1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wiebes presenteert oplossingsrichtingen pensioen in eigen beheer (1)

Wiebes presenteert oplossingsrichtingen pensioen in eigen beheer

In eerdere bijdragen op dit kennisportal is stilgestaan bij diverse knelpunten rondom pensioen in eigen beheer. Bij brief van 1 juli 2015 heeft staatssecretaris van Financiën Wiebes twee oplossingsrichtingen voor pensioen in eigen beheer uitgewerkt. Mogen we hieruit afleiden dat het pensioen in eigen beheer binnenkort afgeschaft gaat worden?Uitgangspunt oplossingsrichtingenBij de oplossingen die de staatssecretaris voorstelt zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:-        een vereenvoudig...
Leestijd 
Auteur artikel Frédérique Hoppers
Gepubliceerd 03 juli 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In eerdere bijdragen op dit kennisportal is stilgestaan bij diverse knelpunten rondom pensioen in eigen beheer. Bij brief van 1 juli 2015 heeft staatssecretaris van Financiën Wiebes twee oplossingsrichtingen voor pensioen in eigen beheer uitgewerkt. Mogen we hieruit afleiden dat het pensioen in eigen beheer binnenkort afgeschaft gaat worden?

Uitgangspunt oplossingsrichtingen

Bij de oplossingen die de staatssecretaris voorstelt zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

-        een vereenvoudiging van de uitvoering van de pensioenopbouw in eigen beheer;

-        de door de DGA ingelegde middelen moeten beschikbaar kunnen blijven voor de financiering van de eigen onderneming;

-        er moet een alternatief gecreëerd worden om voorzieningen te treffen voor potentiële nabestaanden;

-        de nieuwe regeling moet budgetneutraal worden vormgegeven.

De twee oplossingsrichtingen worden aangeduid met de termen ‘oudedagsbestemmingsreserve’ (OBR) en ‘beschikbare premieregeling met vast oprentingspercentage’.

OBR

Kort gezegd komt deze variant erop neer dat de DGA jaarlijks vrij van vennootschapsbelasting een deel van de winst mag reserveren voor zijn oude dag. Daarbij heeft de vennootschap ten opzichte van de DGA niet de afdwingbare verplichting om de reserve om te zetten in een oudedagvoorziening voor de DGA. Wordt hiervoor wèl gekozen, dan moet het gereserveerde bedrag gebruikt worden voor het extern bedingen van een lijfrente voor de DGA of voor gelijkmatige uitkeringen door de vennootschap in 20 jaar. Met deze laatste aanwendingsmogelijkheid is het probleem getackeld dat de DGA vanwege een tekort aan liquide middelen niet in staat is om in één keer een bedrag extern af te storten.

Kenmerkend aan deze OBR is dat voor de DGA in de opbouwfase nog geen juridische rechten ontstaan. Dat is gelijk ook de keerzijde van de OBR voor de DGA en diens partner. Hun positie is immers minder sterk in vergelijking tot het huidige systeem van pensioenopbouw  in eigen beheer. Daar staat tegenover dat voor de vennootschap meer flexibiliteit bestaat, nu de middelen nog steeds kunnen worden aangewend voor het drijven van de onderneming.

Beschikbare premieregeling met vast oprentingspercentage

Deze variant wordt ook wel aangeduid met de term ‘oudedagsparen in eigen beheer’. Deze variant heeft de voorkeur van Wiebes, omdat hierbij de meeste knelpunten zouden worden opgelost. Deze variant houdt in dat de DGA jaarlijks zelf mag besluiten of en hoeveel loon hij voor de oude dag opzij zet binnen de eigen vennootschap. Er is sprake van een juridisch afdwingbaar recht van de DGA op het opzij gelegde geld. Dit betreft een variant op de huidige beschikbare premieregeling, omdat jaarlijks wordt opgewaardeerd op basis van de marktrente in plaats van de werkelijk behaalde rendementen. Daarmee is gelijk een belangrijk knelpunt weggenomen, omdat door die oprenting de commerciële waarde volgens Wiebes hoogstwaarschijnlijk gelijk is aan de fiscale waarde. Zoals in eerdere bijdragen toegelicht, is bij het huidige pensioen in eigen beheer een belangrijk knelpunt het grote verschil tussen de commerciële waarde en de fiscale waarde. Onder andere in geval van een dividenduitkering en bij echtscheiding wordt dit verschil pijnlijk duidelijk.

Wat gebeurt er bij deze variant van oudedagsparen op het moment dat de DGA met pensioen gaat? In dat geval kan de DGA van het gespaarde bedrag een lijfrente aankopen of mag hij de pensioenpot in 20 jaar gelijkmatig door zijn vennootschap laten uitbetalen.

Afschaffing pensioen in eigen beheer?

Wiebes merkt in zijn brief op dat de Belastingdienst heeft vastgesteld dat de DGA momenteel nog maar weinig pensioenverplichtingen in eigen beheer aangaat en dat bij bestaande pensioenverplichtingen in eigen beheer in het merendeel van de gevallen niet meer gedoteerd wordt. Er wordt gesuggereerd een uitfasering van het pensioen in eigen beheer in de afweging mee te nemen, mits die begeleid wordt door een aantrekkelijke overgangsregeling. Wiebes heeft aan de Kamer de vraag voorgelegd of er prijs wordt gesteld op een nadere uitwerking van een dergelijke route. Er bestaan dus nog geen concrete plannen richting de afschaffing van het pensioen in eigen beheer, maar op de langere termijn valt dit zeker niet uit te sluiten. Wellicht dat het pensioen in eigen beheer vanzelf op zijn retour gaat indien de voorgestelde oplossingsrichtingen in de praktijk daadwerkelijk de geconstateerde knelpunten gaan wegnemen.