Witte mappen
Het coronavirus en Duits recht: gevolgen voor ondernemers

Is het mogelijk om vanwege het coronavirus/COVID-19 een reeds gesloten overeenkomst te ontbinden?

Op dit moment heerst bij veel ondernemers grote onzekerheid met betrekking tot reeds gesloten overeenkomsten.

Daarbij blijft de vraag vaak onbeantwoord of een medecontractant vanwege het coronavirus/COVID-19 nu de mogelijkheid heeft een overeenkomst te ontbinden, dan wel of de ondernemer zelf een overeenkomst kan ontbinden.

In principe is hierbij natuurlijk de reden waarom ontbinding van de overeenkomst zou moeten plaatsvinden, en om wat voor een overeenkomst het gaat, bepalend.

Verder is het belangrijk om de voorwaarden waarop de overeenkomst is gesloten, nauwkeurig te onderzoeken. Contractueel overeengekomen voorwaarden hebben altijd voorrang boven de wettelijke voorschriften. Er moet echter ook gecontroleerd worden of de contractuele bepalingen werking hebben. Vaak kan niet alleen dat wat als 'algemene voorwaarden' (Allgemeine Geschäftsbedingungen, AGB) wordt betiteld als zodanig gekwalificeerd worden, maar kunnen ook andere typen overeenkomsten, zoals arbeids- en huurovereenkomsten, zo worden gekwalificeerd. In dat geval dienen al deze overeenkomsten aan een AGB-controle te worden onderworpen. Wanneer gebleken is dat deze inderdaad werking hebben, dient te worden gecontroleerd of de overeenkomst een mogelijkheid tot ontbinding van de overeenkomst in het geval van overmacht bevat, of andere bepalingen die een voortijdige ontbinding van de overeenkomst toestaan.

Indien dit niet het geval is en er geen afstand is gedaan van relevante wettelijke voorschriften, dan zijn deze toepasbaar.

Hierbij valt te denken aan het recht op opzegging (Rücktritt) en bij duurovereenkomsten aan een buitengewoon recht van beëindiging (Kündigung).

1. Recht op opzegging (Rücktritt)

a. Onmogelijkheid

Er kan een recht op opzegging (Rücktritt) bestaan, wanneer op grond van het coronavirus/COVID-19 sprake is van opheffing van de verplichting tot prestatie wegens onmogelijkheid. Dit is het geval wanneer het voor eenieder onmogelijk is om de prestatie te verrichten, het verrichten van de prestatie onevenredig veel inspanning vergt, of de schuldenaar een prestatie persoonlijk moet verrichten en dit niet van hem gevergd kan worden.

Bij het afzeggen van een evenement op grond van een instructie van overheidswege kan naar alle waarschijnlijkheid ervan uitgegaan worden dat er sprake is van onmogelijkheid. Het is dan voor de organisator immers om redenen die geen betrekking hebben op zijn persoon, niet meer mogelijk het evenement ten uitvoer te brengen. De uitvoering van het evenement zou voor iedereen onmogelijk zijn. Daarom bestaat voor dergelijke gevallen een opzeggingsrecht. Het rechtsgevolg hiervan is dat de overeenkomst ongedaan moet worden gemaakt.

b. Stoornis in de grondslag van de overeenkomst

Een opzeggingsrecht (Rücktrittsrecht) kan ook bestaan wanneer door het optreden van het coronavirus/COVID-19 een stoornis in de grondslag van de overeenkomst is ontstaan - en de overeenkomst niet aanpasbaar is. Van een stoornis in de grondslag van de overeenkomst is sprake wanneer omstandigheden die tot grondslag van de overeenkomst zijn geworden, na het sluiten van de overeenkomst in serieuze mate gewijzigd zijn en de partijen de overeenkomst niet zo, of met een andere inhoud gesloten zouden hebben, wanneer ze deze wijziging hadden voorzien. Hieruit blijkt dat de grondslag van de overeenkomst is gebaseerd op de inzichten van beide partijen. Wanneer de inzichten van slechts een partij gestoord zijn, kan geen sprake zijn van een stoornis

Daarnaast moet worden opgemerkt dat er geen sprake is van een stoornis in de grondslag van de overeenkomst, wanneer de stoornis aan het risicogebied van slechts een van de partijen kan worden toegerekend. Er zijn echter gevallen bekend waarin de rechtbank een verschuiving van het risico billijk achtte. Of dit het geval is in verband met het coronavirus/COVID-19, is niet gerechtelijk bepaald, echter eerdere beslissingen van de rechtbank in andere gevallen duiden hier wel op. Alvorens er echter een opzeggingsrecht op grond van een stoornis in de grondslag bestaat, moet eerst onderzocht worden of een aanpassing van de overeenkomst mogelijk is. Alleen wanneer dit niet het geval is, bestaat er een opzeggingsrecht.

2. Buitengewoon recht op beëindiging (Kündigung) van duurovereenkomsten

a. Buitengewoon recht op beëindiging in het algemeen

In de meeste gevallen zal een buitengewoon recht op beëindiging (Kündigung) in geval van het coronavirus/COVID-19 bij duurovereenkomsten niet aan de orde zijn.

Een buitengewoon recht op beëindiging kan vaak alleen gebaseerd worden op omstandigheden die uit de persoon of de sfeer van de wederpartij voortvloeien. Dit is in het geval van het coronavirus/COVID-19 meestal niet aan de orde, aangezien veelal externe omstandigheden, waarop de andere partij geen invloed heeft, tot de beëindigingswens leiden.

Daardoor is een buitengewoon recht op beëindiging in het geval van het coronavirus/COVID-19 in de meeste gevallen niet aan de orde.

b. Stoornis in de grondslag van de overeenkomst

Er kan een buitengewoon recht op beëindiging bestaan wegens een stoornis in de grondslag van de overeenkomst. Wat dat betreft, geldt het hierboven reeds genoemde.

3. Samenvatting

Zoals beschreven, bestaat de mogelijkheid dat u of uw wederpartij een reeds gesloten overeenkomst op grond van het coronavirus/COVID-19 kunt/kan ontbinden. Dit is echter van geval tot geval verschillend. Om schade ten gevolge van onjuist handelen te voorkomen, raden we u dringend aan juridisch advies in te winnen. Wij zijn u daarbij graag van dienst.

 

Ga verder met lezen

Een overzicht van de meest gestelde vragen over Kurzarbeitergeld in Duitsland

Volgende