1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 20. Monitoring en informatie
  5. Afdeling 20.1 Monitoring en verzameling van gegevens
  6. 20.6 Gegevensverzameling anders dan monitoring

Artikel 20.6 Gegevensverzameling anders dan monitoring

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Bij omgevingsverordening respectievelijk algemene maatregel van bestuur kunnen, met inachtneming van de grenzen van artikel 2.3, regels worden gesteld over:
a. het door daarbij genoemde bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van beroep of bedrijf:
1°. bijhouden, verzamelen of berekenen van daarbij aangewezen gegevens,
2°. verstrekken van die gegevens aan bestuursorganen of andere instanties, bevoegde autoriteiten van andere staten of de Europese Commissie,
b. de toetsing van de kwaliteit van de gegevens, bedoeld onder a.

2. Bij de verordening of maatregel kan worden bepaald dat een daarbij aangegeven bestuursorgaan op verzoek kan besluiten dat daarbij aangewezen gegevens waarvan de geheimhouding op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur gerechtvaardigd is, niet worden verstrekt.

3. Bij omgevingsverordening respectievelijk ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over:
a. de uitvoering van het eerste lid en de bekostiging daarvan,
b. de toe te passen berekeningsmethodiek.

4. Het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing voor zover bij of krachtens de artikelen 20.1 tot en met 20.5 wordt voorzien in de in die leden geregelde onderwerpen.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr 3, p. 313-314)

Voorgesteld wordt aan zowel artikel 20.6 als artikel 20.10 een lid toe te voegen dat het mogelijk maakt om te verzoeken dat gegevens waarvan de geheimhouding op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur gerechtvaardigd is, niet worden verstrekt.

Op grond van het voorgestelde tweede lid van artikel 20.6 kan worden bepaald dat dergelijke gegevens door het bevoegd gezag niet worden verstrekt aan instanties die gegevens verzamelen – bijvoorbeeld voor opname in een register. Op grond van het voorgestelde tweede lid van artikel 20.10 kan worden bepaald dat dergelijke gegevens, als ze wel zijn opgenomen in een register, niet toegankelijk worden gemaakt of niet worden verstrekt aan gebruikers van dat register.

De voorgestelde regeling is in het bijzonder van belang voor het PRTR-register, dat veel bedrijfsgegevens bevat. De regeling dient ter opvolging van de specifieke regeling voor geheimhouding die is opgenomen in artikel 12.24, derde tot en met vijfde lid, en artikel 12.26, derde lid, Wm.

Oorspronkelijke wettekst

1. Bij omgevingsverordening respectievelijk algemene maatregel van bestuur kunnen, met inachtneming van de grenzen van artikel 2.3, regels worden gesteld over:
a. het door daarbij genoemde bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van beroep of bedrijf:
1°. bijhouden, verzamelen of berekenen van daarbij aangewezen gegevens,
2°. verstrekken van die gegevens aan bestuursorganen of andere instanties, bevoegde autoriteiten van andere staten of de Europese Commissie,
b. de toetsing van de kwaliteit van de gegevens, bedoeld onder a.

2. Bij omgevingsverordening respectievelijk ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over:
a. de uitvoering van het eerste lid en de bekostiging daarvan,
b. de toe te passen berekeningsmethodiek.

3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing voor zover bij of krachtens de artikelen 20.1 tot en met 20.5 wordt voorzien in de in die leden geregelde onderwerpen.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 600-601)

Binnen de grenzen van artikel 2.3, bijvoorbeeld op grond van internationaalrechtelijke verplichtingen, kan bij omgevingsverordening respectievelijk algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat ook andere gegevens dan bedoeld in de voorgaande artikelen moeten worden bijgehouden en verzameld en dat deze worden verstrekt aan een bestuursorgaan of andere instantie, de bevoegde instanties van andere staten of de Europese Commissie. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om gegevens in het kader van de emissieregistraties, die benodigd zijn voor rapportages aan de Europese Commissie of om andere redenen worden vereist door Europese richtlijnen. Ook de regels over inzameling van gegevens die nodig zijn voor de krachtens de Omgevingswet in te stellen registers, verslagen en kaarten (zie artikelen 20.10/20.11, 20.14/20.15 en 20.16/20.17) kunnen hun grondslag vinden in dit artikel. Eenzelfde grondslag is opgenomen voor de omgevingsverordening van de provincie.

Een ander voorbeeld is het vergaren van informatie over de zorg voor of de staat van het cultureel erfgoed in verband met de stelselverantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, onder andere ten behoeve van de rapportageverplichtingen in het Werelderf-goedverdrag. Omdat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap door de gewijzigde toezichtsrelaties geen directe toegang meer heeft tot dergelijke informatie, is het nodig deze op grond van dit artikel bij medeoverheden of andere betrokken instanties op te vragen. Het verzamelen van gegevens kan ook worden opgedragen aan natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van beroep of bedrijf. Hieronder worden verstaan alle rechtspersonen (BV, NV, vereniging of stichting) maar ook maatschappen, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen, co├Âperaties en eenmanszaken. Ook buitenlandse rechtsvormen die in Nederland actief zijn vallen onder dit begrip (zoals de Ltd. van het Verenigd Koninkrijk of de GmbH van Duitsland).

Verder voorziet artikel 20.6 in nadere uitvoeringsregels in de omgevings-verordening of een ministeriële regeling (tweede lid). De grondslagen zijn niet van toepassing voor zover de gegevensverzameling kan worden geregeld in het kader van monitoring. Waar het bij monitoring steeds gaat om gegevens over de toestand of belasting van de fysieke leefomgeving, kan het bij artikel 20.6 bijvoorbeeld gaan om gegevens over activiteiten of de gevolgen daarvan voor de fysieke leefomgeving. Net als bij artikel 20.1 kan het gaan om zowel berekeningen als metingen.