1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 5. De omgevingsvergunning en het projectbesluit
  5. Afdeling 5.1 De omgevingsvergunning
  6. 5.1.3 De beoordeling van de aanvraag
  7. 5.18 Beoordelingsregels aanvraag artikel 5.1-activiteiten bij algemene maatregel van bestuur

Artikel 5.18 Beoordelingsregels aanvraag artikel 5.1-activiteiten bij algemene maatregel van bestuur

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het verlenen of weigeren van
een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 5.1.

2. Daarbij kunnen regels worden gesteld over de motivering van de beslissing tot het verlenen of
weigeren.

3. Artikel 2.32, tweede tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing op die
regels.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 496 en 497)

Dit artikel vormt de algemene grondslag voor door het Rijk vast te stellen beoordelingsregels voor aanvragen om omgevingsvergunningen. Zoals toegelicht in het algemene deel is gekozen voor een werkwijze waarbij de feitelijke beoordelingsregels bij elkaar worden gebracht in één algemene maatregel van bestuur, zodat het bevoegd gezag, maar ook de aanvrager, overzichtelijk kan zien welke wettelijke regels gelden voor het beoordelen van een aanvraag. In het tweede lid is voor de volledigheid vermeld dat de beoordelingsregels ook kunnen bepalen dat de motivering van het besluit aan bepaalde eisen moet voldoen. In het derde lid wordt de mogelijkheid van ontheffingen van instructieregels, zoals die is opgenomen in artikel 2.32, van overeenkomstige toepassing verklaard op de beoordelingsregels. Deze ontheffingsmogelijkheid is vooral van belang voor de instructieregels voor omgevingsplannen, die (zoals bij artikel 5.20 beschreven) van overeenkomstige toepassing zijn op omgevingsvergunningen voor afwijkactiviteiten, maar het stelsel van de wet biedt ook de ruimte om de ontheffingsmogelijkheid voor andere beoordelingsregels toe te passen.

Het rechtskarakter van beoordelingsregels lijkt overigens sterk op dat van instructieregels. In dit hoofdstuk is gekozen voor de term «beoordelingsregels» en niet voor «instructieregels» omdat de regels in bepaalde gevallen ook «omhoog» de bestuurlijke ladder op werken. Daarbij past de term «instructie» niet. Zo zullen gedeputeerde staten bij het beoordelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit in samenloop met een afwijkactiviteit, inhoudende het kappen van een boom, de gemeentelijke beoordelingsregels voor het kappen van bomen moeten hanteren.