WOB: voldaan aan de onderzoeksplicht

Als een bestuursorgaan, na onderzoek, geloofwaardig stelt dat een bepaald document niet (meer) bij hem berust, is het aan de verzoeker om aannemelijk te maken dat dit document toch bij het bestuursorgaan aanwezig is.



In de eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 30 september 2009 in zaak nr. 200809495/1/H3 en 8 oktober 2003 in zaak nr. 200301830/1, overwoog de Afdeling dat, voor zover openbaarmaking wordt verzocht van documenten die niet bij het bestuursorgaan berusten, maar wel bij het bestuursorgaan hadden behoren te berusten, van dit bestuursorgaan mag worden verwacht dat het al het redelijkerwijs mogelijke doet om de verzochte documenten alsnog te achterhalen.

In een geval dat leidde tot de uitspraak van de Afdeling van 8 september 2010 (LJN: BN6188) had de verzoeker verzocht om afschriften van alle documenten die betrekking hebben op een demonstratie te Amsterdam. De korpsbeheerder heeft dit verzoek afgewezen en daarbij gemotiveerd aangegeven  dat na onderzoek is gebleken dat de documenten,  niet bij hem aanwezig zijn, terwijl dat wel het geval had moeten zijn en de beelden ook niet zijn vernietigd.

De Afdeling is van oordeel dat de korpsbeheerder in dit geval heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht. Hij heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij zich heeft ingespannen om de gegevens terug te vinden. Volgens de Afdeling gaat de inspanningsverplichting van de korpsbeheerder in dit geval niet zo ver dat hij ook verplicht zou zijn om de beelden (weer) op te vragen bij een derde, indien die mogelijk nog wel over de beelden zou beschikken.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Maarten Baneke.