
Kwartaalupdate Q2 aanbestedingsrecht (1)
Traditioneel praten we u ieder kwartaal bij over de actualiteiten in het aanbestedingsrecht. De tweede Kwartaalupdate Aanbestedingsrecht van 2022 vindt plaats op 30 juni.
Sinds 2018 is Myrthe Haarman werkzaam als advocaat bij Dirkzwager. Voordat Myrthe is begonnen met de opleiding Nederlands recht, heeft zij Economie gestudeerd aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Na het afronden van haar studie heeft zij bij de Rabobank en het Radboudumc gewerkt waarbij zij de nodige ervaring heeft opgedaan met juridische vraagstukken.
Myrthe heeft naast haar baan de deeltijdopleiding Rechtsgeleerdheid met afstudeerrichting Burgerlijk recht cum laude aan de Radboud Universiteit afgerond. Tijdens haar studie heeft ze meerdere stages gelopen bij diverse grote advocatenkantoren in Amsterdam, Brussel en Londen.
Traditioneel praten we u ieder kwartaal bij over de actualiteiten in het aanbestedingsrecht. De tweede Kwartaalupdate Aanbestedingsrecht van 2022 vindt plaats op 30 juni.
Traditioneel praten we u ieder kwartaal bij over de actualiteiten in het aanbestedingsrecht. De derde Kwartaalupdate Aanbestedingsrecht van 2022 vindt plaats op 20 september.
Traditioneel praten we u ieder kwartaal bij over de actualiteiten in het aanbestedingsrecht. De vierde Kwartaalupdate Aanbestedingsrecht van 2022 vindt plaats op 15 december.
Om maar gelijk met de deur in huis te vallen dient bovengenoemde vraag bevestigend te worden beantwoord. Dit heeft te maken met het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021; dat enkele maanden geleden voor spaarders als een mooi ‘kerstcadeau’ kwam, maar al snel bleek in de personenschadepraktijk dat met dit arrest de wettelijke basis voor de berekening van de fiscale component is komen te ontvallen.
Kan een benadeelde overeenkomstig artikel 7:954 lid 1 BW, de directie actie, rechtstreeks een beroep doen op de aansprakelijkheidsverzekeraar van de aansprakelijke partij? Deze vraag stond centraal in een recent (ongepubliceerd) arrest van het gerechtshof Amsterdam van 1 juni 2021. Het antwoord op de vraag dient in beginsel ontkennend te worden beantwoord.
Dat is een veelvoorkomende vraag in de juridische praktijk. Het antwoord hierop is (deels) afhankelijk van de “omstandigheden van het geval". Een in de juridische literatuur inmiddels veelgebruikte frase, maar er valt wel richting te geven aan het antwoord op de vraag.
In een eerder artikel heb ik aandacht besteed aan de proefprocessen verzekeringsfraude waarvan de rechtbank Rotterdam in augustus 2019 de inhoudelijke behandeling heeft aangehouden. Op 29 oktober 2019 heeft de rechtbank Rotterdam het Openbaar Ministerie (hierna: OM) niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachten. Bijzonder aan deze zaken is dat het in beide gevallen gaat om verzekeringsfraude waarbij het opsporingsonderzoek en de opbouw van het strafdossier is uitgevoerd door de verzekeraar overeenkomstig het convenant aanpak verzekeringsfraude
Op 14 augustus 2019 heeft de rechtbank Rotterdam twee zaken omtrent verzekeringsfraude behandeld. Bij één van deze zaken bestaat het vermoeden dat de aanrijding in scène is gezet zodat door X ten onrechte bij de verzekeraar voor duizenden euro’s aan schadevergoeding wordt geclaimd. Een dergelijke kwestie komt in de praktijk helaas wel vaker voor. Wat deze twee zaken echter uniek maakt is dat het openbaar ministerie (OM) bij de behandeling van deze zaken gebruik maakt van een dossier dat is opgesteld door de verzekeraar zelf.
Op 28 september jongstleden heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een procedure tussen een patiënt en IZA Zorgverzekeraar N.V. (hierna: IZA). Partijen verschillen van mening over de vraag of de aangevraagde zorg (i.e. het plaatsen van gebitsimplantaten) onder de dekking van de zorgverzekeringsovereenkomst valt. Volgens IZA heeft de verzekerde geen recht op deze zorg overeenkomstig de polisvoorwaarden. De rechtbank overweegt dat IZA haar polisvoorwaarden scherper had moeten formuleren indien zij dekking voor gevallen zoals onderhavige had willen uitsluiten.
Het moment waarop de schade zich heeft gemanifesteerd is beslissend voor de vraag onder welke polis, die van de oude of de nieuwe beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, de aansprakelijkheid van het ziekenhuis gedekt is. Dat heeft het hof Arnhem-Leeuwarden op 18 september 2018 bepaald in een procedure tussen twee verzekeraars.
Zorgaanbieders die medisch specialistische zorg aanbieden moeten eerder de sterftecijfers publiceren. Per 14 juli 2018 is het verplicht dat uiterlijk op 31 december t+1 de cijfers over jaar t worden gepubliceerd.