1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 16. Procedures
  5. Afdeling 16.3 Totstandkomingsprocedures
  6. 16.3.4 Programma's
  7. 16.28 Voorbereiding stroomgebiedsbeheerplan en overstromingsrisicobeheerplan

Artikel 16.28 Voorbereiding stroomgebiedsbeheerplan en overstromingsrisicobeheerplan

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat legt ter inzage:
a. een tijdschema en werkprogramma voor het opstellen van een stroomgebiedsbeheerplan, ten minste drie jaar voor het begin van de periode waarop het plan betrekking heeft,
b. een tussentijds overzicht van belangrijke waterbeheerkwesties die zijn geconstateerd in de stroomgebiedsdistricten Rijn, Maas, Schelde en Eems, ten minste twee jaar voor het begin van de periode waarop het stroomgebiedsbeheerplan betrekking heeft,
c. het ontwerp van een stroomgebiedsbeheerplan, ten minste een jaar voor het begin van de periode waarop het plan betrekking heeft,
d. het ontwerp van een overstromingsrisicobeheerplan, ten minste een jaar voor het begin van de periode waarop het plan betrekking heeft.

2. Voor documenten als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, en het ontwerp, bedoeld in het eerste lid, onder c en d, bedraagt de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen zes maanden.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 262-263)

Eerste lid

De wijziging verduidelijkt welke documenten ter voorbereiding van het opstellen en de herziening van stroomgebiedsbeheerplannen ter inzage moeten worden gelegd. De tijdstippen en termijnen zijn geregeld in artikel 14 van de kaderrichtlijn water, waarvan dit artikel de implementatie vormt.

Tweede lid

Vanwege de wijziging van de tekst in het eerste lid, moeten ook redactionele aanpassingen plaatsvinden in het tweede lid.

Daarnaast moet op grond van artikel 9, aanhef en onder 3, van de richtlijn overstromingsrisico’s, de inspraak bij de overstromingsrisicobeheerplannen gecoördineerd worden met de inspraak bij de stroomgebiedsbeheerplannen. Op grond van het tweede lid van artikel 16.28 bedraagt de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen voor zowel een ontwerp van een stroomgebiedsbeheerplan als een ontwerp van een overstromingsrisicobeheerplan daarom zes maanden.

Oorspronkelijke wettekst

1. Het ontwerp van een stroomgebiedsbeheerplan en van een overstromingsrisicobeheerplan, als bedoeld in artikel 3.9, tweede lid, onder a en b, wordt ten minste een jaar voor het begin van de periode waarop het programma betrekking heeft, ter inzage gelegd.

2. Voor de documenten die voor het opstellen van een stroomgebiedsbeheerplan afzonderlijk worden vastgesteld, bedraagt de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen zes maanden.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 556)

Dit artikel bevat enkele bijzondere voorzieningen voor de voorbereiding van stroomgebiedsbeheerplannen en overstromingsrisicobeheerplannen als bedoeld in artikel 3.8, tweede lid, onder a en b. Deze eisen hangen samen met eisen die voortvloeien uit de kaderrichtlijn water. Het eerste lid schrijft voor dat het ontwerp van genoemde programma's ten minste een jaar voor het begin van de periode waarop het programma betrekking heeft, ter inzage wordt gelegd. In het tweede lid is een langere termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen opgenomen dan de gebruikelijke Awb-termijn. Artikel 3:16, eerste lid, Awb laat ruimte om in de bijzondere wet een langere termijn vast te leggen.