Stoelenfabrikant Montis meende dat haar stoelen Charly en Chaplin waren nagemaakt door Goossens met zijn Beat stoel. In kort geding oordeelde de rechter in Amsterdam dat de Beat stoel inbreuk maakte op de auteursrechten van Montis omdat de totaalindrukken te veel overeenstemden. In hoger beroep keerde de zaak zich ten gunste van Goossens.
[caption id="attachment_1285" align="alignright" width="200" caption="Goossens Beat"][/caption]
Het Hof Amsterdam oordeelde dat Montis geen exclusieve rechten op haar Charly en Chaplin stoelen kon doen gelden. Haar modeldepot was namelijk verlopen. En Montis’ auteursrecht op de stoelen was vervallen omdat zij vergeten was de wettelijk vereiste instandhoudingsverklaring te deponeren vóór het einde van de looptijd van het modeldepot. Onder de oude BTMW gold die eis nog. Sedert 1 december 2003 niet meer. Volgens het Hof mocht Goossens de Beat stoel blijven verhandelen.
Montis voerde in cassatie allereerst aan dat haar modelrecht vanaf het begin (intrinsiek) ongeldig was, en daarom geen instandhoudingsverklaring is vereist.
[caption id="attachment_1286" align="alignright" width="200" caption="Montis Chaplin"][/caption]
Montis liet het hier niet bij zitten en ging in cassatie. De Hoge Raad oordeelt nu, dat de intrinsieke ongeldigheid van het modeldepot de eis van de instandhoudingsverklaring niet wegneemt. De wettelijke regel hield in dat die verklaring moet worden gedeponeerd bij het einde van de werking van het depot, op straffe van verval van het auteursrecht. De intrinsieke ongeldigheid van het depot betekent op zichzelf geen einde van het modeldepot. Het modeldepot eindigt namelijk alleen door nietigverklaring, vrijwillige doorhaling of verstrijken van de looptijd. Dus heeft het Hof terecht geoordeeld dat het auteursrecht van Montis is vervallen, omdat er bij het einde van de looptijd van het modeldepot geen instandhoudingsverklaring was gedeponeerd.
Het tweede argument van Montis houdt in dat de eis van de instandhoudingsverklaring in strijd is met artikel 5 lid 2 van de Berner Conventie dat zegt dat er geen formaliteiten mogen gelden voor het kunnen inroepen van een auteursrecht. De eis van de instandhoudingsverklaring is een dergelijke verboden formaliteit (zie de Hoge Raad in het arrest van 26 mei 2000, Casina/Cedeti).
De Hoge Raad verwerpt ook dit argument. De Berner Conventie geldt blijkens artikel 5 lid 1 namelijk alleen voor internationale verhoudingen (zie eerdere HR arrest Vredestein/Ring 65). Artikel 5 lid 2 geeft aldus een minimum beschermingsniveau voor buitenlandse producenten. Het doel daarvan is te voorkomen dat binnenlandse producenten beter worden beschermd dan buitenlandse producenten. Montis is een Nederlandse producent dus het formaliteitenverbod van artikel 5 lid 2 Berner Conventie is op haar niet van toepassing. De eis van de instandhoudingsverklaring, geldt dus wel voor Montis.
In feite betekent dit een (omgekeerde) discriminatie van de Nederlandse producenten ten opzichte van buitenlandse producenten. De genoemde bepalingen van de Berner Conventie en de Grondwet staan niet in de weg aan een dergelijke achterstelling van de eigen onderdanen ten opzicht van buitenlanders. Artikel 5 lid 2 Berner Conventie boogt juist om de nationale wetgevers aan te sporen om in nationale wetten nog bestaande fomaliteitseisen op te heffen. Omdat per 1 december 2003 de eis van de instandhoudingsverklaring inderdaad in de wet is geschrapt is op dat punt dit doel bereikt. Voor Montis was dit te laat. Het is overigens maar de vraag of het Hof een auteursrechtinbreuk aangenomen zou hebben indien het auteursrecht niet vervallen zou zijn. Het Hof vond namelijk heeft de verschillen tussen de stoelen te groot om slaafse nabootsing aan te nemen.
Vervallen auteursrecht op stoelen Charly en Chaplin
Stoelenfabrikant Montis meende dat haar stoelen Charly en Chaplin waren nagemaakt door Goossens met zijn Beat stoel. In kort geding oordeelde de rechter in Amsterdam dat de Beat stoel inbreuk maakte op de auteursrechten van Montis omdat de totaalindrukken te veel overeenstemden. In hoger beroep keerde de zaak zich ten gunste van Goossens. [caption id="attachment_1285" align="alignright" width="200" caption="Goossens Beat"][/caption]Het Hof Amsterdam oordeelde dat Montis geen exclusieve rechte...
Leestijd
Auteur artikel
Jaap Kronenberg (uit dienst)
Gepubliceerd
11 november 2009
Laatst gewijzigd
16 april 2018