1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van bestuursorganen
  5. Afdeling 2.5 Instructieregels en instructies
  6. 2.5.1 Doorwerking van beleid door instructieregels
  7. 2.26 Verplichte instructieregels Rijk programma's

Artikel 2.26 Verplichte instructieregels Rijk programma's

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Regels op grond van artikel 2.24 worden met het oog op het waarborgen van de veiligheid, het
beschermen van de gezondheid, het beschermen van het milieu, de natuurbescherming en het
beheer van watersystemen en natuurgebieden in ieder geval gesteld over programma’s als bedoeld
in paragraaf 3.2.2 die voortvloeien uit internationaalrechtelijke verplichtingen.

2. De regels strekken mede ter voorkoming of beperking van achteruitgang van de staat of
kwaliteit van de fysieke leefomgeving.

3. De regels strekken in ieder geval tot uitvoering van de:
a. grondwaterrichtlijn,
b. habitatrichtlijn,
c. kaderrichtlijn mariene strategie,
d. kaderrichtlijn maritieme ruimtelijke planning,
e. kaderrichtlijn water,
f. nec-richtlijn,
g. richtlijn luchtkwaliteit,
h. richtlijn omgevingslawaai,
i. richtlijn overstromingsrisico’s,
j. vogelrichtlijn.

Memorie van Toelichting: artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 150)

Ter implementatie van de kaderrichtlijn maritieme ruimtelijke planning wordt voorgesteld om het maritieme ruimtelijke plan als verplicht programma toe te voegen (in artikel 3.9, tweede lid, Omgevingswet). Aan dit programma is in deze Europese richtlijn ook een aantal inhoudelijke eisen gesteld. Deze eisen zijn per 1 juli 2016 opgenomen in het Waterbesluit (via een wijziging van het Waterbesluit, Stb. 2016, 99). Als voortzetting daarvan zullen deze eisen in het Besluit kwaliteit leefomgeving aan het maritiem ruimtelijk plan worden gesteld. Aan de opsomming in artikel 2.26, derde lid, van de Omgevingswet, wordt om die reden ook de kaderrichtlijn maritieme ruimtelijke planning toegevoegd.

Voorgesteld wordt om de herziene nec-richtlijn te implementeren in het stelsel van de Omgevingswet (zie ook paragraaf 2.1.5 van deze memorie van toelichting). Deze richtlijn kent de verplichting tot het vaststellen, uitvoeren en zo nodig herzien van een nationaal programma. Voorgesteld wordt om dat programma als nationaal nec-programma toe te voegen in artikel 3.9, eerste lid, Omgevingswet. De richtlijn stelt een aantal inhoudelijke en procedurele eisen aan dit programma. Deze eisen zullen, in lijn met die voor de andere programma’s, worden opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving respectievelijk het Omgevingsbesluit. Daarom wordt deze richtlijn met de voorgestelde wijziging in de opsomming van artikel 2.26, derde lid, van de Omgevingswet opgenomen.

Voorgesteld wordt verder om de zwemwaterrichtlijn te schrappen uit het derde lid. Deze richtlijn kent geen programmaverplichting en noodzaakt niet tot het geven van instructieregels over een programma. In verband met de beoogde lastenluwe implementatie van EU-regelgeving is het niet wenselijk om dan toch nationale instructieregels hierover te stellen.

Oorspronkelijke wettekst

1. Regels op grond van artikel 2.24 worden met het oog op het waarborgen van de veiligheid, het beschermen van de gezondheid en het milieu, de natuurbescherming en het beheer van watersystemen en natuurgebieden in ieder geval gesteld over programma's als bedoeld in paragraaf 3.2.2 die voortvloeien uit internationaalrechtelijke verplichtingen.

2. De regels strekken mede ter voorkoming of beperking van achteruitgang van de staat of kwaliteit van de fysieke leefomgeving.

3. De regels strekken in ieder geval tot uitvoering van de:
a. grondwaterrichtlijn,
b. habitatrichtlijn,
c. kaderrichtlijn mariene strategie,
d. kaderrichtlijn water,
e. richtlijn luchtkwaliteit,
f. richtlijn omgevingslawaai,
g. richtlijn overstromingsrisicoÔÇÖs,
h. vogelrichtlijn,
i. zwemwaterrichtlijn.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 431)

In dit artikel wordt aangegeven dat inhoudelijke regels moeten worden gesteld over de verplicht vast te stellen programma's van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk. Met het oog op de grote verscheidenheid van de programma's is ervoor gekozen deze aspecten niet op wetsniveau te regelen. Op deze wijze is per programma, gelet op de Europese en nationale eisen hieraan, maatwerk mogelijk.
De regels hebben ook tot doel om het beginsel van het voorkomen of beperken van de achteruitgang van de staat of kwaliteit van de fysieke leefomgeving te implementeren. In verschillende Europese richtlijnen is dit beginsel te vinden, bijvoorbeeld in de kaderrichtlijn water, de kaderrichtlijn mariene strategie, de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn. In deze richtlijnen is het beginsel wel steeds anders verwoord, wat de noodzaak illustreert van samenhangende regeling bij algemene maatregel van bestuur.