De Raad van State heeft zich gebogen over de weigering van een ontgrondingsvergunning wegens strijd met het bestemmingsplan. Provincie (Fryslân) en gemeente hadden zich echter verkeken op het aanlegvergunningenstelsel in het bestemmingsplan.
Feiten
In verband met de geluidhinder van de rijksweg A31 heeft GrondNet op percelen behorend bij een recreatiepark een geluidswal aangelegd. Voor de aanleg van een geluidswal was in 2008 al een aanlegvergunning verleend. In 2012 constateerde de provincie dat de geluidswal groter was geworden dan vergund, en ontstond het vermoeden dat onder en nabij de geluidswal ontgrondingen hadden plaatsgevonden, zonder ontgrondingsvergunning. De provincie heeft vervolgens handhavend opgetreden, omdat GrondNet niet beschikte over een ontgrondingsvergunning.
GrondNet heeft vervolgens alsnog een ontgrondingsvergunning aangevraagd. De aanvraag zag primair op het ontgronden van de percelen tot 1,5 meter diep en secundair op het ontgronden van de percelen tot 0,5 meter diep. De provincie heeft deze vergunning geweigerd op grond van artikel 10, zesde lid, van de Ontgrondingenwet wegens strijd met het bestemmingsplan. Tegen de weigering heeft GrondNet beroep ingesteld. Het beroep was beperkt tot de weigering van een vergunning voor een ontgronding van 0,5 meter diep.
Noodzaak ontgrondingsvergunning
GrondNet betoogde primair dat ter plaatse van de percelen vóór de aanleg van de geluidswal geen sprake was van een ontgronding omdat de afgegraven grond deel uitmaakte van een al uitgevoerde verhoging van het gehele terrein.
De Raad van State stelt voorop dat het op grond van artikel 3, eerste lid, van de Ontgrondingenwet, verboden is om zonder vergunning te ontgronden. Nu op de percelen tot 0,5 meter is afgegraven is sprake van een ontgronding. Hiervoor was een ontgrondingsvergunning vereist.
Strijd met een ruimtelijk besluit?
GrondNet betoogde verder dat de weigering van de ontgrondingsvergunning ten onrechte was gebaseerd op de vermeende strijdigheid met het geldende bestemmingsplan uit 2011, en dat is miskend dat op grond van het bestemmingsplan uit 1977 (hierna: het bestemmingsplan 1977) geen aanlegvergunning was vereist. Verder is volgens GrondNet voor het afgraven tot een halve meter diep op grond van het geldende bestemmingsplan geen omgevingsvergunning nodig.
De Raad van State overweegt dat op grond van artikel 10, zesde lid, van de Ontgrondingenwet, een vergunning niet wordt verleend als de beoogde ontgronding in strijd is met een ruimtelijk besluit, tenzij die strijd naar verwachting zal worden opgeheven.
Toen het afgraven van de percelen tot 0,5 meter diep is uitgevoerd en afgerond was het bestemmingsplan 1977 van toepassing. In artikel 7 van het bestemmingsplan 1977 was een algemeen aanlegvergunningstelsel opgenomen. Op grond van het eerste lid, onder b, is het ontgronden, ophogen en egaliseren van gronden met een hoogteverschil van 50 centimeter als gevolg zonder aanlegvergunning verboden. Dit betekent dat de werkzaamheden op de percelen waarbij tot 0,5 meter diep werd afgegraven op grond van het bestemmingsplan 1977 waren toegestaan. De ontgrondingswerkzaamheden waren dus niet in strijd met het toen geldende bestemmingsplan.
Aanlegvergunning niet relevant voor beoordeling strijd met het bestemmingsplan
De gemeente, die op grond van artikel 10 lid 2 van de Ontgrondingenwet meedeelt of de beoogde ontgronding in overeenstemming is met het bestemmingsplan, kwam nog met het argument dat de bewuste planregel in dit geval niet meer van toepassing was omdat voor de percelen in het verleden al een aanlegvergunning voor het aanleggen van de geluidswal was verleend. De Afdeling maakt hier korte metten mee: deze zaak gaat alleen over het afgraven tot 0,5 meter diep en over de vraag of er ruimtelijke besluiten zijn die aan een ontgrondingsvergunning daarvoor in de weg staan. Voor het antwoord op die vraag is de verleende aanlegvergunning niet relevant omdat een aanlegvergunning de toepasselijkheid van het bestemmingsplan onverlet laat. Het verlenen van een aanlegvergunning, dan wel de vraag of de wal in overeenstemming met de aanlegvergunning is gerealiseerd, ligt in deze procedure niet voor.
De provincie én de gemeente hadden dan ook miskend dat de werkzaamheden waarvoor de vergunning is aangevraagd ten tijde van de uitvoering ervan niet in strijd waren met het bestemmingsplan 1977. Artikel 10, zesde lid, van de Ontgrondingenwet staat dus niet aan die werkzaamheden in de weg.
Vanwege belangen van derden voorziet Raad van State niet zelf in de zaak
De weigering van de vergunning wordt dan ook vernietigd. GrondNet had de Raad van State gevraagd om zelf in de zaak te voorzien, door toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb. De Raad van State gaat echter niet over tot vergunningverlening omdat niet is uitgesloten dat derdebelanghebbenden daardoor in hun belangen zouden kunnen worden geschaad. Bovendien heeft de provincie ter zitting medegedeeld dat hoewel geen andere gronden voor het weigeren van de vergunning zijn te verwachten, bij een nieuw te nemen besluit op de aanvraag moet worden bezien of voorschriften aan een vergunning moeten worden verbonden.
Commentaar
De aanleg van deze geluidswal ligt kennelijk erg gevoelig. Zo loopt ook nog een procedure over een strafrechtelijk verhaalsbeslag ter ontneming van het als gevolg van de ontgronding wederrechtelijk verkregen voordeel.
Heeft u vragen over het verlenen van een ontgrondingsvergunning? Belt of mailt u met Hanna Zeilmaker, advocaat overheid vastgoed bij Dirkzwager.
Weigering ontgrondingsvergunning vernietigd
De Raad van State heeft zich gebogen over de weigering van een ontgrondingsvergunning wegens strijd met het bestemmingsplan. Provincie (Fryslân) en gemeente hadden zich echter verkeken op het aanlegvergunningenstelsel in het bestemmingsplan.FeitenIn verband met de geluidhinder van de rijksweg A31 heeft GrondNet op percelen behorend bij een recreatiepark een geluidswal aangelegd. Voor de aanleg van een geluidswal was in 2008 al een aanlegvergunning verleend. In 2012 constateerde de provincie d...
Leestijd
Auteur artikel
Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd
24 november 2016
Laatst gewijzigd
16 april 2018