1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 16. Procedures
  5. Afdeling 16.7 Beslistermijn, bekendmaking en mededeling, inwerkingtreding en beroep
  6. 16.7.2 Bekendmaking en inwerkingtreding
  7. 16.78 Inwerkingtreding omgevingsplan en projectbesluit

Artikel 16.78 Inwerkingtreding omgevingsplan en projectbesluit

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Een omgevingsplan treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds de dag waarop het besluit bekend is gemaakt, tenzij in het omgevingsplan een later tijdstip is bepaald.

2. Een besluit als bedoeld in artikel 16.21 treedt tegelijk in werking met het omgevingsplan waarop het betrekking heeft.

3. Een projectbesluit treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds de dag waarop het besluit bekend is gemaakt. Als eerdere inwerkingtreding volgens het bevoegd gezag vanwege spoedeisende omstandigheden nodig is, kan het bevoegd gezag bepalen dat het projectbesluit eerder in werking treedt.

4. In afwijking van het derde lid treedt een projectbesluit van het dagelijks bestuur van het waterschap in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds de dag waarop het besluit over goedkeuring is bekendgemaakt.

5. Een besluit tot vaststelling van geluidproductieplafonds als omgevingswaarden als bedoeld in de artikelen 2.12a, eerste lid, 2.13a, eerste lid, en 2.15, tweede lid, treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds de dag waarop het besluit is bekendgemaakt. Als eerdere inwerkingtreding volgens het bevoegd gezag vanwege spoedeisende omstandigheden nodig is, kan het bevoegd gezag bepalen dat het besluit eerder in werking treedt.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 277-278)

Zoals in de memorie van toelichting bij de Omgevingswet uiteen is gezet is het omgevingsplan, afgezien van de procedure van totstandkoming en van de beroepsmogelijkheid, sterk vergelijkbaar met een gewone gemeentelijke verordening. Toch is in de Omgevingswet een van de Gemeentewet afwijkende regeling over de inwerkingtreding van omgevingsplannen opgenomen. Artikel 16.78 van de Omgevingswet bepaalt dat het omgevingsplan na het verstrijken van vier weken na bekendmaking in werking treedt. Deze termijn van vier weken is opgenomen in verband met de appellabiliteit van het omgevingsplan en in verband met de in artikel 16.21 van de Omgevingswet aan gedeputeerde staten toegekende bevoegdheid om een interventiebesluit te nemen. Deze omstandigheden vormen echter geen reden om de planvaststeller niet de mogelijkheid te bieden om in het omgevingsplan een later tijdstip van inwerkingtreding op te nemen, zoals op grond van artikel 142 van de Gemeentewet voor verordeningen die gebaseerd zijn op die wet mogelijk is. Latere inwerkingtreding van (een deel van) een wijziging van een omgevingsplan kan wenselijk zijn als betrokkenen (waaronder in voorkomend geval ook uitvoerende gemeentelijke instanties) langer dan de in de Omgevingswet voorgeschreven vier weken de tijd moeten krijgen om zich met de nieuwe regels vertrouwd te maken. Ook kan het voorkomen dat een regel pas hoeft te gelden nadat zich een bepaalde omstandigheid heeft voorgedaan, bijvoorbeeld als de nieuwe regel verband houdt met andere regelgeving waarvan het tijdstip van inwerkingtreding nog niet vast staat. Daarom wordt gemeenten met de voorgestelde wijziging de mogelijkheid geboden om in het omgevingsplan een later tijdstip van inwerkingtreding te bepalen dan vier weken na bekendmaking. Er kan worden gekozen voor een bepaalde datum van inwerkingtreding voor een of meerdere regels, maar het is ook mogelijk het tijdstip van inwerkingtreding te bepalen door het te omschrijven – zolang in verband met de rechtszekerheid uit de omschrijving voldoende duidelijk blijkt wat het moment van inwerkingtreding zal zijn. Ook in verband met de appellabiliteit van het omgevingsplan kan – anders dan geldt voor gemeentelijke verordeningen – in het omgevingsplan niet worden opgenomen dat het in werking treedt op een later door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip. De voorgestelde wijziging brengt verder een herschikking van de regeling van de inwerkingtreding van het projectbesluit mee.

Daarnaast worden in artikel 16.78, eerste lid, de zinsnede «mededeling is gedaan» vervangen door: overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onder a, Awb ter inzage is gelegd. Aangezien de mededeling van artikel 3:44 van die wet bestaat uit verschillende elementen die niet noodzakelijkerwijs op dezelfde dag hoeven plaats te vinden, leent deze zich niet als aangrijpingspunt voor het bepalen van de dag van inwerkingtreding. Daarom wordt nu gekozen voor de terinzagelegging. Dit is een van de elementen van de mededeling. De keuze voor dit moment is in lijn met de regeling van de beroepstermijn voor besluiten die zijn voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 in artikel 6:8, vierde lid, Awb. Hetzelfde moment van inwerkingtreding is gekozen voor het projectbesluit, waarbij voor het projectbesluit van het waterschap een andere regeling geldt. Daarvoor is het moment van mededeling over het besluit over goedkeuring vervangen door het moment van bekendmaking van het besluit over goedkeuring.

Oorspronkelijke wettekst

1. Een omgevingsplan en een projectbesluit treden in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds de dag waarop van het besluit mededeling is gedaan.

2. Een besluit als bedoeld in artikel 16.21 treedt tegelijk in werking met het omgevingsplan waarop het betrekking heeft.

3. Als het eerder in werking treden van een projectbesluit volgens het bevoegd gezag vanwege spoedeisende omstandigheden nodig is, kan het in afwijking van het eerste lid bepalen dat het besluit eerder in werking treedt.

4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot wijziging of intrekking van een omgevingsplan, van een projectbesluit en van de goedkeuring.

5. In afwijking van het eerste lid treedt een projectbesluit van het dagelijks bestuur van het waterschap in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds de dag waarop van de goedkeuring mededeling is gedaan.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 573)

Voor het omgevingsplan en het projectbesluit is niet voorzien in automatisch schorsende werking. Hiervoor wordt dus aangesloten bij de Awb. Juist deze besluiten zullen immers veelal veelomvattend zijn, waardoor het gewenst is dat de voorzieningenrechter op maat kan besluiten welk deel van het besluit de eventuele schorsing betreft. Bij automatische schorsing is daarnaast ook meer onzekerheid over de termijn van inwerkingtreding van het besluit. Op basis van het omgevingsplan en het projectbesluit kunnen echter andere (vervolg)besluiten worden genomen. Daarom is snelle duidelijkheid over de rechtmatigheid van het omgevingsplan en projectbesluit van belang voor het vaststellen van de rechtmatigheid van deze vervolgbesluiten.
Als spoedeisende omstandigheden dat noodzakelijk maken, biedt het derde lid van dit artikel het bevoegd gezag de mogelijkheid om het projectbesluit eerder in werking te laten treden. Van een spoedeisende omstandigheid kan bijvoorbeeld sprake zijn als een aanpak van een primaire waterkering met het oog op de veiligheid op zeer korte termijn noodzakelijk is.