1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Vernietiging arbitraal vonnis? Bij twijfel niet oversteken

Vernietiging arbitraal vonnis? Bij twijfel niet oversteken

Ontbindingen van maatschappen, beëindigingen van toelatingen tot ziekenhuizen en tegenwoordig ook opzeggingen van lidmaatschappen van MSB’s: het zijn net echte scheidingen. Het komt dan ook nogal eens voor dat de vertrekkende partij zich niet zonder slag of stoot neer wenst te leggen bij een arbitraal vonnis waarin het onvermijdelijke zijn bevestiging vindt. De voor de hand liggende stap is dan om te proberen het arbitraal vonnis vernietigd te krijgen. Zo’n poging strandt echter nagenoeg alti...
Leestijd 
Auteur artikel Tom van Malssen
Gepubliceerd 07 december 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Ontbindingen van maatschappen, beëindigingen van toelatingen tot ziekenhuizen en tegenwoordig ook opzeggingen van lidmaatschappen van MSB’s: het zijn net echte scheidingen. Het komt dan ook nogal eens voor dat de vertrekkende partij zich niet zonder slag of stoot neer wenst te leggen bij een arbitraal vonnis waarin het onvermijdelijke zijn bevestiging vindt. De voor de hand liggende stap is dan om te proberen het arbitraal vonnis vernietigd te krijgen. Zo’n poging strandt echter nagenoeg altijd – ook als het scheidsgerecht in kwestie fouten heeft gemaakt, zo illustreert een recent vonnis  van de rechtbank Noord-Nederland.

Het beoordelingskader is bekend en overzichtelijk: de burgerlijke rechter dient zich buitengewoon terughoudend op te stellen bij de beantwoording van de vraag of er grond bestaat voor vernietiging van een arbitraal vonnis. Een vernietigingsactie is namelijk - anders dan sommigen wensen te denken - geen verkapt hoger beroep, en een effectieve arbitrale rechtspleging is niet gediend met ondermijningsacties via de achterdeur.

Vandaar dat vernietiging van een arbitraal vonnis slechts mogelijk is op een limitatief aantal gronden, zoals de grond dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden, en de grond dat het arbitraal vonnis niet met redenen is omkleed. Dit laatste is slechts het geval als een motivering geheel ontbreekt, of als wel een motivering is gegeven, maar in die motivering ‘enige steekhoudende verklaring voor de desbetreffende beslissing niet te onderkennen valt’ (HR 9 januari 2004, NJ 2005/190).

In de zaak die voorlag ter beoordeling van de rechtbank Noord-Nederland had de vertrekkende gynaecoloog onder andere gesteld dat het scheidsgerecht buiten zijn opdracht was getreden door te oordelen dat herstel van vertrouwen tussen de ruziënde partijen niet meer mogelijk was. Ter onderbouwing had de gynaecoloog er op gewezen dat het scheidsgerecht ten onrechte had geoordeeld dat het ziekenhuis de stelling van de gynaecoloog had betwist dat één van de overige gynaecologen na een begeleidingstraject op enig moment het vertrouwen had uitgesproken in een voortzetting van de onderlinge samenwerking.

De rechtbank is het met dit laatste punt eens, nu onder ‘schending van de opdracht’ ook kan worden begrepen het afwijken van tussen partijen vaststaande (want door één van partijen niet of onvoldoende betwiste) feiten, en in de processtukken uit de arbitrale procedure geen aanknopingspunten waren te vinden dat het ziekenhuis de stelling van de eisende gynaecoloog daadwerkelijk had betwist. Toch leidt dit niet tot vernietiging. De betreffende overweging was namelijk, aldus de rechtbank, ‘slechts één van de overwegingen’ die het scheidsgerecht ten grondslag had gelegd aan zijn overkoepelende oordeel dat herstel van vertrouwen niet meer mogelijk was. De overige overwegingen konden dat oordeel bovendien  ‘voldoende dragen’.

Ook op een aantal andere punten moet de gynaecoloog het doen met overwinningen die doen denken aan de zeges van koning Pyrrhus van Epirus op de Romeinen. Een overweging ten overvloede van het scheidsgerecht waar de rechtbank kennelijk zo het hare van dacht - ‘wat daar verder ook van zij’ - wordt bijvoorbeeld als niet ‘dragende overweging’ geneutraliseerd. Verder worden over het arbitraal vonnis verspreide motiveringen van één en hetzelfde oordeel door de rechtbank verzameld met de ietwat vileine opmerking dat het de motivering van de arbitrale beslissing ‘ten goede’ zou zijn gekomen als zij door het scheidsgerecht onder één en hetzelfde kopje zouden zijn gepresenteerd. Ter parering van  motiveringsklachten, ten slotte, wordt het scheidsgerecht door de rechtbank een aantal keren geholpen met formuleringen als: ‘de rechtbank begrijpt uit dit oordeel’ of ‘de rechtbank gaat ervan uit dat’ het scheidsgerecht iets zus of zo heeft bedoeld.

De les van deze zaak: mocht u onverhoopt een zakelijke scheidingsprocedure doormaken of hebben doorgemaakt, maak u dan niet al te gauw blij met de dode mus van ongelukkige motiveringen of uitglijders die het onderliggende ijs niet aan het smelten hebben gebracht. Meestal houdt het arbitraal vonnis namelijk gewoon stand. En u moet verder.