Bij werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 10.2 en 10.3, eerste lid, informeert de beheerder de rechthebbende ten minste achtenveertig uur van tevoren schriftelijk over de voorgenomen werkzaamheden, tenzij dit door het spoedeisende karakter van die werkzaamheden niet mogelijk is.
Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33962, nr. 3, p. 521)
Vanuit het oogpunt van uniformering is voor de gedoogplichten, bedoeld in dit artikel, geregeld dat er voorafgaand aan de te gedogen handelingen een melding aan de rechthebbende wordt gedaan. De in dit artikel bedoelde handelingen zijn over het algemeen voorzienbaar en dus is er ook tijd om de rechthebbende achtenveertig uur van tevoren te informeren over de uitvoering van die werkzaamheden. Het is echter niet ondenkbaar dat zich spoedeisende gevallen voordoen waardoor het niet mogelijk is om achtenveertig uur te wachten met de uitvoering van die werkzaamheden. Daarom is voorzien in een uitzondering op de hoofdregel.