Events Intellectuele Eigendom, IT- en Privacyrecht, 2e helft 2022
De sectie Intellectuele Eigendom, IT- en Privacyrecht van Dirkzwager heeft voor de tweede helft van 2022 het volgende programma met events voor u samengesteld
De sectie Intellectuele Eigendom, IT- en Privacyrecht van Dirkzwager heeft voor de tweede helft van 2022 het volgende programma met events voor u samengesteld
Het komt voor dat partijen een koopovereenkomst met elkaar sluiten en de koper op enig moment van de koop wenst af te zien. Soms is dat mogelijk, bijvoorbeeld als er een ontbindende voorwaarde in de koopovereenkomst is opgenomen. Uit de rechtspraak blijkt dat sinds de uitbraak van het coronavirus ook veelvuldig beroep wordt gedaan op onvoorziene omstandigheden met wijziging van de koopovereenkomst tot gevolg of ontbinding van de koopovereenkomst. In dit artikel bespreek ik een uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch waar dit allemaal aan bod kwam.
In Nederland wordt door de rechter relatief eenvoudig verlof verleend aan een schuldeiser voor het leggen van conservatoir beslag onder zijn schuldenaar. Dat heeft er mee te maken dat de rechter op basis van het verzoek slechts ‘summier’ onderzoek doet of de vordering van de schuldeiser hout snijdt. Dit houdt in dat de rechter geen uitgebreid onderzoek instelt naar de vraag of de schuldeiser of de schuldenaar het gelijk aan zijn zijde heeft. Dat een vordering betwist wordt door de schuldenaar is dus geen reden om het verzoek van de schuldeiser om beslag te mogen leggen af te wijzen. Deze vraag dient te worden beantwoord in een aparte hoofdzaak. In een procedure bij het Gerechtshof Amsterdam van 13 april 2021 oordeelde het Hof dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam de verkeerde maatstaf had toegepast bij het beslissen omtrent de verlening van verlof tot het leggen van beslag.
Partijen hebben de mogelijkheid om een agentuurovereenkomst via de kantonrechter te ontbinden. Dit staat beschreven in artikel 7:440 BW. Partijen hebben daarnaast ook de keuze om de agentuurovereenkomst zonder tussenkomst van een rechter te ontbinden. In dit artikel licht ik beide mogelijkheden toe en waarom de wetgever de mogelijkheid van ontbinding via de kantonrechter in het leven heeft geroepen. Ook ga ik in op de verjaringstermijn van de vorderingen zoals beschreven in artikel 7:440 BW.
Het komt in de praktijk meer dan eens voor dat partijen een agentuurovereenkomst met elkaar hebben gesloten en de ene partij op enig moment niet meer verder wil met de andere partij. Partijen zijn vanzelfsprekend gehouden aan de afspraken die zij hierover hebben gemaakt in de agentuurovereenkomst. Wat nog wel eens vergeten wordt, is dat de agentuurovereenkomst wettelijk is geregeld waarbij nogal wat bepalingen van (semi-)dwingend recht zijn. Dat betekent dat partijen in de agentuurovereenkomst daarvan niet kunnen afwijken. In dit artikel ga ik in op de opzeggingsregeling die van dwingend recht is.
In een procedure tussen een ICT-leverancier en zijn klant, wordt de ICT-leverancier veroordeeld tot het vergoeden van de schade die zijn klant geleden heeft door een ransomware-aanval. Deze aanval vond plaats enige tijd nadat de tussen partijen geldende onderhoudsovereenkomst (SLA) was geëindigd. Desalniettemin is de ICT-leverancier aansprakelijk, omdat hij gedurende de looptijd van de SLA heeft nagelaten adequate back-ups te maken. Dit terwijl dat wel tot zijn verplichtingen behoorde. Hierdoor kon de getroffen klant niet anders dan losgeld betalen om de ransomware-aanval te (doen) eindigen, in plaats van het terugzetten van de back-ups. Tegelijkertijd is er wel sprake van eigen schuld van de klant bij het kunnen ontstaan van de ransomware-aanval. Zodoende wordt de schadevergoeding gematigd.
In een procedure tussen Uber en een aantal ontslagen chauffeurs, stellen de chauffeurs zich op het standpunt dat daarbij op onrechtmatige wijze gebruik is gemaakt van geautomatiseerde besluitvorming. Zij vorderen (kort samengevat) inzage in het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming alsmede in de onderliggende logica, het belang en de verwachte gevolgen daarvan. Daarnaast vorderen zij een schadevergoeding wegens schending van de AVG. De vorderingen worden in een interessant vonnis gemotiveerd afgewezen.
Conservatoir beslag is in Nederland eenvoudig gelegd, maar hoe krijgt de beslagene het beslag er vanaf? In een reeks korte en praktische artikelen ga ik nader in op enkele aspecten van het leggen en met name het opheffen van beslag. In elk artikel wordt ingezoomd op verschillende mogelijkheden voor opheffing. In dit vierde deel van de reeks bespreek ik het stellen van zekerheid door de beslagene.
De rechtbank Noord-Holland oordeelde recent dat het beroep van een advocaat op een vervalbeding in de algemene voorwaarden van de advocatenmaatschap slaagt. In deze blog bespreek ik welke omstandigheden de rechtbank relevant achtte.
De zorgplicht van de IT-leverancier is al jaren in ontwikkeling. Jurisprudentie laat zien dat de omvang van deze zorgplicht als maar veelomvattender wordt. In een recent arrest legt het Hof Amsterdam de zorgplicht juist een keer beperkt uit: bij de beoordeling van de reikwijdte van de zorgplicht moet de aard en inhoud van de overeenkomst niet uit het oog worden verloren. De afspraken uit de overeenkomst bepalen immers waar de zorgplicht op ziet. In casu gaf de opdrachtgever een incidentele opdracht voorzien van duidelijke instructies, hetgeen volgens het hof invloed heeft op de hoogte van de zorgplicht van de IT-leverancier.
In de praktijk wordt geregeld gebruikgemaakt van een ouderdomsclausule bij de verkoop van een oudere woning. De bedoeling van deze clausule is dat de verkoper niet (meer) aansprakelijk is voor (verborgen) gebreken die het normaal gebruik van de woning belemmeren. Uit de rechtspraak blijkt dat rechters de strekking van de ouderdomsclausule verschillend uitleggen. De oorzaak daarvan lijkt te zijn gelegen in de formulering van de ouderdomsclausule.
Als partijen in de regel een overeenkomst met elkaar willen sluiten, doet de ene partij een aanbod en aanvaardt de andere partij dit aanbod. Uiteraard komt het ook voor dat partijen niet gelijk tot een overeenkomst komen en over de voorwaarden onderhandelen. In de praktijk komt het voor dat een partij zich tijdens de onderhandelingen terugtrekt en deze afbreekt. Is deze partij dan eigenlijk schadeplichtig ten opzichte van de andere partij? Ik beantwoord deze vraag aan de hand van een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.