld door de bestemming weer in de oorspronkelijke toestand te herstellen. De eigenaar van de woning is blijkens de uitspraak niet bereid om hierop te wachten. Hangende de publiekrechtelijke procedure vordert hij bij de civiele rechter een verklaring voor recht dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door de woning weg te bestemmen. Daarnaast vordert hij schadevergoeding en een veroordeling van de gemeente om de onrechtmatige daad op te heffen door in onderhandeling te treden over een minnelijke verwerving van zijn perceel. De eiser wil dus eigenlijk geen schadevergoeding. In plaats daarvan wil hij dat de gemeente hem uitkoopt.

Uitspraak
De rechtbank oordeelt dat de gemeente de woning van eiser in beginsel mocht wegbestemmen, maar dat zij daarbij een regeling had moeten treffen ten behoeve van langdurig gebruik. Met andere woorden: er had een overgangsregeling in het bestemmingsplan moeten worden opgenomen. Doordat dit niet is gebeurd, is in strijd gehandeld met het eigendomsrecht van eiser, aldus de rechtbank. Als er geen regeling ten behoeve van het langdurig gebruik wordt getroffen, betekent wegbestemmen volgens de rechtbank dat de eiser binnen tien jaar uit zijn woning moet en dat de opstallen worden gesloopt. De woning wordt daarmee zo goed als onverkoopbaar. De schade die daardoor geleden wordt moet door de gemeente naar civielrechtelijke normen worden vergoed.

Geen formele rechtskracht
De gemeente verweert zich met een beroep op de formele rechtskracht van het bestemmingsplan waarmee de woning is wegbestemd. De gemeente stelt dat moet worden uitgegaan van de rechtmatigheid van het besluit om het bestemmingsplan op deze manier vast te stellen, omdat de eiser daartegen geen beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelde echter dat het de eiser niet verweten kon worden dat hij geen beroep heeft ingesteld tegen het bestemmingsplan. De gemeente had naar het oordeel van de rechtbank moeten begrijpen dat eiser de gevolgen van het wegbestemmen, zonder dat een overgangsregeling werd getroffen, voor hem niet te overzien waren. Hier wordt de eiser naar mijn mening behoorlijk door de rechtbank tegemoet gekomen, omdat de leer van de formele rechtskracht in de praktijk vaak strik wordt toegepast. Wellicht dat de rechtbank het beroep op formele rechtskracht afwijst, omdat voor een aanspraak op planschade ook niet vereist is dat een rechtsmiddel is aangewend tegen het betreffende schadeveroorzakende besluit.

Geen verplichting tot uitkoop/onteigening
Eiser stelt dat de gemeente de schade alléén kan vergoeden door hem uit te kopen. De rechtbank overweegt echter met verwijzing naar een aantal uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat er geen wettelijke regel bestaat waaruit voortvloeit dat een gemeente die een woning wegbestemt gehouden is de betrokkene uit te kopen. Artikel 3.2.3. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) biedt de mogelijkheid om een (persoonsgebonden) overgangsrechtelijke regeling op te nemen in een bestemmingsplan als de raad geen aanleiding ziet om actief over te gaan tot aankoop of onteigening. Hieruit volgt juist dat volstaan kan worden met een regeling voor langdurig gebruik in plaats van uitkoop/onteigening. De gemeente kan de schade volgens de rechtbank dan ook vergoeden door de woning terug te bestemmen al dan niet gecombineerd met persoonsgebonden overgangsrecht.

Status quo
Omdat de bestemmingsplan- en de planschadevergoedingsprocedure nog lopen kan de rechtbank in dit stadium niet vaststellen of de schade inderdaad op deze manier zal worden vergoed. Daarom houdt de rechtbank deze civielrechtelijke procedure aan. Nadat de twee bestuursrechtelijke procedures zijn afgerond zal de rechtbank beoordelen of, en zo ja hoeveel schade eiser nog lijdt. De rechtbank geeft daarmee geen gehoor aan het verzoek van beide partijen om een einduitspraak te doen. De rechtbank had de vorderingen namelijk kunnen afwijzen, omdat in deze procedure niet is komen vast te staan dat schade is geleden.

In plaats daarvan wacht de rechtbank in het kader van finale beslechting tot de bestuursrechtelijke procedures zijn afgerond. Pas daarna zal beoordeeld worden of er nog sprake is van schade. Mijn inschatting is evenwel dat er met betrekking tot zijn eigen perceel geen sprake meer zal zijn van schade en dat de eiser in die zin met lege handen zal staan. Dat lijkt mij ook juist nu hij na het “terugbestemmen” weer verkeert in de oorspronkelijke situatie voor wat betreft zijn eigen perceel. Natuurlijk moet de eiser wel gecompenseerd worden voor de waardevermindering van zijn perceel als gevolg van de bestemming van de omliggende gronden. Als dat correct gebeurt dan zal de civiele claim in deze procedure in mijn optiek uiteindelijk moeten worden afgewezen.

Wilt u meer weten over schade als gevolg van bestemmingsplannen? Neem contact op met Jasper Molenaar, advocaat sectie Overheid & Vastgoed.