1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Kan iedereen handelen namens een BV i.o.?

Kan iedereen handelen namens een BV i.o.?

Naar Nederlands recht bestaat de mogelijkheid tot het handelen namens een nog op te richten BV. De wettelijke basis hiervoor ligt besloten in artikel 2:203 van het Burgerlijk Wetboek. Voor de toepasselijkheid van deze bepaling is voldoende dat tegenover de derde met wie wordt gehandeld op voor hem duidelijk kenbare wijze wordt gehandeld namens een op te richten BV. Deze moet op de een of andere wijze als zodanig bij die handeling zelf worden aangeduid en dit gebeurt veelal door het bezigen va...
Leestijd 
Auteur artikel Peter-Jan Hopmans (uit dienst)
Gepubliceerd 15 april 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Naar Nederlands recht bestaat de mogelijkheid tot het handelen namens een nog op te richten BV. De wettelijke basis hiervoor ligt besloten in artikel 2:203 van het Burgerlijk Wetboek. Voor de toepasselijkheid van deze bepaling is voldoende dat tegenover de derde met wie wordt gehandeld op voor hem duidelijk kenbare wijze wordt gehandeld namens een op te richten BV. Deze moet op de een of andere wijze als zodanig bij die handeling zelf worden aangeduid en dit gebeurt veelal door het bezigen van de terminologie ‘BV in oprichting’.

Voor de vennootschap in oprichting namens wie is gehandeld ontstaan slechts rechten en verplichtingen wanneer zij die rechtshandelingen na haar oprichting bekrachtigt. De bekrachtiging dient te geschieden door de vennootschap in wier naam de rechtshandeling is verricht en bovendien moet worden aangemerkt als de vennootschap die partijen op het oog hadden toen de overeenkomst tot stand kwam.

Als een rechtshandeling namens een BV in oprichting is mede te verstaan is het instellen van een vordering in rechte. Wanneer tijdens de procedure de vennootschap daadwerkelijk wordt opgericht, kan die vennootschap de procedure voortzetten, daarmee de processuele handelingen die door de oprichter namens de vennootschap i.o. zijn verricht bekrachtigend. Hierbij is niet alleen van belang dat de op te richten vennootschap namens wie is gehandeld en de opgerichte vennootschap dezelfde zijn, doch ook de persoon die namens de BV in oprichting heeft gehandeld is relevant. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. In deze zaak werd door een natuurlijk persoon (hierna aangeduid als: X), handelend namens een BV in oprichting (hierna aangeduid als: Y) een vordering ingesteld tot betaling van openstaande facturen voor verrichtte werkzaamheden tegen A. Y is ingeschreven bij het handelsregister met als bevoegd functionaris Z.

A stelt dat X niet de oprichter is van Y maar Z en dat X niet met haar namens Y heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt dat het voor de vraag of Y gebonden is relevant is wie de handelend persoon is geweest zeker indien de handelend persoon niet beoogd heeft zichzelf te binden. Nu X niet heeft kunnen aantonen dat hij namens Y met A heeft gecontracteerd en voorts gesteld noch gebleken is dat X een zelfstandig vorderingsrecht op A heeft ter zake  van de openstaande facturen of dat hem een dergelijk vorderingsrecht jegens A is overgedragen, wordt de door X en Y ingestelde vordering afgewezen. Voorts oordeelt de rechtbank dat X ook geen direct bij de rechtsverhouding betrokkene is in de zin van artikel 3:302 Burgerlijk Wetboek.

Uit deze uitspraak volgt dus dat vóór of tijdens het proces van oprichting alleen de handelende persoon (of een gemachtigde van hem) namens een BV in oprichting een rechtsvordering kan instellen.