1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 20. Monitoring en informatie
  5. Afdeling 20.5 Digitaal stelsel Omgevingswet
  6. 20.5.2 Landelijke voortzetting
  7. 20.21 Landelijke voorziening

Artikel 20.21 Landelijke voorziening

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Er is een landelijke voorziening. Deze voorziet in ieder geval in:
a. het elektronisch ontsluiten van de informatie, bedoeld in artikel 20.26, eerste lid,
b. het elektronisch kunnen indienen van een aanvraag om een besluit, doen van een melding, verstrekken van gegevens en bescheiden ter voldoening aan een andere informatieverplichting dan een melding en verzenden van een ander bericht, als bedoeld in artikel 16.1.

2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beheert de landelijke voorziening. Bij ministeriële regeling kan aan een rechtspersoon een uitsluitend recht worden verleend voor het in opdracht van die minister verrichten van werkzaamheden in het kader van het beheer van de landelijke voorziening.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen bestuursorganen of rechtspersonen worden aangewezen die zorg dragen voor de inrichting, instandhouding, werking en beveiliging van bij de maatregel aangewezen onderdelen van de landelijke voorziening.
 
4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de inrichting, instandhouding, werking en beveiliging van de landelijke voorziening.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr 3, p. 316-317)

Eerste lid

Dit artikellid roept een landelijke voorziening voor het digitaal stelsel in het leven en bepaalt de functionaliteiten van die landelijke voorziening met het oog op de in artikel 20.20 genoemde doelen. Deelcomponenten van de landelijke voorziening en de daarvan deel uitmakende technische infrastructuur behoeven niet afzonderlijk te worden geregeld als onderdelen van het digitaal stelsel. In de systeembeschrijving (artikel 20.29) zal de inrichting en werking van deze componenten waar nodig worden beschreven. Evenmin worden bijvoorbeeld de bestuursorganen en rechtspersonen die een rol vervullen in de totstandkoming van de informatievoorziening, als zodanig als onderdelen van het stelsel genoemd. Het volstaat om ieders taken en verantwoordelijkheden rondom de informatievoorziening te duiden en helder te beleggen. Hierop wordt in de toelichting op artikel 20.26 nader ingegaan.

Een landelijke voorziening werd al genoemd in artikel 20.12 van de Omgevingswet, als voorziening voor het kennis kunnen nemen van omgevingsdocumenten, en in artikel 16.4 van de Omgevingswet, als voorziening voor een elektronische aanvraag om een besluit en voor het doen van een melding op grond van deze wet. Als onderdeel van het digitaal stelsel wordt voorzien in een landelijke voorziening met functionaliteiten die in ieder geval deze functies omvat. Met het oog op doorontwikkeling biedt artikel 20.22 de mogelijkheid om functionaliteiten toe te voegen met het oog op de in artikel 20.20 omschreven doelen van het stelsel.

De eerste in artikel 20.21, eerste lid, genoemde functionaliteit betreft het ontsluiten van de in artikel 20.20, onder a, bedoelde informatie, die op grond van artikel 20.26, eerste lid, nader wordt gespecificeerd, voor zover de toegang tot die informatie niet is beperkt op grond van artikel 20.23 in samenhang met artikel 20.26, tweede lid. Met het ontsluiten van informatie over de fysieke leefomgeving wordt in beginsel een onbeperkte doelgroep gediend, waaronder burgers en bedrijven.

De tweede functionaliteit betreft de integratie van de functionaliteiten van het Omgevingsloket Online, voor de elektronische aanvraag van een omgevingsvergunning, en van de Activiteitenbesluit internetmodule voor het doen van meldingen. Een en ander was al opgenomen in artikel 16.4, eerste lid, van de Omgevingswet. Vanwege integratie van de in dat artikel genoemde landelijke voorziening met de landelijke voorziening voor het digitaal stelsel, wordt de bepaling nu verwerkt in artikel 20.21. Daaraan wordt toegevoegd de mogelijkheid om via deze functionaliteit te voldoen aan een andere informatieverplichting dan een melding, en het indienen van andere berichten op grond van deze wet. Hierop is in de toelichting op de wijziging van artikel 16.1 ingegaan.

Tweede lid

Deze bepaling legt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de wettelijke taak op om de landelijke voorziening in stand te houden. Daarmee heeft de Minister voor de landelijke voorziening de volledige uitvoeringsverantwoordelijkheid.

Dit is een wijziging ten opzichte van de tot nu toe bestaande situatie met gescheiden voorzieningen en gescheiden beheer: het door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (Rijkswaterstaat) beheerde Omgevingsloket Online, en het door het Kadaster beheerde Ruimtelijkeplannen.nl. Integratie van die voorzieningen, met uitbreiding van geo-gerichte informatievoorziening, vraagt gecentraliseerd beheer. Vooralsnog is dit beheer belegd bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die voor het stelsel als geheel verantwoordelijk is. Het is aan deze Minister om zorg te dragen voor het nader beleggen van de beheertaak bij een daarvoor toegeruste organisatie.

Derde lid

Dit artikellid biedt de mogelijkheid om nadere regels te geven over de technische en administratieve inrichting, de instandhouding, de werking en de beveiliging van de landelijke voorziening. Hierbij kan worden gedacht aan regels van technische aard, bijvoorbeeld over de inrichting van een afgescheiden samenwerkingsruimte. Daarnaast kan worden gedacht aan het bijhouden van een catalogus waarin de betekenis van begrippen is opgenomen met een duiding van hun onderlinge relaties.