1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Aansprakelijkheid voor schade door het angstig maken van een paard

Aansprakelijkheid voor schade door het angstig maken van een paard

Op 19 oktober 2010 heeft het Gerechtshof ’s-Gravenhage vonnis gewezen in een interessante aansprakelijkheidszaak. In deze zaak het ging om schade die is ontstaan doordat het paard van Vliet door werkzaamheden van zijn buurman Bevelanders op de perceelgrens zodanig angstig is geworden dat het paard zichzelf beschadigde en Van Vliet hiervan schade ondervond, bestaande uit dierenarts- en trainingskosten en misgelopen inkomsten. Door het lawaai en het gooien van stenen is het paard zo angstig gew...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 04 september 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 19 oktober 2010 heeft het Gerechtshof ’s-Gravenhage vonnis gewezen in een interessante aansprakelijkheidszaak. In deze zaak het ging om schade die is ontstaan doordat het paard van Vliet door werkzaamheden van zijn buurman Bevelanders op de perceelgrens zodanig angstig is geworden dat het paard zichzelf beschadigde en Van Vliet hiervan schade ondervond, bestaande uit dierenarts- en trainingskosten en misgelopen inkomsten. Door het lawaai en het gooien van stenen is het paard zo angstig geworden dat het zichzelf heeft verwond, waardoor er volgens de behandelend dierenarts waarschijnlijk een interne bloeding is ontstaan. Toen de berijder van het paard aan het einde van de middag bij de stal kwam, was het paard verwond aan het hoofd, doorweekt van het zweet en heel angstig. Het paard bleef ook daarna schuw, onbetrouwbaar, leek verminderde zichtbaarheid en een lichte vorm van ataxie te hebben, te zien aan de afwijkende bewegingen van het paard. Een voor de betreffende datum gesloten koopovereenkomst met betrekking tot het paard is ten gevolge hiervan door de koper ontbonden, waardoor Van Vliet € 45.000,-- misliep.

Nadat het paard een half jaar bij een trainingsstal is gereden om het paard weer verkoop klaar te maken maar verbetering uitbleef, is besloten het paard te laten inslapen. Het paard was niet meer geschikt om te kunnen gebruiken als normaal rijpaard.

De rechtbank heeft in eerste aanleg de schadevergoedingsvordering afgewezen, omdat er niet was bewezen dat de schade daadwerkelijk het gevolg is van de werkzaamheden. De eigenaar van het paard, Van Vliet, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis en heeft vervolgens enkele getuigen laten horen. Uit hun verklaringen blijkt dat er op de bewuste dag onder andere stenen tegen de stal van het paard zijn aangegooid en dat het paard daarop reageerde door tegen de stalmuren te schoppen.

Het hof achtte het naar aanleiding van de getuigenverklaringen bewezen dat de schade het gevolg was van de verrichte werkzaamheden, die op onnodig ruwe en grove wijze zijn uitgevoerd. Foto’s van de werkzaamheden en de getuigenverklaringen ondersteunen elkaar en stellingen hiertegen van Bevelander kunnen niet slagen. Evenmin zijn er andere mogelijke oorzaken voor de beschadiging van het paard naar voren gekomen. Het hof veroordeeld Bevelander dan ook tot betaling van het bedrag van € 51.140,01 aan Van Vliet, wat ziet op de verkoopprijs van € 45.000,- vermeerderd met dierenarts- en stallingkosten.

Door Christien Beernink, advocaat hippisch recht.