1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Bijdrage Mike van de Graaf in OR Updates 9/2021 (Rb. Overijssel, ECLI:NL:RBOVE:2021:996)

Bijdrage Mike van de Graaf in OR Updates 9/2021 (Rb. Overijssel, ECLI:NL:RBOVE:2021:996)

In deze procedure komt de rechtbank tot de slotsom dat de gronden die gedaagde heeft aangevoerd voor de door haar genomen besluiten, die besluiten niet kunnen dragen nu er geen sprake is van concurrentie noch van een plicht(en)schending. De rechtbank vernietigt de besluiten wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid.
Leestijd 
Auteur artikel Mike van de Graaf
Gepubliceerd 07 juni 2021
Laatst gewijzigd 07 juni 2021

Inleiding
X B.V. (‘X’) en Intensive Care Twente B.V. (‘ICT’) waren als anesthesioloog via een lidmaatschap verbonden aan Anesthesiologie Coöperatie Oost Nederland U.A. (‘Anesticon’). Anesticon is het samenwerkingsverband van de anesthesiologen van Ziekhuisgroep Twente (‘ZGT’) en zij voerde tot 1 januari 2019 onder meer anesthesiologische werkzaamheden uit voor Orthopedisch Centrum Oost Nederland (‘OCON’), een orthopedische en sportmedische kliniek. OCON heeft er, ondanks gesprekken en voorstellen daartoe, niet voor gekozen om na 1 januari 2019 de anesthesiologische dienstverlening te blijven afnemen van Anesticon. Zij heeft een eigen anesthesieteam samengesteld, waarvan onder meer X en ICT deel uitmaken. X en ICT waren voordien aangesloten bij Anesticon.

X en ICT hebben hun lidmaatschap van Anesticon opgezegd. Anesticon heeft hen op haar beurt geschorst en ontzet uit hun lidmaatschap. Zij heeft tevens besloten dat X en ICT niet in aanmerking komen voor de earning-out regeling op grond waarvan zij bij afloop van hun lidmaatschap aanspraken hadden kunnen maken op een vergoeding.

Kern van het geschil
In deze procedure vorderen X en ICT vernietiging van de besluiten van Anesticon tot schorsing en ontzetting, en betaling van de vergoeding en het winstaandeel over december 2018 nu zij dat niet hebben ontvangen, alsmede betaling van de vergoeding op basis van de earning-out regeling. In reconventie vordert Anesticon voldoening van de contractuele boete wegens het overtreden van het concurrentiebeding, dan wel vergoeding van schade wegens onrechtmatig handelen door X en ICT.

Het schorsings- en ontzettingsbesluit
Het bestuur van Anesticon heeft zijn besluiten als volgt onderbouwd: enerzijds hebben X en ICT in strijd met het concurrentiebeding gehandeld en anderzijds hebben zij Anesticon onredelijk benadeeld door over te stappen naar OCON en zo hebben zij bewerkstelligd dat de samenwerking van Anesticon met OCON niet werd gecontinueerd.

Centraal bij de beoordeling van de vordering tot vernietiging van deze besluiten staat het bepaalde in artikel 2:15 lid 1 sub b jo. 2:8 BW (zie ook o.m. HR 1 april 1949, NJ 1949/465 (Doetinchemse IJzergieterij)). De rechtbank concludeert dat X en ICT per 1 januari 2019 geen concurrerende werkzaamheden hebben verricht ten opzichte van het zorgaanbod van Anesticon (en ZGT), omdat Anesticon per die datum geen orthopedische anesthesiologie meer leverde en zij, op grond van een contractuele afspraak tussen ZGT en OCON, deze orthopedische zorg ook niet meer mocht aanbieden. Ten aanzien van de onredelijke benadeling overweegt de rechtbank dat de onderbouwing van Anesticon, inhoudende dat door het handelen van X en ICT de relatie met OCON niet is gecontinueerd, geen stand kan houden.

De slotsom is hier dan ook dat de twee gronden voor de besluiten van Anesticon die besluiten niet kunnen dragen. Om die reden vernietigt de rechtbank de besluiten wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid, daar het niet redelijk of billijk is om deze besluiten te nemen en te handhaven terwijl daarvoor onvoldoende grond bestaat.

Betaling van de vergoeding en het winstaandeel over december 2018
In dit onderdeel vorderen X en ICT dat Anesticon wordt veroordeeld tot uitbetaling van (het voorschot op) de vergoeding en de winst die zij normaliter over de maand december 2018 hadden ontvangen indien zij niet waren ontzet of geschorst.

De rechtbank overweegt hier dat X en ICT in december 2018 nog lid waren van Anesticon en zij hen had kunnen inzetten. Dat Anesticon dat niet heeft gedaan, moet volgens de rechtbank voor haar rekening en risico komen. Deze vorderingen worden derhalve eveneens toegewezen.

De earning-out regeling
X en ICT vorderen in dit kader de vernietiging van de besluiten, inhoudende het besluit dat zij niet in aanmerking komen voor de earning-out regeling. De rechtbank overweegt dat deze besluiten dezelfde onderbouwing hebben als de besluiten om hen uit hun lidmaatschap te ontzetten en hen te schorsen. Die onderbouwing kan de besluiten niet dragen, zodat dat derhalve ook voor deze besluiten moet gelden dat ze in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. De ‘earning-out regeling besluiten’ worden door de rechtbank eveneens vernietigd.

De reconventionele vorderingen
De rechtbank memoreert dat zij in conventie al heeft geoordeeld dat X en ICT niet in strijd met het concurrentiebeding hebben gehandeld, zodat deze tegenvordering niet toegewezen kan worden. Ten aanzien van het (vermeende) onrechtmatig handelen overweegt de rechtbank dat, voor zover het handelen van X en ICT al als onrechtmatig jegens Anesticon zou moeten worden aangemerkt, en voor zover zou moeten worden aangenomen dat causaal verband bestaat tussen dat handelen en de gestelde schade, de schade die Anesticon heeft geleden doordat OCON na 1 januari 2019 niet meer de anesthesiologische diensten van Anesticon afneemt, al aan de orde is geweest in een procedure tussen Anesticon en OCON. In die procedure is geoordeeld dat OCON de schade die Anesticon lijdt aan Anesticon dient te vergoeden. OCON heeft aan dat vonnis voldaan, en Anesticon kan dezelfde schade niet nogmaals, maar dan van X en ICT, vergoed krijgen, aldus de rechtbank. Derhalve wordt ook deze tegenvordering afgewezen.