1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 15. Schade
  5. Afdeling 15.2 Schade bij gedoogplichten
  6. 15.11 Begripsbepalingen

Artikel 15.11 Begripsbepalingen

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

Artikel 10.1 is van overeenkomstige toepassing op deze afdeling.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 248)

De initiatiefnemer moet de schadevergoeding betalen, waarop een recht bestaat op basis van deze afdeling. De initiatiefnemer is degene onder wiens verantwoordelijkheid een activiteit wordt verricht of een werk van algemeen belang wordt aangelegd, in stand gehouden, gewijzigd, verplaatst, uitgevoerd of opgeruimd. Dit kan bijvoorbeeld de in een wettelijke gedoogplicht bedoelde beheerder zijn (zie bijvoorbeeld 10.2, eerste lid, onder a) of in het geval van een gedoogplichtbeschikking; de in de gedoogplichtbeschikking genoemde initiatiefnemer (zie in deze zin ook de toelichting op artikel 10.1 van de Omgevingswet, Kamerstukken 33 962, nr. 3 p. 519).

Bij een wettelijke gedoogplicht bepaalt de wet al welke activiteit onder de gedoogplicht valt. Het is daarom in die gevallen steeds de initiatiefnemer van de desbetreffende schadeveroorzakende activiteit die schadeplichtig is.

Bij een gedoogplicht die wordt opgelegd bij beschikking kan de initiatiefnemer degene zijn die de beschikking heeft opgelegd, namelijk als dat bestuursorgaan ook zelf de initiatiefnemer is. Maar veelal zal het degene zijn die de gedoogplichtbeschikking heeft aangevraagd. In beide situaties zal uit de gedoogplichtbeschikking blijken ten behoeve van wie, de initiatiefnemer, de gedoogplichtbeschikking is opgelegd. Dat die laatste schadeplichtig is in plaats van degene die de beschikking oplegt, is noodzakelijk om te voorkomen dat de initiatiefnemer wel profijt heeft van de gedoogplicht, maar niet de financiële gevolgen ervan hoeft te dragen.