1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Werkgeversaansprakelijkheid voor (letsel)schade van werknemers:

Werkgeversaansprakelijkheid voor (letsel)schade van werknemers:

Op het gebied van de aansprakelijkheid van de werkgever op basis van de artikelen 7:658 BW (aansprakelijkheid van de werkgever) en 7:611 BW (goed werkgeverschap) wordt al jarenlang veel geprocedeerd (zie voor de verschillen tussen die artikelen een ander artikel op deze kennispagina). Tussen de uitersten van (voor de werknemer en ook voor de werkgever) onbekende gevaren en zeer voor de hand liggende gevaren (en ook tussen de uitersten van eenvoudige, ongevaarlijke werkzaamheden en bijvoorbeel...
Leestijd 
Auteur artikel Mascha Timpert-de Vries (uit dienst)
Gepubliceerd 20 december 2009
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op het gebied van de aansprakelijkheid van de werkgever op basis van de artikelen 7:658 BW (aansprakelijkheid van de werkgever) en 7:611 BW (goed werkgeverschap) wordt al jarenlang veel geprocedeerd (zie voor de verschillen tussen die artikelen een ander artikel op deze kennispagina). Tussen de uitersten van (voor de werknemer en ook voor de werkgever) onbekende gevaren en zeer voor de hand liggende gevaren (en ook tussen de uitersten van eenvoudige, ongevaarlijke werkzaamheden en bijvoorbeeld het werken met gevaarlijke gereedschappen of materialen) ligt een ruim gebied waarbinnen uiteenlopende situaties denkbaar zijn. Dit leidt tot diverse discussies tussen werknemers en werknemers, en tot veel procedures en rechtspraak. Valt hierin een lijn te ontdekken ten gunste van de werkgever of ten gunste van de werknemer?

Vergelijking 42 uitspraken in juli 2007 t/m juli 2008

In de periode vanaf juli 2007 t/m juli 2008 zijn 42 uitspraken vergeleken (zie meer uitgebreid 'Stelplicht en bewijslastverdeling bij arbeidsongevallen en beroepsziekten. Een overzicht van recente rechtspraak' TvA 2008, p. 107-137, afl. 3) terzake van de volgende 5 categorieën, namelijk

1. de ‘klassieke arbeidsongevallen’, zoals val- en glijpartijen en beknellingen

2. overbelasting waaronder RSI/CANS, OPS en longziekten

3. asbest

4. artikel 7:658 lid 4 BW, en

5. artikel 7:611 BW

De betreffende 42 uitspraken bestaan uit:

- 10 arresten van de Hoge Raad

- 17 arresten van gerechtshoven

- 1 vonnis van een rechtbank (sector civiel), en

- 14 vonnissen van kantonrechters

(Ongeveer) 50-50?

Van de 42 uitspraken vielen er 16 ten gunste van de werknemer uit en 17 uitspraken ten gunste van de werkgever (in de resterende 9 uitspraken is dat nog onbekend, in die zaken zijn bewijsopdrachten gegeven).

Per soort zaak (klassiek arbeidsongeval, beroepsziekten, asbest, artikel 7:658 lid 4 BW en artikel 7:611 BW) vallen wel kleine verschillen te constateren, namelijk:

-    De asbestzaken vielen voornamelijk ten gunste van de werkgever uit (omdat deze voornamelijk strandden op het primaire verweer dat de vordering was verjaard).

-    De kort-geding rechtspraak over artikel 7:658 lid 4 BW (de inlener of ‘materieel werkgever’) viel juist meer ten gunste van de werkgever uit (terwijl bij het bezien van de overige rechtspraak over artikel 7:658 lid 4 BW, de successen van de werkgevers en de werknemers weer nagenoeg gelijk waren).

-    Beslissingen die op het eerste gezicht in het voordeel van de werknemer lijken te zijn, zouden achteraf wel eens minder gunstig voor de werknemer kunnen uitvallen. Als voorbeeld valt te noemen het snel aannemen bij klassieke arbeidsongevallen dat schade is geleden in de uitoefening van de werkzaamheden. Dit lijkt op het eerste gezicht gunstig voor de werknemer, maar is dat uiteindelijk vaak niet (namelijk indien aan het eind van de rit bij de schadevaststelling blijkt dat de schade dusdanig beperkt is, dat partijen zich de kosten en moeite van de procedure hadden kunnen en willen besparen door de zaak in der minne te regelen).

-    Bij beroepsziekten komt het belang van de bewijslastverdeling het meest naar voren: bij dergelijke zaken wordt 30% vaker dan bij klassieke arbeidsongevallen een bewijsopdracht gegeven. Dit lijkt weer ten nadele van de werknemer uit te vallen, aangezien er doorgaans bewijsopdrachten aan de werknemer worden gegeven terzake van de vraag of de gestelde klachten een gevolg zijn van de werkzaamheden. Uit de rechtspraak komt naar voren dat het voor een werknemer niet altijd eenvoudig is om dat aan te tonen.

Conclusie en nuance

Bij voornoemde vergelijking en conclusie over het gelijkelijk verdeeld zijn van positie resultaten voor werknemers en werkgevers, past een nuance. Om verdergaande conclusies te kunnen trekken zal de rechtspraak op dit gebied van meerdere jaren beoordeeld dienen te worden. De uitkomsten van de uitspraken zijn immers sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval en van de mate waarin partijen hun stellingen hebben onderbouwd.

Over dit onderwerp is zoals gezegd uitgebreider gepubliceerd in het artikel 'Stelplicht en bewijslastverdeling bij arbeidsongevallen en beroepsziekten. Een overzicht van recente rechtspraak' TvA 2008, p. 107-137 (afl. 3).