1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 10. Gedoogplichten
  5. Afdeling 10.1 Algemene bepalingen
  6. 10.1 Begripsbepalingen

Artikel 10.1 Begripsbepalingen

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
initiatiefnemer: degene onder wiens verantwoordelijkheid een werk van algemeen belang waarvoor
een gedoogplicht is opgelegd, tot stand wordt gebracht of wordt opgeruimd;
rechthebbende: degene die enig recht heeft op de onroerende zaak waarin, waarop, waarboven of
waaronder:
a. activiteiten als bedoeld in afdeling 10.2 worden verricht, of
b. een werk van algemeen belang tot stand wordt gebracht of wordt opgeruimd;
tot stand brengen: aanleggen, in stand houden, wijzigen, verplaatsen of uitvoeren;
werk van algemeen belang: werk of activiteit als bedoeld in paragraaf 10.3.2.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33962, nr. 3, p. 519)

De in dit artikel opgenomen begripsbepalingen zijn alleen van toepassing op dit hoofdstuk. Daarom zijn ze niet in de bijlage bij dit wetsvoorstel opgenomen.

Omdat op het moment dat een gedoogplichtbeschikking is genomen, er niet langer kan worden gesproken over aanvrager wordt de term initiatiefnemer gehanteerd. De initiatiefnemer is degene onder wiens verantwoordelijkheid een werk van algemeen belang wordt aangelegd, in stand gehouden, gewijzigd, verplaatst, uitgevoerd of opgeruimd. Uit de gedoogplichtbeschikking blijkt wie de initiatiefnemer is. Dat laat onverlet dat de feitelijke uitvoering door een ander dan de in de gedoogplichtbeschikking genoemde initiatiefnemer, in mandaat of bij volmacht, kan geschieden. Ook kan het voorkomen dat de aanvraag om de gedoogplichtbeschikking door een gemandateerde of gevolmachtigde wordt gedaan. Maar ook in dat laatste geval zal uit de gedoogplichtbeschikking blijken wie juridisch gezien de initiatiefnemer is.

In het geval van rechtsopvolging na het opleggen van de gedoogplicht is niet uit de gedoogplichtbeschikking af te leiden wie de initiatiefnemer is, immers daarin staat nog de oorspronkelijke initiatiefnemer vermeld. Maar in zo'n situatie is met behulp van de openbare registers na te gaan wie de huidige initiatiefnemer is.

Het gaat bij de gedoogplichten om de aanleg, instandhouding, wijziging, verplaatsing, uitvoering of opruiming van een werk van algemeen belang. In dit hoofdstuk worden die aangeduid als het tot stand brengen (en opruimen) van een werk van algemeen belang. Activiteiten die een andere benaming hebben, maar hetzelfde betekenen vallen ook onder de opsomming. Gedacht kan worden aan de onder meer uit de wetgeving op het gebied van energie voortvloeiende begrippen: vernieuwing, uitbreiding, ontwikkeling, wijziging, ontmanteling, verwijdering, buitengebruikstelling, herstel, beheer of onderhoud.

Rechthebbende is degene die enig recht kan doen gelden over de betreffende onroerende zaak. Het kan daarbij gaan om de eigenaar, maar bijvoorbeeld ook om beperkt gerechtigden en gebruikers zoals pachters en huurders.

De term werk van algemeen belang sluit aan bij artikel 14 van de Grondwet waarin de grondslag is opgenomen om de uitoefening van het eigendomsrecht te mogen beperken. Daarmee is bij wet geregeld welke werken van algemeen belang zijn. De precieze omvang van die werken wordt soms bepaald door de beschrijving die de wetten waarnaar wordt verwezen daaraan geven. Zo wordt bijvoorbeeld in artikel 10.14 verwezen naar een net als bedoeld in de Elektriciteitswet 1998. Voor de precieze omvang van dat werk is van belang wat de Elektriciteitswet 1998 onder een net verstaat.