1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 20. Monitoring en informatie
  5. Afdeling 20.3 Verslagen en kaarten
  6. 20.14 Verslaglegging

Artikel 20.14 Verslaglegging

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Het bestuursorgaan dat of de andere instantie die op grond van artikel 20.2, eerste lid, is belast met de uitvoering van de monitoring zorgt voor:
a. de verslaglegging van de resultaten van de monitoring voor omgevingswaarden, bedoeld in artikel 20.1, eerste lid, de beoordeling van die resultaten en de toetsing of aan die omgevingswaarden wordt voldaan,
b. de verslaglegging van de resultaten van de monitoring van de voortgang, uitvoering en het doelbereik van een op grond van paragraaf 3.2.4 opgesteld programma, bedoeld in artikel 20.1, tweede lid.
 
2. Bij het omgevingsplan, de omgevingsverordening of de algemene maatregel van bestuur tot aanwijzing van een programma als bedoeld in artikel 3.15, tweede, derde of vierde lid, wordt tevens de methode en de frequentie van de verslaglegging bepaald.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een daarbij aangewezen bestuursorgaan zorgt voor de verslaglegging en de beoordeling van:
a. de resultaten van de monitoring voor alarmeringswaarden of andere parameters voor de staat of kwaliteit van de leefomgeving, bedoeld in artikel 20.1, eerste en derde lid,
b. de gegevens, bedoeld in artikel 20.6, eerste lid.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de openbaarmaking van verslagen.

5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de:
a. toezending van een verslag aan Onze Minister die het aangaat of een ander bestuursorgaan, voor rapportage aan beide kamers der Staten-Generaal of de Europese Commissie,
b. bekendmaking van een verslag of het doen van een mededeling aan derden.

6. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
a. de in een verslag op te nemen gegevens,
b. de vorm van een verslag,
c. de beoordeling van de gegevens en de daarbij te gebruiken methoden.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p 605-606)

Eerste lid

Het eerste lid, onderdeel a, verplicht tot verslaglegging van de resultaten van monitoring van omgevingswaarden en de beoordeling van die resultaten. Aan de hand van deze informatie uit het verslag kan worden beoordeeld of aan de omgevingswaarde wordt voldaan en of een programma op grond van artikel 3.9 moet worden opgesteld of aangepast. Zie ook de toelichting op de artikelen 3.9 en 20.1. Het eerste lid, onderdeel b, verplicht tot verslaglegging van de resultaten van de monitoring van programma's met een programmatische aanpak. Deze verslaglegging heeft betrekking op de voortgang, de uitvoering en het doelbereik van het programma. Hiermee wordt geborgd dat het programma tijdig wordt aangepast, als bijvoorbeeld het doelbereik achterblijft bij de verwachtingen.

Tweede lid

Aansluitend op het eerste lid, onderdeel b, regelt het tweede lid dat bij algemene maatregel van bestuur, omgevingsverordening of omgevingsplan moet worden bepaald op welke wijze en met welke frequentie de verslaglegging plaatsvindt.

Derde lid

Het derde lid geeft een grondslag voor het bij algemene maatregel van bestuur stellen van regels over verslaglegging over de monitoringsresultaten van alarmeringswaarden en andere parameters en van gegevensverzameling op grond van artikel 20.6. Verslaglegging is voor dergelijke gegevens niet altijd nodig: ook openbaarmaking van de «ruwe» gegevens op grond van artikel 20.8 of opname in een register kan voldoende zijn om betrokkenen te informeren. Gelet daarop is voor deze gegevens geen rechtstreeks vereiste in dit wetsvoorstel opgenomen tot verslaglegging en beoordeling van de resultaten, maar wel een mogelijkheid om dit bij algemene maatregel van bestuur alsnog te doen. Op dit moment is in artikel 2.12, tweede lid, van de Waterwet de verplichting voor beheerders van grote rivieren opgenomen om een verslag uit te brengen over de mate waarin voldaan wordt aan de daarvoor opgestelde legger. Het voorgestelde tweede lid biedt de mogelijkheid om deze verplichting te continueren. Bezien zal nog worden of de verplichting tot monitoring of de verzameling van gegevens zal worden vormgegeven op grond van artikel 20.1, derde lid (andere parameters) of op grond van artikel 20.6 (andere gegevens).

Vierde lid

Op grond van het verdrag van Aarhus en de richtlijn toegang tot milieuinformatie moeten verslagen over onder andere de monitoring van de kwaliteit van het milieu openbaar worden gemaakt. Het vierde lid bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over deze openbaarmaking.

Vijfde lid

Op grond van het vijfde lid kunnen regels worden gesteld over de toezending van verslagen aan een bestuursorgaan, de Staten-Generaal of de Europese Commissie. De voorgestelde leden zijn noodzakelijk vanwege internationaalrechtelijke verplichtingen of verantwoording aan, of een andere vorm van politieke betrokkenheid van, de Staten-Generaal. Met die regels wordt continuïteit beoogd van bestaande verplichtingen.

Zesde lid

Het zesde lid biedt een grondslag om bij ministeriële regeling regels te stellen over de in het verslag op te nemen gegevens, de vorm van het verslag, de beoordeling van de gegevens en de daarbij te gebruiken methoden.