1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Beëindiging van een distributieovereenkomst (1)

Beëindiging van een distributieovereenkomst

De Hoge Raad heeft de afgelopen jaren een aantal belangrijke arresten gewezen over de opzegging van een duurovereenkomst indien partijen geen afspraken hebben gemaakt omtrent opzegging. Volgens de Hoge Raad kan een duurovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan in beginsel worden opgezegd. Wel kunnen de redelijkheid en billijkheid met zich brengen dat voor de opzegging een voldoende zwaarwegende opzeggingsgrond vereist is, er een opzegtermijn in acht moet worden genomen en/of dat de o...
Leestijd 
Auteur artikel Selma van Ramele
Gepubliceerd 05 maart 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De Hoge Raad heeft de afgelopen jaren een aantal belangrijke arresten gewezen over de opzegging van een duurovereenkomst indien partijen geen afspraken hebben gemaakt omtrent opzegging. Volgens de Hoge Raad kan een duurovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan in beginsel worden opgezegd. Wel kunnen de redelijkheid en billijkheid met zich brengen dat voor de opzegging een voldoende zwaarwegende opzeggingsgrond vereist is, er een opzegtermijn in acht moet worden genomen en/of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. Of dit zich in een concreet geval voordoet, hangt af van de omstandigheden van het geval. In lagere rechtspraak wordt dit uitgangspunt echter niet altijd juist gehanteerd.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich recentelijk uitgelaten over de opzegging van een distributieovereenkomst (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 februari 2014) waarbij de voorzieningenrechter op haar vingers werd getikt.

In casu ging het om een distributieovereenkomst die voor onbepaalde tijd was aangegaan. In de distributieovereenkomst hadden partijen geen nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop de overeenkomst kon worden beëindigd. De distributieovereenkomst werd door de leverancier met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden opgezegd. De distributeur was het hier niet mee eens en dagvaardde de leverancier in kort geding. De distributeur vorderde dat de leverancier haar verplichtingen voortvloeiende uit de distributieovereenkomst onverkort zou nakomen, op verbeurte van een dwangsom. De voorzieningenrechter wees de vordering toe. Daarbij overwoog de voorzieningenrechter dat een duurovereenkomst in beginsel kan worden opgezegd, maar dat de opzeggende partij wel een voldoende zwaarwegende grond zal dienen te hebben voor de opzegging. De voorzieningenrechter kon in casu geen voldoende zwaarwegende grond vaststellen.

Het Gerechtshof maakt terecht korte metten met deze uitspraak. Het Gerechtshof is anders dan de voorzieningenrechter van oordeel dat de overeenkomst in beginsel opzegbaar is. De eisen van de redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. De voorzieningenrechter heeft echter niet (expliciet) geoordeeld dat de redelijkheid en billijkheid in dit geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. De voorzieningenrechter mocht dit dan ook niet als uitgangspunt nemen.