1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Overeenkomst, algemene voorwaarden of allebei (niet)?

Overeenkomst, algemene voorwaarden of allebei (niet)?

Op onze kennispagina zijn veel artikelen te vinden over overeenkomsten en algemene voorwaarden. Onlangs boog het Hof Arnhem-Leeuwarden zich over de toepasselijkheid van als algemene voorwaarden aangeduide bedingen die in feite de gehele overeenkomst bevatten. Is er in zo’n geval sprake van een overeenkomst, van algemene voorwaarden of van allebei (niet)?
Leestijd 
Auteur artikel Dylan Goossens
Gepubliceerd 10 augustus 2018
Laatst gewijzigd 08 januari 2019

Algemene voorwaarden

Algemene voorwaarden zijn volgens artikel 6:231 onder a BW ‘een of meer bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd’. Uit deze omschrijving volgt dat een beding geen kernbeding mag zijn, of zoals geformuleerd in de wettekst: het beding mag niet de kern van de prestatie aangeven.

Als vuistregel geldt dat onder kernbedingen moet worden verstaan bedingen die samenvallen met essentialia zonder welke een overeenkomst, bij gebreke van voldoende bepaalbaarheid van de verbintenissen, niet tot stand komt. Anders gezegd: als kernbedingen zijn te beschouwen bedingen die (een van de) hoofdverbintenissen definiëren. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de te betalen (koop)prijs, de te kopen zaak, de inhoud van een opdracht, een minimale afnameverplichting, de omvang van de gehuurde ruimte, enzovoort.

Kort en goed: vormt het beding een kernbeding, dan is het beding niet als algemene voorwaarde in de zin van artikel 6:231 onder a BW aan te merken. Of een beding wel of niet als algemene voorwaarde heeft te gelden, heeft onder andere gevolgen voor de aanvaarding en de toepasselijkheid daarvan.

Toepasselijkheid

De gebruiker die de toepasselijkheid van algemene voorwaarden wil bewerkstelligen, moet ervoor zorgen dat de wederpartij deze aanvaardt. Zonder de aanvaarding is de wederpartij niet aan de algemene voorwaarden gebonden, al is een expliciete aanvaarding daarvan (anders dan bij een overeenkomst) niet vereist. Voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden is volgens artikel 6:232 BW ook niet vereist dat de wederpartij de inhoud van de algemene voorwaarden kende. Zo kan in het geval waarin de gebruiker in de overeenkomst volstaat met een enkele verwijzing naar de algemene voorwaarden en de wederpartij deze overeenkomst aanvaardt, de wederpartij gebonden zijn aan de algemene voorwaarden ondanks dat hij niet op de hoogte is van de inhoud daarvan.

Wel moet de gebruiker van de algemene voorwaarden de wederpartij de redelijke mogelijkheid hebben geboden om uiterlijk bij het sluiten van de overeenkomst daarvan kennis te nemen. Daarvan is volgens artikel 6:234 lid 1 BW onder meer sprake indien de gebruiker voor of bij het sluiten van de overeenkomst de algemene voorwaarden ter hand heeft gesteld. Maar hoe zit het met de toepasselijkheid van als algemene voorwaarden aangeduide bedingen die in feite de gehele overeenkomst (en dus kernbedingen) bevat? Is er dan wel sprake van algemene voorwaarden, of van een overeenkomst? Of van allebei (niet)? Hieronder bespreek ik een arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden waarin antwoord wordt gegeven op deze vraag.

Feiten en omstandigheden

Het arrest ging om de volgende casus. Een arbeidsbemiddelaar (werkzaam op het gebied van werving en selectie van softwareontwikkelaars) heeft in 2012 opdracht van een softwarebedrijf bemiddeld bij het werven van personeel. Het softwarebedrijf heeft destijds de toepasselijkheid van de door de arbeidsbemiddelaar toegezonden algemene voorwaarden aanvaard. In artikel 2 van de algemene voorwaarden is opgenomen dat deze van toepassing zijn op alle overeenkomsten tot bemiddeling bij werving en selectie die met de arbeidsbemiddelaar worden gesloten.

In 2015 had het softwarebedrijf wederom een vacature. Voor de vervulling van vacatures werkte het softwarebedrijf samen met verschillende werving- en selectiebureaus, waaronder de arbeidsbemiddelaar. De arbeidsbemiddelaar stuurde per e-mail verschillende profielen van kandidaten door aan het softwarebedrijf, maar tot de vervulling van de vacature leidde dit (nog) niet. Enkele maanden later stuurde een ander werving- en selectiebureau een kandidaat door die eerder ook door de arbeidsbemiddelaar was doorgestuurd. De betreffende kandidaat werd (vervolgens wel) door het softwarebedrijf aangenomen.

Het geschil

Volgens de arbeidsbemiddelaar is het softwarebedrijf gehouden om bemiddelingskosten (van ongeveer € 20.000,-) te betalen. De in 2012 door het softwarebedrijf aanvaarde algemene voorwaarden gelden volgens de arbeidsbemiddelaar (vanwege het eerder genoemde artikel 2 daarvan) nog steeds en het softwarebedrijf is op basis daarvan tot een vergoeding van bemiddelingskosten verplicht, omdat de arbeidsbemiddelaar de in 2015 aangenomen kandidaat als eerste had geïntroduceerd. Het softwarebedrijf meent daarentegen niet gehouden te zijn tot betaling van de bemiddelingskosten. Volgens het softwarebedrijf zijn de in 2012 aanvaarde algemene voorwaarden niet (meer) van toepassing, onder meer omdat de betreffende kandidaat naar aanleiding van de introductie van een ander werving- en selectiebureau is aangenomen.

De beoordeling

Niet in geschil is dat de arbeidsbemiddelaar geen separate overeenkomsten van opdracht of opdrachtbevestigingen verstrekt wanneer zij (in haar visie) een bemiddelingsovereenkomst sluit. De arbeidsbemiddelaar stuurt alleen haar algemene voorwaarden toe, die klaarblijkelijk de gehele overeenkomst bevatten. Het hof stelt vast dat de algemene voorwaarden van de arbeidsbemiddelaar kernbedingen bevatten, waaronder bedingen over de (succesvolle) vervulling van de opdracht tot bemiddeling en het daaraan gekoppelde honorarium.

Zoals gezegd, geldt voor algemene voorwaarden dat deze toepasselijk zijn indien door de gebruiker een redelijke mogelijkheid tot kennisname is geboden, zonder dat expliciete aanvaarding door de wederpartij noodzakelijk is. Dit geldt zelfs in het geval dat de gebruiker begreep of moest begrijpen dat de wederpartij de inhoud van de algemene voorwaarden niet kende. Omdat de bedingen in de algemene voorwaarden van de arbeidsbemiddelaar niet voldoen aan de hiervoor genoemde definitie van artikel 6:231 BW, ligt deze (gemakkelijke) wijze van aanvaarding volgens het hof echter niet voor de hand. In het geval als het onderhavige waarin de algemene voorwaarden de gehele beoogde overeenkomst bevatten (dus inclusief kernbedingen) moet volgens het hof worden aangesloten bij artikel 6:217 e.v. BW. Daaruit volgt dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding daarvan.

Het hof stelt vast dat de arbeidsbemiddelaar niet alleen in 2012, maar ook in 2015 algemene voorwaarden heeft toegestuurd aan het softwarebedrijf. Uit niets blijkt echter dat het softwarebedrijf uitdrukkelijk heeft ingestemd met de inhoud daarvan. Volgens het hof mocht de arbeidsbemiddelaar het enkele niet reageren door het softwarebedrijf niet gerechtvaardigd zo begrijpen dat het softwarebedrijf stilzwijgend en zonder meer instemde met de inhoud van de in de algemene voorwaarden vervatte overeenkomst. Dat het softwarebedrijf de toepasselijkheid in 2012 had aanvaard, maakt dat volgens het hof niet anders. Er heeft derhalve geen aanvaarding plaatsgevonden van de in de algemene voorwaarden vervatte overeenkomst.

Naar het oordeel van het hof heeft de arbeidsbemiddelaar onvoldoende onderbouwd dat een overeenkomst met de door haar gestelde inhoud tussen partijen tot stand is gekomen. Indien het de bedoeling was van de arbeidsbemiddelaar dat het softwarebedrijf haar opdracht gaf tot de bemiddeling voor een vacature, dan had het op haar weg gelegen als professionele dienstverlener om duidelijk met het softwarebedrijf te communiceren en te bevestigen welke rechten en plichten over en weer werden aangegaan. Het enkele toezenden van een set “algemene voorwaarden” is daartoe ontoereikend, aldus het hof.