1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Fiscale eenheid mogelijk indien aandelen dochter zijn gecertificeerd?

Fiscale eenheid mogelijk indien aandelen dochter zijn gecertificeerd?

Artikel 15 lid 1 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) bepaalt dat op verzoek een fiscale eenheid mogelijk is indien een moedervennootschap de juridische en economische eigendom bezit van tenminste  95% van de aandelen in het nominaal gestorte kapitaal van een dochtervennootschap. De vennootschapsbelasting van beide belastingplichtigen wordt dan geheven alsof er één belastingplichtige is. De belasting wordt geheven bij de moedervennootschap. De wet stelt als eis dat een moede...
Leestijd 
Auteur artikel Marèl Baak
Gepubliceerd 27 januari 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Artikel 15 lid 1 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) bepaalt dat op verzoek een fiscale eenheid mogelijk is indien een moedervennootschap de juridische en economische eigendom bezit van tenminste  95% van de aandelen in het nominaal gestorte kapitaal van een dochtervennootschap. De vennootschapsbelasting van beide belastingplichtigen wordt dan geheven alsof er één belastingplichtige is. De belasting wordt geheven bij de moedervennootschap. De wet stelt als eis dat een moedermaatschappij de juridische én economische eigendom van ten minste 95% van de aandelen van de dochtermaatschappij dient te bezitten.

De belastingdienst heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat een fiscale eenheid niet mogelijk is indien de aandelen van de dochtermaatschappij zijn gecertificeerd, dat wil zeggen ten titel van beheer zijn overgedragen aan een stichting administratiekantoor. Door een arrest van de Hoge Raad van medio vorig jaar is duidelijk geworden dat een fiscale eenheid onder omstandigheden toch mogelijk kan zijn ondanks de certificering van de aandelen in de dochtervennootschap.  In het berechte geval  moest het bestuur van de stichting het stemrecht op de gecertificeerde aandelen uitoefenen conform de instructies van de moedermaatschappij. Deze instructies behoefden niet de instemming van een derde. In die situatie bepaalde de moedermaatschappij hoe op de gecertificeerde aandelen wordt gestemd. Daardoor heeft zij volgens de Hoge Raad  de volledige zeggenschap. De Hoge Raad kiest met andere woorden op dit punt voor een materiële invulling van de eis dat de moeder juridisch eigenaar moet zijn. 

De conclusie uit dit arrest is dat een certificering van aandelen – ondanks de overdracht van de juridische eigendom – dus geen blokkade hoeft te zijn voor een fiscale eenheid indien uit de certificering, materieel of de facto, geen beperking voortvloeit ten aanzien van de uitoefening van de stemrechten op de desbetreffende aandelen.