1. Voor zover een omgevingsvergunning betrekking heeft op:
a. een stortingsactiviteit op zee,
b. een milieubelastende activiteit,
c. een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk, beziet het bevoegd gezag regelmatig of de voorschriften van de vergunning nog toereikend zijn gezien de ontwikkelingen van de technische mogelijkheden tot het beschermen van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu.
2. Onder ontwikkelingen van de technische mogelijkheden tot het beschermen van het milieu wordt ook verstaan de vaststelling van nieuwe of herziene conclusies over beste beschikbare technieken, bedoeld in artikel 13, vijfde en zevende lid, van de richtlijn industriële emissies.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden met het oog op het beschermen van het milieu regels gesteld over de wijze waarop het eerste lid wordt toegepast voor daarbij aangewezen activiteiten. Bij de maatregel kan worden bepaald dat daarbij gestelde regels alleen gelden in daarbij aangewezen gevallen.
Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 506-507)
Dit artikel heeft betrekking op de zogeheten actualiseringsplicht voor de omgevingsvergunning. Deze actualiseringsplicht is ontleend aan artikel 2.30 Wabo. Dit artikel is op grond van artikel 6.26, eerste lid, aanhef en onder c, van de Waterwet van overeenkomstige toepassing op watervergunningen voor het lozen of storten van stoffen. Om die reden ziet de actualiseringsplicht in het voorgestelde artikel 5.36, eerste lid, niet langer alleen op de omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit, maar ook op een omgevingsvergunning voor de lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk en voor de stortingsactiviteit op zee.
Op grond van het derde lid zullen bij algemene maatregel van bestuur in het belang van het beschermen van het milieu regels worden gesteld over de wijze waarop het eerste lid wordt toegepast. Onder het huidige wettelijke regime bevat artikel 5.10 van het Besluit omgevingsrecht daarover regels. Bij dat artikel is het tijdstip waarop uitvoering moet worden gegeven aan de actualiseringsplicht nader ingevuld. Deze lijn zal onder dit wetsvoorstel worden voortgezet.