1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van bestuursorganen
  5. Afdeling 2.5 Instructieregels en instructies
  6. 2.5.1 Doorwerking van beleid door instructieregels
  7. 2.30 Verplichte instructieregels Rijk zwemlocaties

Artikel 2.30 Verplichte instructieregels Rijk zwemlocaties

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

Regels op grond van artikel 2.24 worden met het oog op het waarborgen van de veiligheid en het
beschermen van de gezondheid in ieder geval gesteld over:

a. de aanwijzing van zwemlocaties ter uitvoering van de zwemwaterrichtlijn,

b. de uitoefening van de taken voor zwemlocaties, bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder d, onder 3°, en de bevoegdheid, bedoeld in artikel 2.38,

c. de vaststelling door gedeputeerde staten van het badseizoen, bedoeld in artikel 2, onder 6, van
de zwemwaterrichtlijn.

Memorie van Toelichting: artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 152)

In onderdeel a van dit artikel wordt voorgesteld om het huidige getrapte systeem van aanwijzing van zwemlocaties te vereenvoudigen. Er wordt geen lijst meer wordt opgesteld met plaatsen waar naar het oordeel van gedeputeerde staten door een groot aantal personen wordt gezwommen. In plaats daarvan wijzen gedeputeerde staten direct, in overeenstemming met de beheerders van de oppervlaktewaterlichamen, de zwemlocaties aan. Het schrappen van het getrapte systeem heeft tot gevolg dat de term zwemwater in onderdeel b overbodig wordt. Er wordt immers geen lijst meer opgesteld met plaatsen waarin naar het oordeel van de gedeputeerde staten door een groot aantal personen wordt gezwommen. Die term wordt daarom geschrapt. De wijziging van onderdeel c betreft een technische aanpassing van een verwijzing naar de zwemwaterrichtlijn.

Oorspronkelijke wettekst

Regels op grond van artikel 2.24 worden met het oog op het waarborgen van de veiligheid en het beschermen van de gezondheid in ieder geval gesteld over:
a. de aanwijzing van zwemlocaties ter uitvoering van de zwemwaterrichtlijn, uit de door gedeputeerde staten opgestelde lijst met plaatsen waar naar hun oordeel door een groot aantal personen wordt gezwommen,
b. de uitoefening van de taken voor zwemwater en zwemlocaties, bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder d, onder 3°, en de bevoegdheid, bedoeld in artikel 2.38,
c. de vaststelling door gedeputeerde staten van het badseizoen, bedoeld in artikel 3 van de zwemwaterrichtlijn.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 434)

Artikel 5, derde lid, van de zwemwaterrichtlijn bevat een verplichting voor de lidstaten om ervoor zorg te dragen dat aan het einde van 2015 alle zwemwateren een zwemwaterkwaliteit hebben die in overeenstemming is met de kwaliteitsklasse «aanvaardbaar» uit de richtlijn. Artikel 2.15, eerste lid, onder c, biedt een grondslag voor regeling hiervan als omgevingswaarde. Aan gedeputeerde staten is in artikel 2.18, eerste lid, onder d, onder 3, de taak tot het nemen van beheersmaatregelen voor het zwemwater toegedeeld. Ook bevat het wetsvoorstel de verplichting tot aanwijzing door gedeputeerde staten van zwemwateren als zwemlocaties en de grondslag voor het zwemverbod of negatief zwemadvies en de uit de richtlijn voorvloeiende monitorings- en informatieverplichtingen, en publieke participatie.
Dit artikel verplicht het Rijk, ter uitvoering van de zwemwaterrichtlijn, nadere regels te stellen over de taken en bevoegdheden van gedeputeerde staten ter zake van zwemwater.

Onderdeel a

Dit onderdeel biedt de grondslag om gedeputeerde staten te verplichten tot het aanwijzen van zwemlocaties, ter uitvoering van de zwemwaterrichtlijn. Daarbij zal worden bepaald dat deze aanwijzing jaarlijks plaats dient te vinden en dat deze dient aan te sluiten bij de in het regionale of nationale waterprogramma aan het water toegekende zwemwaterfunctie.

Onderdeel b

Onderdeel b biedt de grondslag om, voor zover niet elders in het wetsvoorstel al in een specifieke grondslag daarvoor is voorzien, nadere regels te stellen over de taak tot het nemen van maatregelen als bedoeld in artikel 2, zevende, lid van de zwemwaterrichtlijn. Andere grondslagen kunnen gevonden worden in hoofdstuk 20 over de monitoring en gegevensverzameling, evenals de informatieverstrekking aan het publiek.

Dit onderdeel biedt ook de grondslag voor het stellen van regels over de uitoefening van de taak tot het aanwijzen (en, zo nodig, afvoeren van de lijst) van zwemlocaties en de uitoefening van de bevoegdheid tot het instellen van een zwemverbod of het geven van een negatief zwemadvies.

Onderdeel c

Dit onderdeel biedt de grondslag om regels te stellen over de vaststelling van het badseizoen als bedoeld in artikel 2 van de richtlijn.