1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 5. De omgevingsvergunning en het projectbesluit
  5. Afdeling 5.1 De omgevingsvergunning
  6. 5.1.3 De beoordeling van de aanvraag
  7. 5.30 Beoordelingsregels artikel 5.3- en 5.4-activiteiten

Artikel 5.30 Beoordelingsregels artikel 5.3- en 5.4-activiteiten

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 5.3 of 5.4, kan de
omgevingsvergunning alleen worden verleend of geweigerd op de gronden die zijn bepaald in de
waterschapsverordening respectievelijk de omgevingsverordening.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 502)

Dit artikel bevat de beoordelingsregels voor de op grond van de artikelen 5.3 en 5.4 omgevingsvergunningplichtige activiteiten. Dit zijn activiteiten waarvoor het verbod om deze zonder omgevingsvergunning te verrichten is opgenomen in een waterschapsverordening respectievelijk een omgevingsverordening. Op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de hier bedoelde activiteiten zijn de verlenings- of weigeringsgronden van toepassing die zijn bepaald in de desbetreffende verordening.

Wat betreft de waterschapsverordening (vergunningplichtige activiteiten op grond van artikel 5.3) wordt er in dit verband op gewezen dat naar huidig recht op basis van artikel 6.13 in samenhang met artikel 6.21 van de Waterwet op een aanvraag om vergunning voor de hier bedoelde activiteiten het toetsingskader van de Waterwet van toepassing is. Met de verschuiving bij dit wetsvoorstel van het toetsingskader naar de waterschapsverordening zelf, wordt voor alle vergunningplichten die op decentraal niveau in een verordening zijn opgenomen dezelfde systematiek gehanteerd.