Eerder werd op deze site bericht over het nieuwe wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Inmiddels heeft minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie de wetsvoorstellen zorg- en affectieschade losgekoppeld en alleen het wetsvoorstel affectieschade bij de Tweede Kamer ingediend. Over het wetsvoorstel zorgschade gaat de minister in gesprek met de branche.
Het wetsvoorstel affectieschade geldt voor nabestaanden van slachtoffers die zijn overleden en voor naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, zoals bijvoorbeeld een verkeersongeluk, een medische fout, een bedrijfsongeval of een geweldsmisdrijf.
Vergoeding van affectieschade kan aan nabestaanden en naasten erkenning, genoegdoening en hulp bij de verwerking bieden. Ten opzichte van andere Europese landen loopt Nederland achter met een regeling voor de vergoeding van affectieschade. In vrijwel alle Europese landen bestaan reeds mogelijkheden daarvoor.
In het wetsvoorstel is gekozen voor een regeling met vaste bedragen per categorie en een vaste kring van gerechtigden: de partner van het slachtoffer, zijn kinderen en ouders. Voorts is er een hardheidsclausule opgenomen die onder uitzonderlijke omstandigheden een recht op vergoeding van affectieschade toekent aan een persoon die niet tot de ‘vaste kring’ van gerechtigden behoort, maar ten tijde van de gebeurtenis in een zodanige nauwe persoonlijke betrekking tot de overledene stond, dat hij als naaste kan worden aangemerkt. De vergoeding varieert van € 12.500,-- tot € 20.000,-- en dient te worden voldaan door de partij die aansprakelijk is voor de gebeurtenis.
In het wetsvoorstel gaat de minister nader in op het begrip ‘nauwe persoonlijke betrekking’.
Voor het aannemen van een nauwe persoonlijke betrekking dient een hechte affectieve relatie te worden aangetoond. Niet de formele maar de feitelijke verhouding is daarbij beslissend. De omstandigheden van het geval zijn bepalend. Factoren van belang zijn onder meer de intensiteit, de aard en de duur van de relatie. Hoewel het telkens gaat om aspecten van de relatie ten tijde van de gebeurtenis, kan, omdat hier niet de formele maar de feitelijke verhouding relevant is, bij ernstig en blijvend letsel ook betekenis worden toegekend aan de (te verwachten) bestendigheid van de relatie in de toekomst en de invloed die de gebeurtenis daarop heeft.
Als criterium voor ernstig en blijvend letsel gaat de minister uit van een blijvende functiestoornis van 70% of meer. Ernstig en blijvend letsel zal moeten worden aangetoond door degene die een beroep op vergoeding van affectieschade doet, hetgeen tevens meebrengt dat het in de praktijk zal gaan om medisch objectiveerbare letsels. Niet het leed is doorslaggevend, maar het letsel van de gekwetste. Bij grensgevallen zal op basis van beschikbare medische gegevens of op basis van een nader medische deskundigenrapportage het ernstige en blijvende letsel moeten worden aangetoond. Het genoemde percentage zal niet in alle gevallen doorslaggevend zijn. Naast de functiestoornis is ook de invloed die het letsel heeft op het leven van de gekwetste en de naaste een factor van belang.
In het wetsvoorstel staat verder vermeld dat alle weren die tegen het slachtoffer kunnen worden ingeroepen ook tegen de naaste kunnen worden ingeroepen. Fouten van het slachtoffer zelf die mede oorzaak zijn van het letsel, bijvoorbeeld het niet dragen van een gordel of helm, worden meegewogen bij de vraag in hoeverre vergoeding van affectieschade aan de naaste op haar plaats is. De eventuele medeschuld van de naaste aan het letsel in diens relatie tot de aansprakelijke persoon, kan als ‘eigen schuld’ in de zin van artikel 6:101 BW worden aangemerkt. De billijkheidscorrectie van artikel 6:101, eerste lid, BW kan er toe leiden dat met de eigen schuld van de gekwetste niet of in mindere mate rekening wordt gehouden. Is dit het geval, dan werkt de billijkheidscorrectie eveneens door in de vordering vergoeding van affectieschade. De naaste deelt in de bescherming die de gekwetste aan artikel 6:101 BW ontleent. Een voorbeeld hiervan is de in de jurisprudentie van de Hoge Raad ontwikkelde 100%- en 50%-regel in het verkeersaansprakelijkheidsrecht.
Het wetsvoorstel maakt het tevens mogelijk dat nabestaanden en naasten zich in het geval van een misdrijf met hun vordering tot vergoeding van affectieschade kunnen voegen in het strafproces.
Wetsvoorstel affectieschade naar Tweede Kamer
Eerder werd op deze site bericht over het nieuwe wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Inmiddels heeft minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie de wetsvoorstellen zorg- en affectieschade losgekoppeld en alleen het wetsvoorstel affectieschade bij de Tweede Kamer ingediend. Over het wetsvoorstel zorgschade gaat de minister in gesprek met de branche.Het wetsvoorstel affectieschade geldt voor nabestaanden van slachtoffers die zijn overleden en voor naasten van slachtoffe...
Leestijd
Auteur artikel
Dirkzwager
Gepubliceerd
13 augustus 2015
Laatst gewijzigd
16 april 2018