1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Gaat eigendomsvoorbehoud verloren bij vermenging met andere soortgelijke dieren en is bij afmesten tot varken sprake van een nieuwe zaak?

Gaat eigendomsvoorbehoud verloren bij vermenging met andere soortgelijke dieren en is bij afmesten tot varken sprake van een nieuwe zaak?

In de uitspraak d.d. 19 maart 2014 van de rechtbank Gelderland tussen de varkenshandelaar, Givar, en de voerleverancier, AgruniekRijnvallei, is de vraag of het eigendomsvoorbehoud van Givar is blijven liggen op de biggen en ook de vraag wie de kosten draagt voor verzorging van de varkens tijdens het daarop gelegde beslag aan de orde gekomen.De Rechtbank heeft geoordeeld dat Givar inderdaad een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud op de dieren toekwam, aangezien dit niet is komen te vervallen door...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 27 augustus 2014
Laatst gewijzigd 25 april 2024

In de uitspraak d.d. 19 maart 2014 van de rechtbank Gelderland tussen de varkenshandelaar, Givar, en de voerleverancier, AgruniekRijnvallei, is de vraag of het eigendomsvoorbehoud van Givar is blijven liggen op de biggen en ook de vraag wie de kosten draagt voor verzorging van de varkens tijdens het daarop gelegde beslag aan de orde gekomen.

De Rechtbank heeft geoordeeld dat Givar inderdaad een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud op de dieren toekwam, aangezien dit niet is komen te vervallen door vermenging met andere biggen en varkens in de stallen, waarin zij werden opgelegd, noch door het afmesten van die dieren tot slachtrijpe varkens.  Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de beslaglegger tijdens dat beslag kan worden aangemerkt als de middellijk houder van de dieren ten behoeve van de rechthebbende. De gemaakte kosten ten behoeve van de varkens dienen door de derderechthebbende die de dieren heeft opgeëist te worden vergoed aan AgruniekRijnvallei ex artikel 3:120 lid 2 BW.



De zaak
AgruniekRijnvallei heeft pandrechten verkregen op varkens van X. Op 30-31 mei 2013 heeft AgruniekRijnvallei pandhoudersbeslag laten leggen op diverse varkens en biggen van X en is aangewezen als ruraal bewaarder c.q. –bedrijfsvoerder. In weerwil van het pandbeslag zijn honderden varkens afgevoerd.

Vervolgens leggen diverse partijen (waaronder varkenshandelaren, maar ook AgruniekRijnvallei) beslag tot afgifte en verhaalsbeslag op dieren van X. Uiteindelijk kan op grond van het beslag tot afgifte een deel van de varkens worden (terug)gekocht door de varkenshandelaar. AgruniekRijnvallei heeft tijdens de beslagen door tussenkomst van de ruraal bewaarder c.q. bedrijfsvoerder voer- en verzorgingskosten betaald voor de beesten.

In deze procedure stelt AgruniekRijnvallei dat Givar onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door AgruniekRijnvallei na opheffing van het conservatoire verhaalsbeslag te dwingen om de slachtrijpe varkens af te geven. Ten onrechte zou zijn gesteld dat er een eigendomsvoorbehoud gold op de varkens. Bovendien wordt betaling van de gemaakte voer- en verzorgingskosten gevorderd.

Oordeel rechter
De stelling van AgruniekRijnvallei dat de biggen door samenvoeging met voer en water nieuwe zaken zijn geworden (artikel 5:16 BW) en de varkensmester eigenaar is geworden van deze nieuwe dieren/zaken, waardoor een mogelijk eigendomsvoorbehoud is vervallen, wordt niet gevolgd door de rechtbank.

Voorop gesteld wordt door de rechtbank dat dieren geen stoffelijke objecten zijn en sinds 1 januari 2013 door de wet niet langer worden aangemerkt als zaken (zie artikel 3:2a lid 1 BW), maar dat op grond van het tweede lid van dit artikel wel nog steeds op dieren de bepalingen met betrekking tot zaken van toepassing zijn.

Individueel bepaalde zaken
Bovendien is van belang de vraag of biggen en varkens wel als individueel bepaalde zaken kunnen worden aangemerkt (zie HR 10 februari 1978, NJ 1979/338 (Nieuwe Matex)). Daarnaast geldt dat een eigendomsvoorbehoud, voor zover dat al bestaanbaar is, in elk geval tenietgaat bij (oneigenlijke) vermenging met soortgelijke zaken of dieren op zodanige wijze dat zij niet meer individualiseerbaar zijn.

De rechtbank stelt dat het gaat om levende wezens waaraan door de mens in het algemeen een zekere individuele intelligentie en eigen gevoelens worden toegedicht. Daarbij geldt dat een big geen ei is en een varken geen kuiken, zodat niet zonder meer aansluiting kan worden gezocht bij het arrest Hollander’s Kuikenbroederij/Raiffeisenbank (HR d.d. 24 maart 1995, NJ 1996, 158). Anderzijds zijn een big en een varken ook weer niet gelijk te stellen met een veulen en een volwassen paard, die veelal zijn te boek gesteld en een eigen naam en/of stamboom hebben en die in elk geval naar verkeersopvattingen een en hetzelfde dier blijven. Biggen en varkens uit dezelfde worp zijn, in elk geval voor buitenstaanders, niet of nauwelijks van elkaar te onderscheiden.

Het feit dat alle biggen zijn voorzien van een permanent oormerk met een uniek nummer, zorgt ervoor dat ze wel als individueel bepaalde zaken kunnen worden aangemerkt. In onderhavige kwestie staat echter nog niet onomstotelijk vast dat de varkens waarvan Givar afgifte heeft verkregen, dezelfde dieren waren als die waarop zij een eigendomsvoorbehoud had. Zij is aldus tot het leveren van bewijs toegelaten.

Kosten verzorging tijdens beslag
De beslaglegger op beesten, waarvoor een ruraal bedrijfsvoerder is aangesteld (artikel 451 Rv), kan tijdens dat beslag worden aangemerkt als de middellijk houder van die beesten ten behoeve van de rechthebbende. Geoordeeld wordt door de rechtbank dat de derde-rechthebbende die de goederen heeft opgeëist, gehouden is om op grond van artikel 3:120 lid 2 BW de door AgruniekRijnvallei ten behoeve van de varkens gemaakte kosten te vergoeden.

Commentaar
Bij het vestigen van zekerheden op levende have komt veel kijken. Het is van belang alle zaken goed geregeld te hebben, voordat hiertoe wordt overgegaan.