De pensioenplicht binnen concernverband: to whom it may concern?
Hoe moet er vanuit concernverband gekeken worden naar een verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds?
Hoe moet er vanuit concernverband gekeken worden naar een verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds?
De RVU-drempelvrijstellingsregeling heeft ten doel om werkgevers meer mogelijkheden te geven om oudere werknemers. Hoewel de regeling een generieke insteek kent valt op dat cao-partijen aan de regeling een vooralsnog uitermate beperkte insteek toekennen. Een analyse van inzetten voor het cao-overleg en een recent gesloten onderhandelaarsakkoord binnen de zorgsector volgt in dit blog.
Op 12 januari van dit jaar heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel “Bedrag ineens, regeling vervroegde uittreding (hierna: RVU) en verlofsparen” zonder nadere stemming aanvaard. Deze wet is een gevolg van het pensioenakkoord dat is gesloten tussen het kabinet, werkgevers- en werknemersorganisaties. Een van de drie onderdelen van deze wet is de introductie van een RVU-drempelvrijstelling. Concreet wordt met deze vrijstelling beoogd mogelijk te maken dat werkgevers in de 36 maanden voor het bereiken van de AOW-leeftijd aan werknemers een bedrag kunnen meegeven, zonder dat hierover RVU-heffing verschuldigd is. De RVU-heffing is, naast de normale inhoudingen, verschuldigd door de werkgever en bedraagt 52% van de uitkering aan de werknemer. In dit artikel bespreken wij enkele aandachtspunten met betrekking tot de nieuwe drempelvrijstelling.
De Autoriteit Consument en Markt stelt 5 vuistregels voor het maken van reclame voor duurzame energieproducten en -diensten. De energietransitie wordt nu dus ook vanuit reclamerechtelijk perspectief bezien.
Op 3 september jl. is het Wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen gepubliceerd.
Met enige regelmaat wordt er geprocedeerd tussen het UWV en een WW-gerechtigde over de korting die het UWV heeft toegepast op een WW-uitkering vanwege een ontvangen (pre)pensioenuitkering. Begin deze maand heeft de rechtbank Noord-Holland hierover een opvallende uitspraak gewezen. In dit artikel vindt u een analyse en nuancering van de uitspraak.
Met ingang van 1 juni 2020 heeft KLM haar vrijwillige vertrekregeling 2020 (vvr) opengesteld voor al haar werknemers, als onderdeel van een herstelplan om het bedrijf door de coronacrisis te loodsen. Uit diverse berichtgeving blijkt dat er vooralsnog weinig animo voor de regeling bestaat.
In het tijdschrift HR Rendement is onlangs een artikel verschenen van Jaleesa van den Hof, waarin zij uitvoerig ingaat op het nabestaandenpensioen.
Het nieuwe payrollregime heeft forse impact op de pensioenpraktijk voor menig werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder.
De coronacrisis raakt iedereen. Ook op het terrein van pensioen zijn de gevolgen voelbaar. Dat betekent echter niet dat we helemaal niets tegen die pensioengevolgen kunnen uitrichten. In deze bijdrage zal ik ingaan op de vraag wat HR, Finance en een bijna-pensioengerechtigde zoal tijdens deze coronacrisis kunnen doen om de pensioengevolgen in te perken.
Onlangs is Prorail zowel in eerste aanleg als in hoger beroep veroordeeld om in te stemmen met een verzoek van een werkneemster om door te werken na haar AOW-leeftijd. Gaat deze uitspraak precedenten scheppen?
Zowel werkgevers die wel eens arbeidskrachten ter beschikking stellen (uitlenen) als werkgevers die wel eens een opdracht geven tot ter beschikking stelling (inlenen) moeten bedacht zijn op het nieuwe payrollregime uit de Waadi. Dat regime komt namelijk veel eerder in beeld dan regelmatig gedacht en kent bovendien behoorlijk verstrekkende consequenties.