Voorschriften uit het Bouwbesluit maken geen deel uit van de toetsingsgronden voor een Drank- en Horecavergunning

Het niet voldoen aan voorschriften uit het Bouwbesluit is geen reden om een aanvraag Drank- en Horecavergunning te weigeren of om een vergunning in te trekken. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de verwijzing in de Drank- en Horeca wet- en regelgeving naar het Bouwbesluit enkel is opgenomen om duidelijk te maken dat naast de sociaalhygiënische eisen tevens moet worden voldaan aan de eisen gesteld in het Bouwbesluit.

Drank- en Horecavergunning
Een aanvraag voor een Drank- en Horecavergunning wordt getoetst aan de eisen zoals gesteld in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. Artikel 2 van voornoemd besluit bepaalt dat het horecabedrijf, onverminderd het Bouwbesluit 2012, moet voldoen aan de in artikelen 3 tot en met 7 vervatte bepalingen. Deze artikelen hebben betrekking op de oppervlakte en de  aanwezigheid van ventilatie, elektriciteit, drinkwater en toiletten. Het vorenstaande leidt tot de vraag of bij de toetsing van een aanvraag om een Drank- en Horecavergunning ook getoetst moet worden aan het Bouwbesluit. De Afdeling beantwoordt die vraag ontkennend.

Afdeling
De Afdeling oordeelt dat de (isolatie)voorschriften uit het Bouwbesluit géén deel uitmaken van de toetsingsgronden voor de aanvraag van een Drank- en Horecavergunning. De Afdeling overweegt daartoe dat uit artikel 2 van het besluit en de Nota van Toelichting niet volgt dat onder de eisen mede het voldoen aan het Bouwbesluit moet worden begrepen. De verwijzing naar het Bouwbesluit met het woord “onverminderd” is slechts opgenomen om duidelijk te maken dat naast de sociaalhygiënische eisen binnen een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend tevens moet voldoen aan de eisen gesteld in het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit is derhalve geen toetsingsgrond voor de Drank- en Horecavergunning.