De Verordening heeft grote gevolgen voor eenieder die voedsel levert aan ‘grote cateraars’ en consumenten (‘eindverbruikers’). In de Verordening wordt geregeld welke informatie bij die voedselleveringen verplicht moet worden verstrekt, en aan welke eisen die verplichte informatie (en ook de op vrijwillige basis verstrekte informatie) moet voldoen. Op hoofdlijnen bezien, ziet deze informatie op de naam en herkomst van het levensmiddel, de samenstelling (waaronder de eventuele aanwezigheid van allergenen en intoleranties), en op gebruiksvoorschriften en -waarschuwingen.
De Voedselinformatie-Verordening past binnen het streven van de EU om een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken. De EU vindt het vrije verkeer van veilig en gezond voedsel belangrijk voor de interne markt. Ook vindt de EU dat consumenten, ter bescherming van hun gezondheid, in staat gesteld moeten worden om een geïnformeerde beslissing te nemen over levensmiddelen die zij zouden willen nuttigen. In de ‘Algemene levensmiddelenverordening’ 178/2002 (ook wel ‘ALV’, ‘General Food Law’ of ‘GFL’ genoemd) is in artikel 5 lid 1 deze ratio dat de consument in staat gesteld wordt met kennis van zaken keuzes te maken ten aanzien van consumptiebeslissingen, ook terug te vinden.
De Voedselinformatie-Verordening geeft specifieke voorschriften voor de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten. Maar zoals uit het navolgende zal blijken, zijn niet alle keuzes die in de Verordening zijn gemaakt, even goed verklaarbaar vanuit deze ratio.
Overigens is de Voedselinformatie-Verordening geen allesomvattende regeling; andere regelgeving (op Europees en nationaal niveau) is en blijft van belang. In Nederland geldt dat voor het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen (hierna: ‘het Warenwetbesluit’ of ‘WIL’), dat tevens per 13 december 2014 in werking treedt.
Op de kennispagina’s van onze secties aansprakelijkheid, schade & verzekering en ondernemingsrecht zijn diverse artikelen geplaatst over deze verordening. In dit eBook zijn die artikelen van Mascha Timpert-de Vries en Charlotte Raaimakers gebundeld, en worden enkele onderwerpen verder uitgediept.