1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 4. Algemene regels over activiteiten in de fysieke leefomgeving
  5. Afdeling 4.1 Algemene bepalingen voor regels over activiteiten
  6. 4.1.3 Bevoegd gezag
  7. 4.13 Bevoegd gezag rijksregels in combinatie met een omgevingsvergunning

Artikel 4.13 Bevoegd gezag rijksregels in combinatie met een omgevingsvergunning

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Op grond van artikel 4.3 kunnen gevallen worden aangewezen waarin het bestuursorgaan dat
bevoegd is te beslissen op de aanvraag om een omgevingsvergunning het bevoegd gezag is.
Het gaat om gevallen waarin activiteiten worden verricht waarvoor een
omgevingsvergunning is vereist in combinatie met activiteiten waarvoor regels gelden als bedoeld
in artikel 4.3.

2. In ieder geval worden aangewezen milieubelastende activiteiten:
a. met betrekking tot een ippc-installatie,
b. waarop de Seveso-richtlijn van toepassing is.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 162)

Dit artikel bevat een verwijzing naar een ippc-installatie in de vorm van de volgende zinsnede: installatie als bedoeld in bijlage I bij de richtlijn industriële emissies. In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld om een begripsomschrijving voor «ippc-installatie» op te nemen. Dit betekent voor het hier bedoelde artikel dat de genoemde zinsnede kan worden vervangen door: ippc-installatie.

Oorspronkelijke wettekst

1. Op grond van artikel 4.3 kunnen gevallen worden aangewezen waarin het bestuursorgaan dat bevoegd is te beslissen op de aanvraag om een omgevingsvergunning het bevoegd gezag is. Dit betreft gevallen waarin activiteiten worden verricht waarvoor een omgevingsvergunning is vereist in combinatie met activiteiten waarvoor regels gelden als bedoeld in artikel 4.3.

2. In ieder geval worden aangewezen milieubelastende activiteiten:
a. met betrekking tot een installatie als bedoeld in bijlage I bij de richtlijn industriële emissies,
b. waarop de Seveso-richtlijn van toepassing is.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33962, nr. 3, p. 474)

Eerste lid

Dit lid voorziet in een grondslag om voor het bevoegd gezag voor rijksregels aan te kunnen sluiten bij het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. Het betreft gevallen waarin combinaties van activiteiten worden verricht, waarop zowel rijksregels van toepassing zijn als een omgevingsvergunningplicht geldt. Daarmee kan worden voorkomen dat er onnodig verschillende bestuursorganen bevoegd gezag zouden zijn voor gecombineerd verrichte activiteiten. Met dit artikel is niet beoogd om de bevoegdheidsverdeling, die voor wateractiviteiten uit artikel 5.9 volgt, te doorkruisen.

Tweede lid

In dit lid zijn twee milieubelastende activiteiten opgesomd waarvoor in ieder geval toepassing wordt gegeven aan het eerste lid. Toepassing van het eerste lid heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat als uit hoofdstuk 5 volgt dat gedeputeerde staten het bevoegd gezag zijn voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor deze activiteiten, zij ook het bevoegd gezag zullen zijn voor de aangewezen gevallen van andere milieubelastende activiteiten waarvoor regels gelden als bedoeld in artikel 4.3, die in combinatie worden verricht met deze activiteiten. Hiermee wordt voorkomen dat er voor IPPC-installaties en Seveso-bedrijven verschillende bestuursorganen bevoegd gezag zouden zijn voor in die installaties of bedrijven gecombineerd verrichte milieubelastende activiteiten.