1. Home
  2. Specialisten
  3. Farah Mir

Farah Mir Juridisch medewerker Ondernemingsrecht

Neem vrijblijvend contact op Telefoon 024 381 31 89 E-mailadres Stuur mij een e-mail Social

Over Farah Mir

Biografie

Farah heeft HBO-rechten gestudeerd aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Daarna heeft zij de premaster afgerond aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Farah is sinds 2020 werkzaam als juridisch medewerker op de sectie Ondernemingsrecht in Nijmegen.
Zij adviseert en vertegenwoordigt een grote Europese luchtvaartmaatschappij op het gebied van passagiersrechten.

Functie(s)

2020 Juridisch medewerker, Dirkzwager
Handel & Transport, Ondernemingen Europees recht Dirkzwager - Stella Maris
Van Schaeck Mathonsingel 4
6512 AN Nijmegen

Opleiding(en)

2013 2016 Radboud Universiteit Nijmegen
2007 2013 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Talen

Nederlands, Engels

Events

Delen of opslaan

Kennis geschreven door Farah Mir

1 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 1

Recht op compensatie indien meerdere (buitengewone) omstandigheden tot langdurige vluchtvertraging hebben geleid?

De zomervakantie is weer voorbij. Een groot deel van de vakantiegangers is inmiddels gevaccineerd en de meeste mensen durfden gelukkig weer een vakantie te boeken naar het buitenland. De luchtvaartmaatschappijen merken dat er weer meer boekingen worden verricht. Dit brengt helaas ook met zich mee dat er weer meer vluchten vertraagd dan wel geannuleerd worden uitgevoerd. Dit kan in sommige gevallen leiden tot recht op compensatie voor passagiers, tenzij er sprake is van een buitengewone omstandigheid. Maar wat nu als de vertraging is ontstaan door twee of meer omstandigheden die niet allemaal een buitengewone omstandigheid zijn? Is er dan nog wel recht op compensatie op basis van Verordening 261/2004 (hierna te noemen: de Verordening)?