1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Weer uitspraak over verlaagd overdrachtsbelastingtarief

Weer uitspraak over verlaagd overdrachtsbelastingtarief

In vervolg op mijn eerdere artikelen (verlaagd overdrachtsbelasting) over de verlaging van overdrachtsbelasting voor woningen, behandel ik in dit artikel de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 oktober jl. (nr AWB 13/7430 RBZWB:2014:7471).De casus is als volgt:X is eigenaar van een onroerende zaak, die op grond van het bestemmingsplan de bestemming heeft als “agrarisch bouwblok” en waarvan de bestemming gewijzigd zal worden in “burgerwoning”. X dient bij de gemeente Gilze en...
Leestijd 
Auteur artikel Anouk Bisseling
Gepubliceerd 04 december 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In vervolg op mijn eerdere artikelen (verlaagd overdrachtsbelasting) over de verlaging van overdrachtsbelasting voor woningen, behandel ik in dit artikel de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 oktober jl. (nr AWB 13/7430 RBZWB:2014:7471).

De casus is als volgt:

X is eigenaar van een onroerende zaak, die op grond van het bestemmingsplan de bestemming heeft als “agrarisch bouwblok” en waarvan de bestemming gewijzigd zal worden in “burgerwoning”. X dient bij de gemeente Gilze en Rijen een principeverzoek in voor een tijdelijke vrijstelling (voor maximaal 5 jaar) om de onroerende zaak te gebruiken als kantoor. De gemeente verleent de vrijstelling per 1 april 2009.

X sluit ter zake van de onroerende zaak een huurovereenkomst per 1 april 2009, waarbij het gehuurde wordt omschreven als ”bedrijfsruimte”. Het gehuurde zal volgens de huurovereenkomst alleen bestemd worden om te gebruiken als kantoorruimte. Verhuurder zorgt voor de benodigde verbouwing van woning tot bedrijfsruimte. De voorzieningen voor (onder andere) badkamer en keuken zijn in voorbereiding gebleven zodat op eenvoudige wijze de woonfunctie hersteld kan worden.

In 2010 wordt de onroerende zaak aan Y geleverd. In 2013 wordt de onroerende zaak terug geleverd aan X. X is van mening dat hij het verlaagde tarief van 2% overdrachtsbelasting verschuldigd is, aangezien hij, gelet op het huidige bestemmingsplan, een woning verkrijgt, waarvoor slechts een tijdelijke vrijstelling is verleend.

De rechtbank is het hier niet mee eens. De onroerende zaak is na de verbouwing naar zijn aard niet meer bestemd voor bewoning. Daar komt bij dat de gemeente aan de onroerende zaak geen woonbestemming heeft gegeven, nu op het moment van levering de vrijstelling gold. Gelet hierop kan de onroerende zaak niet als woning worden aangemerkt en is het verlaagde overdrachtsbelastingtarief niet van toepassing. Aangezien de situatie beoordeeld moet worden naar het moment van levering, maakt het niet uit dat de onroerende zaak op eenvoudige wijze weer geschikt gemaakt kan worden voor bewoning en dat het zakelijk gebruik en de zakelijke bestemming in de toekomst onzeker zijn.