Sinds 1 januari 2011 is het risico op gemiste proceskansen – en beroepsaansprakelijkheid– bij niet-tijdige voldoening van griffierecht aanzienlijk vergroot. Rechters laten nauwelijks uitzonderingen toe.
Korte inleiding nieuw griffierechtenstelsel
Indien eiser niet binnen vier weken na de eerste uitroeping van de zaak het griffierecht heeft voldaan (of beter gezegd: het griffierecht niet-tijdig is ontvangen door de betreffende instantie), leidt dit in de meeste dagvaardingszaken in beginsel tot ontslag van instantie voor gedaagde en een kostenveroordeling ten laste van eiser (2). In verzoekschriftprocedures kan verzoeker bij niet-tijdige voldoening niet ontvankelijk
worden verklaard. Betaalt gedaagde niet op tijd, dan zal dat (doorgaans) leiden tot een verstekveroordeling. Voldoening van het griffierecht voordat het verstekvonnis wordt gewezen, zuivert
het verstek. Verzet zal niet slagen indien het griffierecht niet vóór de eerste roldatum (vier weken na verstekverlening) is ontvangen. In verzoekschriftprocedures kunnen verweerschriften buiten beschouwing
worden gelaten.
Een hogere voorziening tegen deze sancties staat niet open. Wel biedt een hardheidsclausule de rechter de mogelijkheid de sanctie buiten toepassing te laten, indien deze leidt tot een ‘onbillijkheid van overwegende aard’.
Inmiddels zijn tientallen beslissingen gepubliceerd in zaken waarin het griffierecht te laat was ontvangen. Hierna volgt een beknopte selectie.
Lees het hele artikel van advocaat Daan Baas.