1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Technische codes zijn algemeen verbindende voorschriften

Technische codes zijn algemeen verbindende voorschriften

De wijze waarop netbeheerders en afnemers van elektriciteit zich dienen te gedragen, is voor een belangrijk deel vastgelegd in de op artikel 36 Elektriciteitswet 1998 (“E-wet’) gebaseerde Technische codes: Netcode Elektriciteit, Systeemcode Elektriciteit, Informatiecode Elektriciteit en Gas, Meetcode Elektriciteit,  Samenwerkingsregeling Elektriciteit en de Begrippenlijst Elektriciteit. Uit een aantal bepalingen in de E-wet volgt dat netbeheerders rechtstreeks aan deze codes gebonden zijn (ar...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Kole
Gepubliceerd 08 maart 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De wijze waarop netbeheerders en afnemers van elektriciteit zich dienen te gedragen, is voor een belangrijk deel vastgelegd in de op artikel 36 Elektriciteitswet 1998 (“E-wet’) gebaseerde Technische codes: Netcode Elektriciteit, Systeemcode Elektriciteit, Informatiecode Elektriciteit en Gas, Meetcode Elektriciteit,  Samenwerkingsregeling Elektriciteit en de Begrippenlijst Elektriciteit. Uit een aantal bepalingen in de E-wet volgt dat netbeheerders rechtstreeks aan deze codes gebonden zijn (artikel 23 lid 1, 24 lid 1 juncto 77 i E-wet). In de E-wet is niet expliciet vastgelegd dat ook afnemers de codes moeten naleven. In de literatuur en de rechtspraak is daarom de vraag aan de orde gekomen op welke wijze afnemers aan deze codes gebonden zijn.

 Totstandkoming codes

 De totstandkoming en vaststelling van de codes staat beschreven in de artikelen 26b tot en met 39 E-wet. De gezamenlijke netbeheerders zenden aan de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (“NMa”) een voorstel voor de door hen jegens afnemers te hanteren voorwaarden met betrekking tot onder andere de wijze waarop netbeheerders en afnemers, alsmede netbeheerders, zich jegens elkaar dienen te gedragen. Voordat de netbeheerders hun voorstel aan de raad van bestuur van de NMa toesturen, voeren zij overleg met representatieve organisaties. De netbeheerders informeren de raad van bestuur van de NMa over de gevolgtrekkingen die zij hebben verbonden aan de zienswijze die deze organisaties naar voren hebben gebracht. De codes worden op grond van artikel 36 lid 1 E-wet vastgesteld door de raad van bestuur van de NMa. De raad van bestuur neemt daarbij onder andere het hiervoor genoemde voorstel van de gezamenlijke netbeheerders, de uitkomst van het gezamenlijk overleg dat netbeheerders voeren met representatieve organisaties en de bij ministeriële regeling vastgestelde regels in acht. Na de vaststelling van de codes door de raad van bestuur van de NMa, worden de codes gepubliceerd in de Staatscourant.

 Opvatting rechtbank Rotterdam

 De rechtbank Rotterdam heeft aangegeven dat afnemers niet rechtstreeks aan de codes gebonden zijn. De rechtbank heeft in dat verband het navolgende overwogen:

 ‘Uit deze bepaling volgt dat de Netcode een voorstel is van de netbeheerders (waartoe kennelijk Liander moet worden gerekend) voor de door hen jegens afnemers (zoals [gedaagde]) te hanteren voorwaarden. Daaruit volgt dat de Netcode niet zelf verplichtingen voor afnemers in het leven roept, maar dat daartoe nodig is dat de desbetreffende netbeheerder deze voorwaarden in zijn overeenkomst met de desbetreffende afnemer opneemt.” (rechtbank Rotterdam 15 juli 2009, LJN BJ3700).

 Ik deel deze opvatting niet. De in de codes neergelegde voorwaarden zijn algemeen verbindende voorschriften. Dat geldt ook voor de voorwaarden die verplichtingen voor afnemers scheppen. Afnemers zijn om die reden rechtstreeks gebonden aan deze verplichtingen. Ik zal dit toelichten.

 Algemeen verbindende voorschriften

 In de regel wordt aangenomen dat de in de codes neergelegde voorwaarden algemeen verbindende voorschriften zijn. Onder andere beschouwt de NMa zelf de codes als algemeen verbindende voorschriften. Voorts merkt ook het gerechtshof Arnhem de codes aan als algemeen verbindende voorschriften. Het gerechthof heeft in dit verband het navolgende overwogen:

 ‘De TarievenCode heeft namelijk het karakter van een wettelijk voorschrift, meer in het bijzonder van een algemeen verbindend voorschrift’  (gerechtshof Arnhem 6 oktober 2009, LJN: BL6569, r.o. 4.1.)

 alsmede,

 ‘De voorwaarden worden door de Nederlandse Mededingings-autoriteit (…) vastgesteld in algemeen verbindende voorschriften, aangeduid als codes (…)’. (gerechtshof Arnhem 4 mei 2010, LJN: BM4497, r.o. 4.10.)

 Afnemer zijn ook gebonden aan de codes

 Er zijn niet veel uitspraken bekend waaruit nadrukkelijk blijkt dat ook afnemers door deze algemeen verbindende voorschriften worden gebonden. Bij mijn weten heeft alleen het College van Beroep voor het bedrijfsleven (“CBb”) zich expliciet hierover uitgelaten. Bij uitspraak van 4 september 2002 heeft het CBb in dat verband het navolgende aangegeven:

 ‘Door in de aanhef te spreken van “de” voorwaarden gaat de redactie van artikel 31, eerste lid, ervan uit dat het uiteindelijk vast te stellen besluit uitputtend de voorwaarden weergeeft met betrekking tot de wijze waarop netbeheerders en afnemers zich – binnen de door de onderdelen a, b en c van het eerste lid bestreken terreinen – hebben te gedragen (…). Aldus strekken de voorwaarden ertoe onder meer aan afnemers zekerheid te verschaffen omtrent enerzijds de verplichtingen die netbeheerders jegens hen hebben en anderzijds de verplichtingen die zij zelf jegens netbeheerders hebben.’ (CBb, 4 september 2002, LJN: AE8312,  r.o. 5.2.)

 Het is niet duidelijk of het CBb van oordeel is dat deze verplichtingen voor afnemers algemeen verbindende voorschriften betreffen. Naar mijn oordeel is dat het geval. Belangrijk in dat verband is of deze regels worden uitgevaardigd door een overheidsorgaan, krachtens een wetgevende bevoegdheid die wordt ontleend aan een wet in formele zin. Verder is van belang dat de voorwaarden externe werking hebben en algemene regels scheppen waarin rechtsnormen zijn vervat.

 De raad van bestuur van de NMa stelt de regels vast met in achtneming van onder andere artikel 31 lid 1 E-wet. Dit artikel bepaalt dus mede de omvang van de bevoegdheid van de raad van bestuur van de NMa. Artikel 31 lid 1 E-wet luidt, voor zover dat mede betrekking heeft op afnemers, als volgt:

             ‘(…) zenden  de gezamenlijke netbeheerders aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de door hen jegens afnemers te hanteren voorwaarden met betrekking tot:

  a.      de wijze waarop netbeheerders en afnemers alsmede netbeheerders zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van het in werking hebben van de netten, het voorzien van een aansluiting op het net en het uitvoeren van transport van elektriciteit over het net,

b.      de wijze waarop netbeheerders en afnemers alsmede netbeheerders zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit (…),

c.       de wijze waarop de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet enerzijds en afnemers en de overige netbeheerders anderzijds zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van de systeemdiensten,

d.      (…)’

 De Technische codes bevatten voorwaarden die netbeheerders jegens hun afnemers hanteren. Hoewel bij het lezen van de eerste zinsnede van artikel 31 lid 1 E-wet de indruk zou kunnen ontstaan dat het slechts om verplichtingen voor de netbeheerders gaat, is dat nadrukkelijk niet het geval. De voorwaarden kunnen ook bestaan uit verplichtingen voor de afnemers. Dit is nader uitgewerkt in sub a, b en c van artikel 31 lid 1 E-wet. De raad van bestuur van de NMa mag op grond van de E-wet dus ook regels uitvaardigen die afnemers bindt. De in de Technische codes beschreven verplichtingen voor afnemers, zijn van toepassing op een “open groep” van geadresseerden en op een “open groep” gevallen. Alle (toekomstige) afnemers, krijgen ermee te maken in de dan voorliggende situaties. De codes scheppen aldus algemene regels, waarin rechten en plichten voor verschillende partijen zijn vervat. Naar mijn oordeel zijn ook de in de codes opgenomen verplichtingen voor afnemers daarom algemeen verbindende voorschriften.

 Conclusie

 De in de codes neergelegde verplichtingen zijn algemeen verbindende voorschriften. Dit geldt naar mijn oordeel ook voor de in de codes opgenomen verplichtingen voor afnemers. Het is daarom niet nodig dat in de E-wet, of een andere wet in formele zin, nadrukkelijk de gebondenheid van de afnemers wordt geregeld. Om diezelfde reden is de gebondenheid aan de codes ook niet afhankelijk van een contractuele afspraak. Afnemers zijn rechtstreeks gebonden aan deze codes.