1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 19. Bevoegdheden in bijzondere omstandigheden
  5. Afdeling 19.3 Alarmeringswaarden
  6. 19.12 Tijdelijke regels bij luchtverontreiniging

Artikel 19.12 Tijdelijke regels bij luchtverontreiniging

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Bij overschrijding van alarmeringswaarden voor luchtkwaliteit of bij verontreiniging van de buitenlucht door stoffen waarvoor geen alarmeringswaarden zijn vastgesteld, kan de commissaris van de Koning, met het oog op het beschermen van de volksgezondheid of de gezondheid van bijzonder gevoelige bevolkingsgroepen, bij besluit regels stellen over het gebruik van installaties of brandstoffen en over andere verontreinigende activiteiten.

2. Deze regels kunnen in ieder geval inhouden een verbod om een installatie in werking te hebben of een brandstof te gebruiken.

3. Een besluit vervalt achtenveertig uur nadat het in werking is getreden. Deze termijn kan door gedeputeerde staten telkens voor ten hoogste achtenveertig uur worden verlengd.

4. Een besluit als bedoeld in het eerste lid en een besluit tot verlenging als bedoeld in het derde lid worden op een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze bekendgemaakt. De besluiten treden in werking onmiddellijk na de bekendmaking.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr 3, p. 310)

Het gaat in dit artikel om een besluit dat regels kan bevatten over installaties, brandstoffen of verontreinigende activiteiten in het geval van bijzondere omstandigheden. Die bijzondere omstandigheden vragen om onmiddellijke actie en daarom treedt het besluit direct na bekendmaking in werking. De bijzondere omstandigheden maken nodig dat het genomen besluit «op een andere geschikte wijze» wordt bekendgemaakt (artikel 3:42, tweede lid, Awb). Bekendmaking geschiedt via passende (snelle en veelgebruikte) communicatiemiddelen, zodat de bevolking en mogelijke kwetsbare groepen van de bevolking direct op de hoogte worden gesteld.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 595)

Deze bepaling is ontleend aan hoofdstuk V (artikel 48 en volgende) van de Wet inzake de luchtverontreiniging. De commissaris van de Koning behoudt de bevoegdheid om bij besluit regels, waaronder verboden, te stellen met betrekking tot installaties, brandstoffen en verontreinigende activiteiten bij ernstige luchtverontreiniging. De procedurebepalingen uit de artikelen 49 en 50 van de Wet inzake de luchtverontreiniging zijn niet overgenomen in dit wetsvoorstel. Voor zover relevant kunnen deze procedurebepalingen via de grondslag van artikel 16.86 bij algemene maatregel van bestuur hun beslag krijgen. Overigens kan ook zonder uitdrukkelijke wettelijke regeling verzocht worden om een dergelijk besluit te nemen en zal de commissaris van de Koning zo nodig advies inwinnen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport of bij een andere instantie (bijvoorbeeld het RIVM). De specifiek voorgeschreven geldingsduur van 48 uur voor een door de commissaris van de Koning gegeven besluit en de daaraan verbonden verlengingsmogelijkheid voor gedeputeerde staten, wordt gecontinueerd.