Goed hulpverlenerschap of seksueel grensoverschrijdend gedrag?
“De arts dringt niet verder door tot de privésfeer van de patiënt dan in het kader van de hulpverlening noodzakelijk is. De arts onthoudt zich van contacten van seksuele aard binnen de hulpverlening. Verbale of lijfelijke intimiteiten zijn niet toegestaan.” De tekst van gedragsregel II.11 van de Gedragsregels voor Artsen van de KNMG is duidelijk, maar het is bepaald niet altijd eenvoudig om precies te bepalen waar de grens tussen noodzaak en begeerte moet worden gesitueerd. Soms ook wel. Zoal...