Verzamelwet pensioenen 2012: probleem van mogelijk gat in dekking partnerpensioen op risicobasis bij baanwisseling onderkend

De verzekering van het partnerpensioen op risicobasis eindigt op het moment waarop de werknemer uit dienst treedt. Bij baanwisseling vervalt de dekking van het partnerpensioen op risicobasis, in tegenstelling tot het partnerpensioen op opbouwbasis. Als de deelnemer na deze baanwisseling overlijdt, ontvangt de partner dus geen uitkering op basis van de oude pensioenregeling. Deze voor de partner nadelige situatie kan worden tegengegaan door bij de beëindiging van het deelnemerschap een deel van het ouderdomspensioen aan te wenden voor partnerpensioen. Dit wordt ook wel de uitruilmogelijkheid genoemd. Probleem is echter dat de pensioenuitvoerder deze uitruil niet in alle situaties van beëindiging van de deelneming standaard effectueert, terwijl de (gewezen) deelnemer de wettelijke uitruilmogelijkheid (veelal door een gebrek aan informatie) niet benut en er dus een gat in de dekking ontstaat. Het op 4 oktober jl. ingediende wetsvoorstel Verzamelwet pensioenen 2012 biedt de mogelijkheid dit gat in de dekking tegen te gaan door in geval van een partnerpensioen op risicobasis ook bij een baanwisseling uit te (kunnen) gaan van een verplichte uitruil, wanneer de deelnemer heeft nagelaten (negatief) te reageren op het aanbod van de pensioenuitvoerder tot uitruil van het ouderdomspensioen in partnerpensioen.



Het huidige artikel 61 van de Pensioenwet bepaalt dat het ouderdomspensioen kan worden omgezet in partnerpensioen. Deze uitruilmogelijkheid is vooral van belang voor deelnemers in pensioenregelingen (i) zonder partnerpensioen, (ii) met een klein partnerpensioen of (iii) pensioenregelingen met een partnerpensioen op risicobasis dat geen dekking biedt indien de (gewezen) deelnemer overlijdt na de datum uitdiensttreding. Door een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen per de datum uitdiensttreding in te ruilen voor partnerpensioen kan de partner bij overlijden na einde deelneming toch aanspraak maken op partnerpensioen. Deze uitruilmogelijkheid komt een deelnemer toe (1) bij beëindiging van het deelnemerschap (bijvoorbeeld door een baanwisseling) en (2) met ingang van de datum van het ouderdomspensioen. Als de pensioenovereenkomst niet voorziet in partnerpensioen na pensionering (bijvoorbeeld bij een partnerpensioen op risicobasis) is de pensioenuitvoerder verplicht tot uitruil over te gaan, wanneer de (gewezen) deelnemer niet of niet tijdig heeft gereageerd op het keuzeaanbod in het laatste jaar voor pensionering. Dit vloeit voort uit het bepaalde in lid 7 van artikel 61 PW. Met andere woorden: geen reactie leidt dan tot actie. Deze verplichte uitruil (bij een niet-tijdige afwijzing van de uitruil) geldt nu nog enkel in de situatie waarin een uitruilaanbod wordt gedaan in het laatste jaar vóór ingang van het ouderdomspensioen en dus (veelal) níet in de situatie van een baanwisseling. Het wetsvoorstel brengt hierin een uitbreiding aan. Voortaan kan in het pensioenreglement opgenomen worden dat de verplichte uitruil tevens geldt bij het uitblijven van een afwijzing op het uitruilaanbod in het kader van een beëindiging van het deelnemerschap, dus (bijvoorbeeld) bij een baanwisseling. Sociale partners zullen er dan voor moeten zorgen dat deze verruimde, verplichte uitruiltoepassing zijn beslag gaat krijgen in de pensioenregelingen.

Het voorgaande lijkt mij een terechte wetswijziging. Het gat in de dekking bij een partnerpensioen op risicobasis doet zich immers voor bij een beëindiging van de deelneming, dus (veelal) ook bij een baanwisseling. U zult via dit kennisportal op de hoogte worden gesteld, zodra dit wetsvoorstel wordt aangenomen.