1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 16. Procedures
  5. Afdeling 16.3 Totstandkomingsprocedures
  6. 16.3.5 Omgevingsplan, waterschapsverordening en omgevingsverordening
  7. 16.31 Zienswijzen

Artikel 16.31 Zienswijzen

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

Zienswijzen kunnen geen betrekking hebben op het deel van het ontwerp van een omgevingsplan dat zijn grondslag vindt in een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 263)

Voor de achtergrond van de wijziging van «afwijkactiviteit» in het nieuwe begrip «omgevingsplanactiviteit» en meer in het bijzonder de introductie van het daaraan gekoppelde begrip «buitenplanse omgevingsplanactiviteit» wordt verwezen naar paragraaf 2.2.1.2 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting. Deze bepaling moet in samenhang worden gelezen met artikel 4.17 van de Omgevingswet. Dat artikel, zoals gewijzigd bij dit wetsvoorstel, heeft betrekking op de verplichting om het omgevingsplan in ieder geval uiterlijk binnen 5 jaar in overeenstemming te brengen met omgevingsvergunningen voor in dat artikel nader omschreven voortdurende buitenplanse omgevingsplanactiviteiten.

Oorspronkelijke wettekst

Zienswijzen kunnen geen betrekking hebben op het deel van het ontwerp van een omgevingsplan dat zijn grondslag vindt in een omgevingsvergunning voor een afwijkactiviteit.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 556-557)

Op grond van dit artikel kunnen zienswijzen op het ontwerpomgevingsplan geen betrekking hebben op een omgevingsvergunning voor een afwijkactiviteit die in het omgevingsplan moet worden omgezet. Met deze bepaling wordt voorkomen dat een toegestane activiteit bij de omzetting in het omgevingsplan opnieuw ter discussie kan worden gesteld.