Bouwvrijstelling onverbindend. Wat betekent dat voor mijn project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
Projecten die met intern salderen niet leiden tot een toename van stikstofdepositie zijn niet natuurvergunningplichtig. Veel initiatiefnemers kiezen er desondanks voor om toch een aanvraag om een natuurvergunning in te dienen, om zo een positieve weigering op de aanvraag te verkrijgen.
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
Een dragend beginsel van de Nederlandse rechtstaat is dat de overheid geen eigen belangen heeft. De functie van overheidslichamen is primair faciliterend ten opzichte van de burgers en bedrijven. Van essentieel belang is daarbij dat de overheid naar de individuele burger en bedrijf luistert, kijkt naar wat zij nodig heeft en zich daarbij dienend en responsief opstelt. Veel gemeenten willen graag een responsieve en eerlijke overheid zijn. In de praktijk gaat dit niet altijd goed. Dat kan leiden tot strijd met het beginsel van fair play. De bestuursrechter lijkt daar in toenemende mate ook strenger op toe te zien.
De Wet Bibob (voluit: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) heeft als doel te voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten faciliteert bij het verlenen van beschikkingen, overheidsopdrachten en het aangaan van vastgoedtransacties. Daarom maakt de Wet Bibob het onder meer mogelijk dat bestuursorganen vergunningen weigeren of intrekken als sprake is van een ‘ernstig gevaar’ dat die vergunningen worden misbruikt (artikel 3 Wet Bibob).
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht.
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Na twee eerdere conclusies over de toetsing van besluiten in algemene zin en de toetsing van lagere wetgeving, zijn op 18 mei 2022 de laatste twee uit een serie van vier conclusies over het bestuursrechtelijke evenredigheidsbeginsel gepubliceerd. In deze conclusies bespreken staatsraden A-G Snijders en Widdershoven de toetsing van wetgeving in formele zin en beleidsregels aan het evenredigheidsbeginsel.
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht. De Woo geeft nieuwe en afwijkende spelregels voor actieve en passieve openbaarmaking, zowel inhoudelijk als procedureel. Belangrijke veranderingen voor de bestuurlijke praktijk dus. In dit blog zet ik puntsgewijs enkele aandachtspunten op een rij.
In een uitspraak van 20 april 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzichtelijk gemaakt wat de eventuele gevolgen zijn van het Didam-arrest in het kader van de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan.